De Vereniging tot Stichting en Instandhouding van een Jongelingenvereniging en Zondagschool onder de zinspreuk Jachin te Stad Vollenhove werd opgericht op 15 juni 1890 (KB 24 in Staatscourant dd 2-9-1890) met als doel ‘De kennis der Gereformeerde waarheid, en wat verder nuttig wordt geacht, te bevorderen.’  De vereniging vestigde in 1890 een ‘godsdienstlokaal’ aan de Doelenstraat (toen heette dat nog Kerkstraat 73a). Dit gebeurde op kavel A744, 60 m2 groot, gekocht van de erven van schilder Jan Jongman (1794-1879), die hiervoor een stuk grond achter het huis afstonden.

In 1904 ging het lokaal over op de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Christelijke Belangen te Stad Vollenhove, in 1912 wordt het verkocht aan metselaar Jan Woltersz. De Lange (1867-1943) die de beide oorspronkelijke kavels koopt, nog steeds te boek staand als godsdienstlokaal en erf. Maar in het register van de huisnummering uit de jaren 1920 is dit doorgehaald en staat er ‘schuur van Jan de Lange’. Het is dus ‘einde oefening’ geweest, om onbekende redenen. In 1945 komt het gebouwtje in de onverdeelde boedel terecht van o.a. schoonzoon F.A. Soeters, pas veertien jaar later worden deze verdeeld en wordt het ‘lokaal met erf’ eigendom van de gemeente Vollenhove - maar verdwijnt als zodanig in 1962. Over en uit!

Wat betekende de naam op de gevelsteen nu eigenlijk?

Jachin (Hebreeuws: "Grondvester" of "Hij zal bevestigen") was volgens de traditie in de Hebreeuwse Bijbel een zoon van Simeon en een van de 70 personen die naar Egypte migreerden met Jakob. Jachin was volgens een andere traditie in de Hebreeuwse Bijbel ook de naam van de eerste hogepriester van de tempel van Salomo. Naar hem zou de rechtse van de koperen zuilen, die waren opgesteld waren bij de voorhal van de hoofdzaal van de tempel van Salomo, zijn vernoemd. De linkerzuil had de naam Boaz (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jachin). De Grote Winkler Prinsencyclopedie geeft een iets andere betekenis: Jachin en Boaz zijn de namen van de twee zuilen van gepolijst koper die opgesteld waren aan weerszijden van de poort van de tempel van Salomo. De namen worden vermeld in 1 Kon. 7:21. De betekenis ervan kan zijn: "hij doet opstaan" en “in hem is kracht". Op grond hiervan wordt vermoed, dat zij symbolen van vruchtbaarheid zijn geweest, overgenomen van de Phoeniciërs. Volgens 1 Kon.7:13, 14 waren zij vervaardigd door Hiram van Tyrus. Jer. 52:21-23 en 1 Kon. 7:15-22 geven een gedetailleerde beschrijving van de zuilen, die met voetstuk en kapitelen ca. 12 m hoog zijn geweest.

De gevelsteen is geschonken aan het Stadsmuseum, door dochter Harmke van Wolter de Lange (1901-1992), de zoon van eerder genoemde Jan Woltersz. De Lange.

Foto hiernaast: zo ziet de plek er nu uit, waar vroeger 'Jachin' stond.