Prent van het Armhuis, in 1934 gemaakt door A.J.Reyers naar een schets uit 1908 - met dank aan Klaas BoesHet pand Kerkstraat 61 heeft een gevelsteen, waarop: Dit is het Armenhuis, Anno 1681. Een andere, meer opvallende gevelsteen draagt de tekst: Ned. Herv. Rusthuis / "Avondrust" / 1 Januari 1950. Het pand, gebouwd omstreeks 1910, wordt beschouwd te behoren tot de zogenaamde jongere bouwkunst, vanwege de vensters op de verdieping, onder een korfboog met art nouveau motieven in de boogtrommels. Het is ook een gemeentelijk monument.

De voorloper van het rusthuis, zoals het kennelijk na een verbouwing in 1950 werd genoemd, was het armhuis of diaconiehuis. Volgens de voorlopige lijst van Nederl. Monumenten, deel Overijssel (1923) had dit huis een gevel met ontlastingsbogen, sierankers, een gevelsteen met opschrift en het jaartal 1681.  Die gevelsteen is dus meegenomen naar het nieuwe pand. De diaconie van de hervormde kerk vergaderde vroeger in het pand ertegenover, met de gevelsteen ‘de eerste steen gelegd door Arie Spit den 31 Aug. 1896’.

De oprichting van het armhuis door de kerkenraad was op 2 november 1681. "Anno 1681 is tot Gods eere en beter opvoedinge van de arme kinderen / door ordre van de Kerckenraedt uijt mildadige giften van de goede Ingesetenen van de / Stadt en 't Landt Vollenhoo dit Diaconyshuys gesticht".
De kerkenraad heeft het opzicht over dit huis en de predikanten en diakenen hebben vooral de bevoegdheid ongehoorzame kinderen te tuchtigen. De diakenen zullen op de eerste Woensdag van iedere maand in de kerkenraadsvergadering rapport uitbrengen. De rentmeester der armen zal dan rekening afleggen. Catechisatie zal gegeven worden.
De kerkenraad zal twee of drie buitenmoeders aanstellen die verzocht zullen worden op de huishouding, linnen en wollen kleren en het bezit der kinderen goed acht te geven.
De binnenmoeder zal alles doen, wat de kerkenraad en ook de buitenmoeder(s) zullen bevelen Zij zal zorg dragen, dat 's morgens, ’s avonds en 's middags de kinderen hun gebeden opzeggen en dat een kapittel in de bijbel gelezen wordt. Tevens dat de kinderen uit de school komende, niet op de straat zullen lopen; alleen is dit woensdags- en des zaterdagsnamiddags toegestaan.. Ook, dat de kinderen Zondags bijtijds gekleed zijn en naar de kerk gaan, zowel voor als na de middag, ook de catechismus aanhoren.
"Sal oock de kinderen inscherpen de vrese des Heeren en niet toelaten, dat Godts H. naem ijdelijck genoemt en door vloecken of sweren misbruijckt worde".

Het Hervormde rusthuis, dat in de plaats kwam van het ArmhuisOp 4 december 1774 werd te Vollenhove de nieuwe psalmberijming ingevoerd en op 13 oktober van dat jaar werd door de Volle Stoel de kerkmeester gemachtigd om voor de predikanten een nieuwe bijbel in folio met de volle kanttekeningen en koperen krappen aan te schaffen. De oude bijbel, die nu op de preekstoel ligt, kan naar het armhuis worden gebracht tot stichting der jeugd.

In de notulen van de gemeenteraad van 17 juni 1811 werd bij de overlegging van de gemeenterekening opgemerkt, dat in deze gemeente zich een armenhuis of armenweeshuis bevindt, waarin onvermogenden van het land van Vollenhove en uit de stad gealimenteerd kunnen worden. Daarin worden opgenomen verarmde oude gebrekkige zinloze mensen en ouderloze kinderen.
Dit armhuis wordt bestuurd door zes diakenen van het Gereformeerd (betekende toen Hervormd) Kerkgenootschap, die een onderdirecteur hebben om de lopende zaken van het huis en boerderij waar te nemen. Zij moeten jaarlijks van hun beheer rekening en verantwoording afleggen in het openbaar voor die leden van dat Kerkgenootschap,. die verkiezen mochten dat bij te wonen. De kerkenraad beslist op voordracht van de 6 diakenen over aan- en verkoop van vaste goederen en het opnemen van mensen in dat huis.
In het kerkenraadsarchief bevinden zich diverse stukken over dit armhuis (zie ook inv. no. 100 e.v.), waaronder een reglement voor het armhuis 1819 en 1830, een instructie voor de vader en moeder van liet armhuis van 1874 en rekeningen van een door de diaconie in stand gehouden mattenfabriek 1871-1877.

Eén van de laatste vermeldingen van het ‘Armhuis’ dateert uit 1907, toen schuin tegenover een hulptelegraafkantoor van de PTT werd gevestigd.
In 1908 werd het Armhuis vereeuwigd op een schets van A.J. Reyers (Kampen) die er pas in 1934 een kleurrijke prent van maakte (bron: Klaas Boes). In 1910 werd het Armhuis afgebroken. Rechts een hulpkaart van het kadaster uit 1905 met de twee kavels (rechts het Armhuis, links een woonhuis) waarop het nieuwe rusthuis kwam.

Over de bewoners weten we iets uit de periode rond 1840. 
In de Kerkstraat; wijk 4 stond het ‘Gereformeerde’ (de gangbare term uit die tijd, later werd dit ‘Nederlands Hervormd’) Armenhuis. Harmen Geers (40 jaar) uit de Wijk was de vader in het gesticht. De moeder was Elizabeth Wellenborg (57 jaar) uit Vollenhove.
Eén van de bewoners was ene Allemantien (70 jaar), geboorteplaats onbekend.
Overige bewoners uit de Stad Vollenhove waren Cornelis Rozeboom (67 jaar), Hermanus Rouwendal (69 jaar); boerenarbeider, Jan Lens (25 jaar); boerenarbeider, Frederik Kroes (13 jaar); boerenarbeider, Harm Kroes (11 jaar); boerenarbeider, Wouter Jongman (6 jaar), Berend Fontijn (5 jaar), Siemen Fontijn (3 jaar), Jentien Spit (33 jaar), Hendrina Jongman (9 jaar) en Rijntje Kroes (3 jaar).
Bewoners afkomstig van Ambt Vollenhove waren Gerrit Slick (69 jaar), Rentinck Boes (29 jaar); boerenarbeider, Teunis Tink (21 jaar); kleermaker, Teunis Doevendans (21 jaar); boerenarbeider, Hendrik Doevendans (16 jaar); boerenarbeider, Gerrit Scheer (15 jaar); kleermakersknecht, Hendrik van der Wijk (13 jaar): schoenmakersleerling, Kunnigje Lassche (79 jaar), Lena Beukman (68 jaar), Lotte Boes (53 jaar), Vrouwke Doevendans (53 jaar) Triene Jongman (48 jaar), Vrouwke ter Meer (23 jaar); boerenarbeidster, Hermina Tuin (28 jaar), Leentje Visscher (15 jaar); boerenarbeidster, Harmpje Kroek (12 jaar), Klaasjan Scheer (3 jaar), Rijntje Kroes (3 jaar) en Gerrigje Smit (2 jaar).
Verder woonden er nog Jentien Kroek (18 jaar); boerenarbeidster uit Amsterdam en Wiebe Lassche (60 jaar) uit Dalfsen.

De eerste telg uit de Zelhorst-boerendynastie die naar Vollenhove kwam, werd 'vader in het armhuis'. Dat was Teunis Jans Zelhorst (1795-1866), in 1826 getrouwd met Lubberta Grolleman. Hun kinderen werden geboren op het ambt, maar vanaf 1832 woonden ze schuin tegenover het Armenhuis, op het adres Kerkstraat 85 (nu 62). Maar ze hadden ook een huis en erf, mogelijk gebruikt als boerderij, verderop aan de Kerkstraat, nummer 67 (nu 81), in 1863 gekocht van veehouder en winkelier Jan Alberts Rook.

Meer over lotgevallen van de mensen in het Armhuis op MijnStadMijn Dorp.

Bij het Armenhuis hoorde ook een boerderij, die iets rechts naar achteren stond, met daarachter nog een washuis en dan de 'bleek' tot aan het goor. Boerenzoon Toon of Teunis Zelhorst zal hier ongetwijfeld leiding aan gegeven hebben. De boerderij, die bleef staan bij de afbraak en herbouw in 1910 van het Armenhuis zelf, is goed te zien op de luchtfoto van 1935 en is gesloopt in 1949. Het washuis verdween in 1952.

Het nieuwe Armenhuis was later vooral in gebruik als bejaardenhuis, en heette dan ook Avondrood. Het nam naast de oude kavel ook die van de linker buurman in beslag, die in 1903 was gekocht van timmerman Albert Roebers.