Nieuw-Hagensdorp in 2013Het huis Hagensdorp staat op de noordwesthoek van de kruising Bisschopstraat en Bentstraat (adres: Bentstraat 6) en werd daar gebouwd in 1901, blijkens een gevelsteen. Het heeft  zowel neorenaissance als Jugendstil elementen. Het behoort tot de Jongere bouwkunst (1850-1940), waarvan rond 1990 in Vollenhove nog een aantal panden te vinden zijn, en is een gemeentelijk monument. De beschrijving destijds: "topgevel met sierspant en makelaar. Speklagen (de witte horizontale lagen). T-vensters op verdieping. Bakstenen mozaïeken aan dakranden en onder de vensters. Zijgevels met lisenen" (dit zijn de twee enigszins uitstekende verticale 'stijlen').

De havezate Hagensdorp, die er voordien stond, is vermoedelijk samengesteld uit twee huizen in 1648. In 1628 stond er het huis van wed. Aafje Lamberts Coops-Bannier met 7 vuursteden - dus een voornaam burgemeestershuis, daarnaast dat van Peter Gerrits Kistemaker met twee vuursteden. Beide werden aangekocht door baronet Richard Grenville (1600-1659), een Engelse generaal in ballingschap. Buurman was Joan Sloot op havezate Oud-Plattenburg. Het complex werd nog uitgebreid met een stuk grond en een schuur van achterbuurman burgemeester Berend Altens, althans zijn weduwe Anna Roelofs.

Het pand had aan weerskanten van de voordeur aan de Bisschopstraat twee ramen en aan de Bentstraat een topgevel. Alle ruimten waren gelijkvloers.  Jan Sloet van Tweenijenhuizen (1622-1690), getrouwd met Anna Catharina van Haersolte (1628-1690), verkoos mogelijk een gerieflijk huis met 6 vuursteden (1675) in de stad boven een oude, tochtige havezate op het platteland - die in 1675 als verwaarloosd en onbewoond werd aangeduid.

Op 17 februari 1660 kocht hij dit huis van een zekere Walraven van der Hoeve toe Hoekert uit Zwolle, die het kort daarvoor van baronet ritmeester Craven had gekocht, als erfgenaam van Grenville.  Aan de oost- en zuidkant lag de Bisschopstraat, aan de westkant de 'hof en were' van Reint Sloet ten Plattenborch (dit betreft dus Oud Plattenburg), aan de noordkant het huis van dokter Bertholt van Setten. Op 30 september 1661 kreeg Jan Sloet van de Volle Stoel toestemming een geldpacht op dit huis af te kopen. 

Het huis werd pas in 1667 een havezate door aankoop van de rechten van de overburen, Egbert van Uterwijck en echtgenote Lucia Geertruid Kockman - die er toch niets meer aan hadden omdat ze Rooms-Katholiek waren (vanaf 1622 moest men 'gereformeerd' zijn om in de Staten te zitten). Zo kon de zoon vanwege Tweenijenhuizen en de vader vanwege Hagensdorp toegelaten worden in de Staten van Overijssel als lid van de Ridderschap van Vollenhove. 

Op zijn verzoek besloten Ridderschap en Steden 27 april 1667 het recht van havezate van het huis Hagensdorp (aan de andere kant van de straat) over te brengen op het huis, dat hij "tegenwoordig" bewoonde en dat de naam te geven van Hagensdorp. De havezate van de overkant werd vanaf toen Oldhagensdorp genoemd

Van dit nieuwe Hagensdorp werd de tweede zoon van het echtpaar,  Arend Herman (1661-1728), in 1685 verschreven. Dezelfde werd in 1707 van Tweenijenhuizen verschreven na overlijden van zijn oudste broer. Hij overleed ongehuwd als Drost van Vollenhove op 3 maart 1728. Hij vermaakte bij testament van 20 februari 1728 aan de toen zesjarige Arend Sloet (1722-1786), zoon van de landrentmeester Coenraad Willem Sloet tot Lindenhorst (1687-1724) en juffer Arnolda Hermanna Sloet, 9-jarige dochter van J.A.G. Sloet tot Warmelo, aan beiden tezamen, zijn havezate Hagensdorp, huis, hof en zijn gerechtigheid. Dit onder voorwaarde dat indien zij te zijner tijd trouwen en een van beiden vooraf sterft, dit legaat aan de langstlevende zal komen. En zo, wanneer deze komt te trouwen, aan een echt geboren Sloet. Onder de legaten komt ook de diaconie te Vollenhove voor, en zijn knechten en meiden. Tot universele erfgenamen benoemde hij G.F. Sloet tot Marxveld (1666-1757) en de kinderen van wijlen Coenraad W. Sloet tot Lindenhorst. Bij de Etstoel van Drenthe werd op 7 november 1728 een geschil over dit testament behandeld betreffende tienden te De Wijk. NB: Arnolda trouwde in 1740 met een Van Dedem.

Hagensdorp-1649.jpgHet huis bleef zo in het geslacht Sloet, ook al was nu de oudste tak - die van Tweenijenhuizen - uitgestorven. Arend Sloet verkreeg in 1755 van zijn oom ook Oldruitenborgh waar hij pas veel later ging wonen met zijn tweede vrouw en er een heel landgoed omheen wist te verwerven. Met zijn eerste vrouw woonde hij beurtelings in Hagensdorp en in Zwolle. Arends grote erfenis werd verdeeld onder zijn zonen die elk een havezate kregen. Boldewijn Reint Wolter Sloet (1773-1863) werd 'heer van Hagensdorp' maar zal vooral op Vosbergen in Heerde hebben gewoond met zijn vrouw (vanaf 1800) Catharina Elisabeth Louise van Dedem. Hij was burgemeester van Zutphen, er is daar een straat naar hem vernoemd.

Het vruchtgebruik van Hagensdorp en ook het Oldhuis lag in 1864 bij baronesse C.E.B. Sloet 'van Marxveld' - Witsen Elias, de echtgenote van Gerard Sloet van Oldruitenborgh (1831-1911). Haar moeder was baronesse Albertina Johanna Sloet van Hagensdorp, haar grootvader was de hierboven genoemde Boldewijn Sloet. Boldewijns zoon Antonie Frederik baron Sloet van Zwanenburg (1809-1883) was geboren in Kampen, en werd in 1866 eigenaar (dus de oom van de vrouw van Gerard). Hij was belastingontvanger in Apeldoorn en Twello, en lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Na zijn overlijden werd Hagensdorp eigendom van diens zoon, de advocaat Boudewijn Reindert Wolter Arend baron Sloet van Hagensdorp (1845-1914), suikerfabrikant te Samarang (Nederlands Indië, nu Indonesië). Hij liet het oude huis slopen en er de huidige villa voor in de plaats bouwen, in 1901.

Omstreeks 1845 werd Hagensdorp verhuurd als Ned. Hervormde pastorie. In maart 1855 was Hagensdorp nog bewoond door de hervormde predikant ds. A.A.A. Molhuysen. Kort daarna was het huis bewoond door de ontvanger der registratie A. Verweij en begin 1858 door diens opvolger F. L. Janson. De kerkelijke gemeente onderverhuurde Hagensdorp aan de laatste twee. Er werd echter een nieuwe pastorie gebouwd recht tegenover Hagensdorp aan de Bentstraat. Sloet van Hagensdorp besloot het oude pand af te breken en er een nieuw pand voor in de plaats te zetten. Dat was gereed in 1901.

In Hagensdorp-1832.jpg1914 werd het nieuwe Hagensdorp aangekocht door Anton Henri  Sloet ‘van Marxveld’ (1869-1957). Zijn moeder had - als nicht van de eigenaar - het vruchtgebruik gehad. Mogelijk speelde een vete tegen de toenmalige huurder, gemeente-arts Joost Halbertsma (1864-1922), hierbij (ook) een rol. De baron was niet alleen grootgrondbezitter en eigenaar van diverse panden in Vollenhove, maar ook wethouder en voorzitter van het Groene Kruis - waar een conflict speelde met de dokter. Halbertsma moest plotsklaps plaats maken voor een nieuwe huurder. Dat werd gedurende enkele maanden de jonge Jakob Kolle, secretaris van het waterschap, en vanaf november 1915 Sloets opvolger als dijkgraaf, Stroink (1876-1956). Van 1924-1926 woonde hier burgemeester Beelaerts van Blokland, en van 1926-1928 burgemeester W.C. ten Kate. J.F. Nering Bögel (ontvanger van het Waterschap), die in een ander huis van de baron woonde, kwam eind 1928 en woonde er tot zijn overlijden in 1945, zijn vrouw en kinderen nog tot 1952. Op de dag van de De bevrijding van Vollenhove – 15 april 1945 was dit het hoofdkwartier van de groep Vollenhove van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) . In 1947 was het huis al verkocht aan de jongste dochter van de baron, freule Annie Boudewine Geertruida Sloet 'van Marxveld' (1915-1989). In de periode kort na de oorlog woonden er meerdere gezinnen in het huis (o.a. de familie Schuurman). Freule Annie woonde er tot haar overlijden.

Hierboven een detail uit de kaart van Blaeu uit 1649 (het zuiden is bovenaan!) met de locatie van de huizen die Hagensdorp zouden vormen. Rechts een zelfde detail van de moderne, online versie van de eerste kadasterkaart, uit 1832 - ook weer met het zuiden bovenaan.