Gérard is geboren op 21 maart 1831 in havezate Marxveld als zoon van Johan Willem baron Sloet van Oldruitenborgh (1792-1815) en Jeanette Juliana Sloet van Westerholt (1797-1884). Grootvader was Anthonie Sloet, overgrootvader was luitenant-stadhouder Arend Sloet van Tweenijenhuizen (1722-1786)

Hij is overleden op 25 februari 1911 in havezate de Oldenhof, hij was toen 79 jaar oud. Op 14 juni 1860 is hij te Warnsveld getrouwd met Catharina Elisabeth Boldwina Witsen Elias (1832-1915). Ze kregen 9 kinderen, waarvan de eerste 4 jong stierven. Jeanette Juliana (1866-1946) bleef ongetrouwd, Clara Constance (1868-1940) trouwde in 1893 op grootse wijze in Vollenhove met B.F.W. baron van Westerholt, heer van Hackfort bij Vorden. Zoon Anton Henri (1869-1957) trad als dijkgraaf in de voetsporen van zijn vader. De twee jongste dochters traden als hofdame in dienst van koningin Wilhelmina en woonden daarvoor regelmatig een maand aan het hof, meestal het Loo in Apeldoorn. 

In 1857, Gérard was toen 26 en kandidaatnotaris,  kocht hij via een stroman op een veiling zijn geboortehuis Marxveld, met naastgelegen woonhuisje en tuin.  Vervolgens kocht hij twee jaar later het naastgelegen huis 'Eckelenboom' met achtergelegen tuin. Hij huwde in 1860 met een achternicht uit Warnsveld. Zij gaven opdracht voor een grote verbouwing van Marxveld omstreeks 1860. Het links van Marxveld gelegen huis Telvoren werd afgebroken om plaats te maken voor een koetshuis met paardenstal. 

Gérard, die zich graag (maar tenonrechte) 'van Marxveld' liet noemen, werd voogd over zijn jonge neef Anthony Sloet van Oldruitenborgh (1851-1935).

Gérard Sloet heeft zich gedurende zijn leven bijzonder ingezet voor de ontwikkeling van Vollenhove. Hij was later dijkgraaf van het Waterschap Vollenhove – zoals zijn vader en later zijn zoon Anton Henri  Sloet ‘van Marxveld’ (1869-1957) - en zette zich in voor een tramlijn vanaf Zwolle. Tegenover Marxveld stichtte hij in 1869 een stroopfabriek, die hij Tilvoorde noemde naar het oorspronkelijke huis Telvoren. Ook was hij één van de oprichters van de Zuivelfabriek 'de Eendracht' (1897-1999). Naar hem werd in 1952 de Chr. Landbouwhuishoudschool aan de Groenestraat te Vollenhove genoemd: "Baron Sloet van Marxveldschool". Deze werd op 29 oktober 1952 officieel geopend. De school verdween in de jaren 1980 door de schaalvergroting in het onderwijs.

In 1894 kocht Gerard de havezate Den Oldenhof (uit 1635) van de erven van zijn oom. Hij ging er in 1902 wonen, en overleed er in 1911 -  zijn vrouw in 1915.

De verhouding met de familie op Oldruitenborgh was aanvankelijk goed, zo beschrijft Frans Stroink (zoon van Maria Mechteld Florentina Stroink - baronesse Sloet van Oldruitenborgh (1884-1939) en Stroink, Albertus François (1876-1956) zijn herinneringen in 1998 in het blad Kondschap. Toen diens grootvader Anthony Sloet van Oldruitenborgh (1851-1935) om de inkomsten uit zijn boerderij naast de havezate Oldruitenborgh te vergroten bessenstruiken in de erachter gelegen boomgaard liet planten, kennelijk veel, kon neef Gérard het niet nalaten om te vragen: ‘Nu noem je je zeker Sloet van Besseburg?'.

Samen gingen ze vaak op jacht in Drenthe, waar grote jachtterreinen waren, maar waar slechts drie dagen in de week gejaagd worden, omdat de wildstand door stropers laag was. Ook in Ambt Vollenhove werd gejaagd. Beide neven hadden jachtopzieners in dienst, op Oldruitenborgh was dat Jan Winters, bijge­naamd Poelier (zijn nazaten dragen nog steeds deze bijnaam), Gérards jachtopziener werd 'Luson' genoemd. De twee jachtopzieners waren grote rivalen en schoten de spaarzame konijnen voor elkaars voeten weg, wat tus­sen hun beider superieuren tot enige wrevel leidde.

Tot 1903 woonde ook de jongste dochter les (voluit Isabella Geertruid, 1874-1973) nog thuis. Henri, zoon van Anthony, seinde soms vanuit zijn slaapkamer aan de voorkant van Oldruitenborgh naar haar door met een lantaarn te zwaaien, aldus het verhaal van diens zus Mies (Maria Mechteld Florentina Stroink - baronesse Sloet van Oldruitenborgh). Dat moet dan alleen gedurende de wintermaanden zijn geweest, als er geen blad aan de bomen was. Hoe de verhouding tussen die twee precies was, is niet helemaal duidelijk, maar Henri kwam op een avond thuis met iets in zijn snor. 'Wat heb je nou, Hein?', vroeg zijn vader Anthony. Het bleek een stukje van de voile van les te zijn.... Zij was zes jaar ouder dan Henri. Beiden bleven ongetrouwd, les werd in 1906 hofdame van koningin Wilhelmina, als opvolgster van haar oudere zuster Biene (voluit Catharina Elisabeth Boudewina) die in 1904 trouwde. les kon goed schaatsen rijden, met grote zwieren. Dat deed ze ook op de ijsbaan op de zee bij Vollenhove. Visserman De Boer (1861-1944), bijgenaamd de Poeleboer, kon ook mooi schaatsen en zwieren. Beiden waren eerst afzonderlijk aan de zwier, maar toen vatte de Poeleboer de moed op om de freule te vragen met de woorden: 'Leg eens op, old vaartuug!'

Freule Mies, baronesse Sloet van Oldruitenborgh, later Stroink, ging geregeld op visite op Den Oldenhof, waarbij zij Gérard en zijn vrouw, Catherina Elisabeth Boudewina Witsen Elias, aansprak met 'neef' en 'nicht'. Bij het huwelijk (1904) van hun derde dochter Biene met jhr. Roëll waren neef Anthony Sloet van Oldruitenborgh en zijn vrouw ook aanwezig, getuige de foto van de bruiloftsgasten, met de dames met schitte­rende grote hoeden, op het voorplein van Den Oldenhof.