Anton Henri Sloet was de zoon van  Gerard Sloet van Oldruitenborgh (1831-1911), zich noemende baron van Marxveld maar eigenlijk Sloet van Oldruitenborgh heette.
Hij  trouwde op 19-5-1903 in Soesterberg met Frederika, baronesse d’Ablaing van Giessenburg (1881-1972). Zijn ouders maakten plaats voor hem in havezate Marxveld, door zelf naar de Oldenhof te verhuizen met hun dochters.

In 1903 volgde hij zijn vader op als dijkgraaf van het Waterschap Vollenhove, wat hij zou blijven tot 1913. Dat doet hij tevens als gemeenteraadslid (tot 1917), en vanaf 1908 is hij ook wethouder zoals zijn vader was van 1866-1869.

In  vrijwel ieder verslag uit die tijd van een raadsvergadering staat dat Sloet van Marxveld één of meerdere vragen in de rondvraag heeft gesteld. De verlichting in de Kerksteeg is onder de maat, of daar iets aan gedaan kan worden. Bij het aandelenkapitaal van de spoorwegmaatschappij Zwolle - Blokzijl geeft hij het advies om aandelen aan toonder te kopen, dat geeft de gemeente een betere uitgangspositie als het op stemming aan zou komen in de aandeelhoudersvergadering of de gewone bestuurlijke bijeenkomsten rondom deze tram die in 1914 gaat rijden – een initiatief van zijn vader. Hij is eigenaar van diverse belangrijke panden in Vollenhove, zoals Hagensdorp, het Jacobsonshuis en Lindenhorst.

In december 1905 vraagt hij audiëntie aan bij de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Hij wil rechtstreeks van de Minister horen wat de mogelijkheden zijn van een Rijkspost en -Telegraafkantoor in de gemeente Stad Vollenhove. Een zaak die bij het ministerie nogal gevoelig ligt omdat er al een particuliere onderneming voor het ontvangen, verzenden en bestellen van telegrammen in de stad zit. Sloet van Marxveld ziet het belang van een persoonlijk gesprek in en reist naar Den Haag maar vangt er bot. 

Sloet van Marxveld botst in 1913 met de gemeentegeneesheer Halbertsma in zijn functie als voorzitter van het Groene Kruis (zie ook In ’t stage bewustzijn van z’n grafelijkheid (1918)). Uiteindelijk, na een lange strijd in de gemeenteraad over deze kwestie, die hij uiteindelijk verliest, neemt hij ontslag als wethouder en verhuist kort daarop naar huis Beukbergen bij Zeist. Maar zijn huis in Vollenhove houdt hij aan en blijft zelfs raadslid! Enkele jaren later bedankt hij ook als raadslid. Zijn ontslagbrief schrijft hij zelfs aan de Kroon, met als motivatie dat hij geen vertrouwen heeft in een goede behandeling van zijn verzoek om ontslag door de Minister van Binnenlandse Zaken, hij passeert daarmee direct al het College van Gedeputeerde Staten waar hij zijn ongenoegen over het functioneren van de burgemeester C.L.B. baron Suchtelen van de Haare als raadslid kenbaar had kunnen maken.

De verhouding tussen de familie Sloet van Oldruitenborgh die op havezate Oldruitenborgh woonde, en deze Henri, die de verwante Stroinks bijvoorbeeld altijd neef noemden, was in het begin  goed. Henri en zijn vrouw waren (ondanks het conflict uit 1913!) op de bruiloft van Mies (dochter van Anton Sloet van Oldruitenborgh) en Frans Stroink, in in april 1917. Er is een briefkaart van hem aan Frans bewaard gebleven van 3 november van dat jaar (officieel woonde hij toen al in Zeist!), geschreven in Vledder waar men placht te jagen:

'Hooggeachte Heer,

Het is mijn voornemen Dinsdag, Woensdag en Donderdag aanstaande hier in Vledder een drijfjachtje te houden en zal het mij aangenaam zijn op uwe hulp te mogen rekenen. Ouder gewoonte zorg ik gaarne voor avondeten, en met het oog op de moeilijke tijden ook voor morgen en middag ontbijt, mits bericht en meebrengen van de broodkaart.

Hoogachtend, uw Sloet'.

Wel een bewijs dat het toen goed lag tussen die twee, aldus Frans Stroink jr in zijn memoires in Kondschap.

"Er is een fotootje van de drie oudste kinderen Sloet van Marxveld; Elisabeth, Jan Willem en Clara van omstreeks 1911, genomen achter Oldruitenborgh. Zij woonden toen nog op Marxveld, maar verhuisden later naar het huis Beukbergen in Huis ter Heide bij Zeist. In 1913 was neef Henri vertrokken als dijkgraaf van het Waterschap Vollenhove en was mijn vader hem in die hoedanigheid opgevolgd. Dat gaf geen bezwaren. 's Zomers kwam het gezin van Beukbergen met vakantie in Vollenhove, waar het huis werd aangehouden. Daarnaast verbleef neef regelmatig enkele dagen op Marxveld voor het beheer van zijn goederen en ook om vandaar uit te gaan jagen in Vledder."

In 1913 ging het mis, als onderdeel van de hetze tegen dokter Halbertsma. Burgemeester Anthony Sloet van Oldruitenborgh (1851-1935) was het vijandige gedrag van zijn wethouder en familielid zo beu, dat hij ontslag vroeg en kreeg. Later, in 1917, kreeg hij in de gemeenteraad te maken met zijn opvolger als dijkgraaf Stroink, getrouwd met een dochter van zijn rivaal Antony Sloet. Ook hiermee kreeg hij een conflict, in 1923.

De verslagen van de gemeenteraad van 19 november 1923 e.v. geven enige opheldering. Verder herinnert Frans Stroink jr. zich de ver­halen van zijn vader. In dat jaar werd in de gemeenteraad een wijziging van het elektriciteitstarief besproken, nodig omdat het bestaande tarief te laag was gebleken. Stroink, die wethouder was, nam deel aan de discussie. Ir. Citroen van de IJsselcentrale was uitgenodigd om de raad inlichtingen te verschaffen. Nu ging het er om dat er een verschillend tarief bestond, naar gelang van de grootte van de huizen. Uit het verslag van de gemeenteraadsvergadering van 19 november: 'De heer Stroink zegt dat dit niet de bedoeling van B. en W. is. Zij willen bij het vaststellen van de garantie rekening houden met het betrokken perceel. Is het een perceel waarin 5 á 7 lampen gebruikt kunnen worden, dan wordt hiernaar de garantie bepaald. De heer Spit wijst op een onbillijkheid. De heer Stroink meent dat deze onbillijkheid in werke­lijkheid niet zo groot zal zijn omdat iemand die f 40,- betaalt en een flinke woning bewoont, zeer zeker nog een hoeveelheid stroom zal moeten bijkopen'.

De argeloze lezer zal er wel niet veel van begrijpen, maar voor Henri Sloet was het wel duidelijk dat hij met deze wijziging van de tariefstelling meer moest gaan betalen, en dat nog wel voor een huis dat hij niet permanent bewoonde (zijn officiële residentie was Beukbergen bij Zeist). Hij nam twee maat­regelen. Uit de stukken blijkt dat hij op 30 juni 1924 aan de raad meedeelde dat hij de lening van f 3.000,- uit 1914 opzegde.

Deze lening had hij verstrekt toen de exploitatie van de spoorweg ZwoIle-Blokzijl in moeilijkheden verkeerde. In de krant was een oproep van de gemeente verschenen om financiële hulp en neef Henri was de enige in Vollenhove geweest die bereid was om ter zake een lening aan te gaan; waarschijnlijk omdat zijn vader mede-oprichter van deze spoorlijn was geweest. Hij was gerechtigd om de lening met een termijn van een half jaar op te zeggen en dat deed hij nu. De gemeente stond toen voor de vraag waar elders geld te lenen. Een half jaar later sluit de gemeente toch weer een lening, maar er wordt niet meegedeeld bij wie.

De tweede maatregel was dat Anton Henri de huur van het huis Hagensdorp waar de Stroinks woon­den verdubbelde. Het huis was zijn eigendom! De bewoners van Oldruitenborgh, die de partij van hun schoonzoon kozen, en die van Marxveld bleven tot hun dood gebrouilleerd!

Pas in de jaren zestig heeft Hansje van Dedem, die getrouwd was met Anton Henri's zoon, baron Jan Willem Sloet van Oldruitenborgh, tegen Frans Stroink jr. gezegd dat ze maar gewoon moesten doen, omdat niemand meer wist wat er in het verleden gebeurd was. Dit paar ging uiteindelijk na restauratie in de jaren 1980 op de Oldenhof wonen - overigens ook na een ruzie, over de erfenis, met zijn zusters.

De familie Stroink heeft die verhoogde huishuur niet lang hoeven te betalen. Burgemeester jhr. Van Suchtelen van de Haare vertrok namelijk kort nadien. Het waterschapsbestuur  was  bereid  om  zijn  huis,  dat  vlak  naast  het Waterschapsgebouw stond, te kopen en het als ambtswoning voor de dijkgraaf te bestemmen.

Kinderen van Anton-Henri Sloet van Marxveld:
- Elisabeth Marie (1905-?), huwt in 1930 met mr ELJ Besier,
- Jan Willem Gerard (1906 - 1994), landbouwkundig ingenieur en gaat in de jaren 1980 op de Oldenhof wonen, huwt 2-10-1937 Johanna  Leonora baronesse van Dedem; 4 kinderen waaronder Clara Johanna Margaretha (1938) en Charlotte Gerardine (1948), lange tijd de beheerders van de Oldenhof, en Frederik Hendrik.
- Clara Johanna (1908 – 1996) baronesse van Marxveld, huwt 24-8-1938 Johannes Westra van Holthe (1898 – 1978), ambtenaar rijksarchief Assen en schrijver van het boek ‘Vollenhove en haar havezaten’ in 1954 ter gelegenheid van de viering van 600 jaar stadsrechten. Uit dit huwelijk (o.a.?) Elisabeth Westra van Holthe.
- Eleonora Digna Friederike (1912 – 1941),
- Annie Boudewina Geertruida (1915 - 1989), baronesse Sloet van Marxveld; in Vollenhove tot haar dood bekend als ‘freule Annie’ wonende in villa Hagensdorp,
- Digna Catharina (1917 - ?).
NB: deze kinderen groeiden vooral op in Beukbergen, de familie kwam hoogstens ’s zomers naar Vollenhove.