Havezate Marxveld vanuit de tuinDe tuinen zijn particulier bezit en niet meer toegankelijk voor het publiek!

Baron Anton Henri  Sloet ‘van Marxveld’ (1869-1957) overleed op Marxveld in 1957. Zijn vrouw, die in 1972 stierf, was de laatste bewoner van het huis. De havezate stond daarna jaren leeg en raakte in verval. De oude tuinman Peter Kip, die een stadsboerderijtje in de Bentstraat naast het landgoed Marxveld bewoonde, had zo goed en kwaad als het ging de tuin bijgehouden. Na zijn dood overwoekerden manshoge brandnetels en bramenstruiken de tuin en had klimop bezit van huis- en tuinmuren genomen. Een situatie die zelfs aanleiding was voor een documentaire op de televisie.

De Gemeente Briederwiede kocht in 1984 het complex Marxveld aan van de erven Sloet en liet door Oranjewoud BV in maart 1986 een inrichtingsplan maken voor de tuinen van Marxveld. Oorspronkelijk was het idee om een aantal woningen in de tuin te bouwen. Binnen het aan drie zijden door muren omgeven tuincomplex werden uiteindelijk een middeleeuwse, een renaissance-, een baroktuin en een tuin in landschapsstijl aangelegd. 
In augustus 1988, tijdens het Vollenhoofse volksfeest, werd de tuin officieel in gebruik genomen. Het was er overdag goed toeven op één van de Engelse banken die aan de randen van de tuin waren neergezet, en 's avonds aangenaam flaneren door de fraai verlichte tuin.

Door de verkoop van de havezate Marxveld met bijbehorende tuin in 2005 werd de openbare toegankelijkheid beperkt en uiteindelijk verboden. De nieuwe particuliere eigenaar, die tot 2015 het onderhoud had uitbesteed aan de gemeente, werd geconfronteerd met veel vandalisme en uiteindelijk een ziekte die de buxusstruikjes zodanig aantastte dat alles verwijderd moest worden. Voorlopig betekent dit het einde van de eens zo prachtige tuinen.

Ontwerp en uitvoering als historische tuin

detail kaart J.Blaeu uit 1649, overeenkomend met de huidige tuinen van MarxveldHistorisch gezien is van de tuinen in Vollenhove vrijwel niets bekend. Enig inzicht kan worden verkregen uit oude afbeeldingen zoals bijvoorbeeld de Atlas van Bleau uit de 17e eeuw. Hieruit kan een beeld worden verkregen van de tuinen in die tijd.
Een renaissance indeling waarbij de oppervlakte door paden in gelijkmatige vakken worden verdeeld. De invulling van de vakken heeft eveneens een renaissance karakter met kweekbedden, hoewel in een aantal vakken ook barokke indelingen te herkennen zijn.
De afbeeldingen zeggen niet alleen iets over de stijl, maar ook over de schaal van de tuinen in Vollenhove. Er is geen sprake van kasteeltuinen of buitenplaatsen. Het gaat in Vollenhove vooral om kleinschalige stadstuinen binnen een ommuring of omgeven door hagen. Voor alles geldt dat het hier gaat om een momentopname. Meer dan gebouwen zijn tuinen tijdsgebonden en onderhevig aan veroudering en veranderingen. Van de historische ontwikkeling is dan ook vrijwel niets meer te herkennen.

In de vorige eeuw waren de tuinen binnen de ommuring van Marxveld voornamelijk ingericht als moestuin. Nog in de jaren 1960 was er een tuinman actief die deze moestuin bewerkte (de eerder genoemde Peter Kip). De groenten en het fruit werden aan de burgers verkocht.

plattegrond van de huidige tuinen van Marxveld, aangelegd in 1988Het hoofdthema voor het tuinencomplex Marxveld was een kunst- en cultuurtuin waarin een beeld wordt gegeven van de historische ontwikkeling van de tuinen in Vollenhove. Rekening houdend met de historie van Vollenhove, die begint omstreeks de 11e eeuw, kunnen
in de tuinkunst een viertal stijlen worden onderscheiden:

  1. de Middeleeuwen tot 1500
  2. de Renaissance van 1500 tot 1600
  3. de Barok van 1600 tot 1760
  4. de Landschapsstijl van 1760 tot 1880.

In Marxveld zijn enkel de stijlkenmerken van de periodes te zien. Voor de tuintypen zelf is de schaal te klein. Kijkend naar de plattegrond vallen er 3 assen op. De voornaamste loopt naar de voordeur van de Onze Lieve Vrouwe kerk, een tweede verbindt de tuinen onderling en een derde wordt gevormd door de loofgang naar de opening bij de Groenestraat.
Hieronder worden de vier verschillende stijlen en hun uitwerking binnen de muren rond Marxveld beschreven.

Via een smeedijzeren hek aan de Bisschopstraat, de plaats van de oude hoofdtoegang van Marxveld, komt men op een plein geplaveid met bakstenen. Tussen leilinden en kuipplanten door komt men de tuin binnen.

Middeleeuwen (tot 1500).

de oude moerbeiboom, geplant rond 1750Direct achter Marxveld, tegen het huis aan, is een middeleeuwse tuin aangelegd. Deze bestaat uit opgehoogde bloembedden met geurige en bloeiende planten als salie, basilicum, lelies, rozen en irissen. Hier kwam tijdens grondwerkzaamheden een diepe waterput van gele baksteen en gefundeerd op forse veldkeien tevoorschijn. De put werd in de tuin opgenomen, evenals de bestaande tulpen- en oude moerbeiboom. Kijk in de put eens naar beneden en zie dat op de grens van net voldoende licht en net voldoende vocht de typische varens spontaan zijn gegroeid.
De Middeleeuwse tuin was besloten. Nutsplanten uit de natuur werden binnen de omtuining gegroepeerd. Groenten en medicinale kruiden waren de voornaamste planten in de tuin. Later kwamen daar mondjesmaat planten met mooie bloemen bij. De planten werden geordend in regelmatige en opgehoogde bedden. De middeleeuwse sfeer is nog enigszins te proeven onder de oude moerbeiboom. De ruimtes zijn hier klein en besloten door de omringende bebouwing.

Renaissance (1500 - 1600)

Renaissance betekent letterlijk "wedergeboorte". Kunst en wetenschap gaan in de 15e en 16e eeuw met sprongen vooruit. Men denkt na over: het mens zijn, het leven op aarde, rol van God en die van de natuur. Ook zijn er in deze eeuwen de grote ontdekkingsreizen. De mens hecht veel aan het aardse leven: comfortabel leven, goed gekleed gaan en fraaie interieurs.
Zelfbewustzijn wordt sterker en het saamhorigheidsgevoel van de kerk komt in gevaar.
Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • alle paden zijn gelijkwaardig aan elkaar, er is geen hoofdas
  • vierzijdige symmetrie met vierkante perken
  • er is geen direct verband met het gebouw
  • het plaatsen van beelden in het centrum van de perken
  • zowel hoog als laag strak geschoren hagen.

een strakke vakkenverdeling, de fontein centraalDe tuin van het Prinsenhof in Groningen, Landgoed Honselaarsdijk en bij Huis ten Bosch zijn voorbeelden van tuinen uit deze periode.

Binnen de tuinmuren van Marxveld werd rechts, grenzend aan de Bentstraat en de Groenestraat, zo'n renaissancetuin ingericht. Hier is het tuinoppervlak verdeeld in gelijkmatige vierkante vlakken die beplant zijn met onder meer smeerwortel, bitterzoet, korenbloem, boerenwormkruid en valeriaan. Bij deze tuin hoort ook de dwarsgerichte loofgang van leilinden en hagen die de tuin met de Groenestraat verbindt. 
In de Renaissancetuin werd de natuur opgenomen in de tuin en geleidelijk binnen het tuinplan vastgesteld in regelmatige vormen en patronen. Rechte lijnen, vierkante bloembedden (parterres) zijn de kenmerken die in Marxveld zijn aangelegd. Typisch voor de parterres uit de renaissance is de alzijdige symmetrie (over het midden en de diagonalen). De planten hadden hetzelfde karakter als in de middeleeuwen, al verschoof dit iets meer naar kruiden en bloemen. Heel globaal zijn de parterres in Marxveld te typeren als gebruikskruiden, medicinale kruiden, bloemen en rozen. De rozentuin dateert uit 1998. Daarvoor stond er een wildbloemenmengsel waarvan de vele klaprozen een schilderachtige aanblik boden (letterlijk). De geplante rozen vertegenwoordigen van buiten naar binnen een steeds vroegere periode: het buitenste vierkant ca. 1700 - 1900, het middelste vierkant ca. 1300 - 1700 en het binnenste vierkant de oersoorten, die daarvoor al in cultuur waren. Het patroon verwijst naar een doolhof, een aardigheid die in de renaissance opgang deed.

Barok (1600 - 1760)

vloeiende lijnen, toch symmetrieHet woord barok is afkomstig van het Portugese woord "barocco" wat onregelmatig gevormde parel betekent. Barok is verspreid over geheel Europa. De barok wordt ook de stijl van de absolute heersers genoemd. Barok is plechtig en triomfantelijk. De katholieke kerk kreeg in deze periode de reformatie en de beeldenstorm over zich heen. Na het midden van de 16e eeuw begint geleidelijk de bloei weer. In de 17e maar ook in de 18e eeuw laten kerk en vorsten hun absolute macht gelden. Zij geven de belangrijkste opdrachten. Door pracht en praal willen ze indruk maken. In deze periode beïnvloeden de Fransen het culturele leven(onder het regime van Lodewijk XIV is door Andre le Nôtre de tuin van Versailles aangelegd). De adel en burgerij laten in deze periode woningen en buitens bouwen naar voorbeeld van de Fransen. Typerend voor de tuincultuur in deze periode zijn:

  • een inrichting van hoofdassen en kruisende hulpassen
  • het hoofdgebouw staat altijd centraa;
  • tweezijdige symmetrie
  • de verhouding van de vakken is over het algemeen 3:5 en worden ingericht met versierde elementen bij de kruispunten
  • lage strak geschoren hagen
  • het gebruik van fijn grind.

Richting Kerksteeg lopend komt men in de baroktuin van Marxveld. Deze wordt in stijl gekenmerkt door de rechthoekige tuinvlakken of parterres met broderies van geschoren buxusfiguren en -hagen en de gekleurde steenslag. In het midden, tussen de vier parterres in, staat een klaterende fontein. Anders dan in de middeleeuwse en renaissancetuin heerst hier het sieraspect door de aanplant van onder meer geraniums, hibiscus en acanthus. 
In de Barok werden langzamerhand de vormentaal en de uitstraling naar buiten belangrijker dan de planten. Hoogtepunt in deze Barokperiode is Versailles in Frankrijk. Dichter bij huis is Paleis Het Loo een representant van deze periode. In Marxveld zijn de sierlijke parterres aangelegd met de kenmerkende lijnsymmetrie. Om de parterres werden twee heggen met tussenruimtes aangeplant. In de tussenruimte kwamen de bloemplanten, planten aan stokken en planten die zich lieten knippen als een piramide, bollen of andere kunstzinnige vormen. Het binnenterrein werd opgevuld met één of enkele kleuren, soms in halfverharding of soms lage beplanting. De fontein is een voorbeeld van de vele ornamenten die op de kruispunten van de assen werden gezet. Een ander stijlmiddel uit de barokperiode is de loofgang (berceau). De rozenboog op de overgang naar het landschappelijke gedeelte herinnert hier aan.

Engelse landschapstuin (1780 - 1860)

De Engelse landschapstijl werd erg populair rond 1820 (en dat duurde voort tot plm. 1860). Op die manier zijn o.a. het Amsterdamse Bos en het Vondelpark, de tuin achter Paleis Huis ten Bosch, stadsparken in Nijmegen, Delft, Middelburg en Zwolle etc. aangelegd. Het is één van de uitingen uit de Romantiek.

Onder de berceau door komt men in de landschapstuin achter de Kleine Kerk, die de tuin aan de noordzijde afsluit. Hier staan de natuurlijke vormen centraal. De vlakken zijn er onregelmatig van vorm en worden begrensd door rhododendronstruiken en verspreide boomgroepen. Hiervoor konden de aanwezige fruitbomen en uitgegroeide buxushagen worden gehandhaafd. Ook staat hier de Beatrixboom, die werd geplant ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de vorstin.

Nadat de vormen steeds uitbundiger werden (Rococo, de meest uitbundigste uiting in de Barok, plm. 1760) kwam in Engeland in de Romantiek een reactie hier op en werden tuinen aangelegd die gebaseerd waren op de natuur en het landschap. Boomgroepen en bossen, afgewisseld met weids open ruimten en waterpartijen, doorsneden met slingerende wandelpaden die wisselende en plotselinge uitzichten geven kenmerken deze stijl. Het laatste gedeelte van Marxveld geeft hiervan een idee. Een glooiend gazon wordt omgeven door heestergroepen en bomen. 
De Engelse landschapstijl is nog goed terug te vinden op het landgoed Oldruitenborgh waar de kasteelruïne van de Toutenburg als een echte follie in het park is opgenomen.

Zie ook bij Engelse Bos, de straat vernoemd naar de Engelse tuin rond havezate Tweenijenhuizen. Ook rond de Oldenhof is een dergelijk park aangelegd.