Interview met baron ir. JWG en mevr Sloet, uit een artikel uit 'Eigen huis en interieur', maart 1985.
Er is moed voor nodig om op gevorderde leeftijd aan een groot oud huis met grond en boerderijen te beginnen. Op de vraag waarom, geeft de heer Sloet een genuanceerd antwoord: We wilden Den Oldenhof behouden ter nagedachtenis aan de familie die zoveel voor deze streek heeft gedaan." De Sloets hebben zes a zeven eeuwen in dit deel van Nederland gewoond en verschillenden onder hen hadden belangrijke bestuurlijke functies. Aankoop en restauratie van de havezate waren mogelijk door de verkoop van het huis Marxveld (eveneens een havezate) dat de familie Sloet - een oud geslacht te Vollenhove bezat. De woning op Den Oldenhof bleek na taxatie vrijwel niets waard. Tijd en vocht hadden hun slopend werk gedaan. Zelfs in de 60 cm dikke keldermuren zaten diepe scheuren. De heer Sloet had het geluk als ingenieur niet geheel onbekend op bouwgebied te zijn en ook historische panden waren hem niet vreemd. Hij wist dat het mogelijk was subsidie aan te vragen voor de restauratie van het monument. Alle mogelijkheden en consequenties zijn van tevoren besproken en overwogen.
Uiteindelijk werd voor een stichtingsvorm gekozen. De opgerichte Stichting Den Oldenhof heeft het behoud van de havezate tot doel, wat de garantie geeft dat huis en grond ook na een overlijden intact blijven. Als eigenaar heeft de familie Sloet dus een stap teruggedaan. Het voordeel ligt niet alleen op het fiscale vlak, maar de stichting had ook recht op een hogere restauratiesubsidie dan een particulier.
Restauratie
De heer Sloet, directeur van genoemde stichting Den Oldenhof, is uiteraard ten nauwste betrokken geweest bij de restauratie, uitgevoerd met de hulp van een architect en Monumentenzorg. Vijf jaar is er gewerkt, alles vanaf de fundering vernieuwd. Aan de zijkanten van het huis kwamen nieuwe vensters op dezelfde plaats, waar reeds eerder ramen gezeten hadden. De heer Sloet: "Vanaf het begin hebben mijn vrouw en ik gezegd dat we een eenvoudige restauratie wilden. Het is per slot een eenvoudig huis. Zoiets moet je bij wijze van spreken niet met goud beleggen." Toch waren de kosten aanzienlijk. Behalve aan de buitenkant moesten ook binnen de nodige werkzaamheden worden uitgevoerd, veranderingen die te maken hebben met de nieuwe bestemming die de ruimten moesten krijgen. De heer Sloet: "Wij waren over de 65 jaar en er was geen sprake van dat wij dit grote huis alleen konden gaan bewonen." Op de bovenverdieping kwamen zodoende twee ruime appartementen voor echtparen en de zolder kreeg een kleinere flat voor een alleenstaande. Het wonen in een afgelegen huis, middenin de fraaie natuur heeft weliswaar voordelen maar ook het nadeel dat leveranciers en eventuele hulpverleners ver weg wonen. De heer Sloet: ,,We zitten als bewoners in de 60, 70 en 75 jaar klasse, wat betekent dat het nuttig kan zijn elkaar een beetje in de gaten te houden." Tijdens de restauratie is overwogen een tweede ingang te maken voor de huurders van de appartementen. Uiteindelijk werd er van afgezien, omdat in een dergelijk geval de ruime hal gesplitst had moeten worden. Het karakter van het huis zou hierdoor geweld zijn aangedaan. Ook van een lift werd afgezien. De trap is breed en makkelijk begaanbaar. Mocht het nodig zijn, dan kan er altijd nog een trapliftje worden gemaakt.
Veel werk
De heer en mevrouw Sloet zijn geen mensen die lang praten over de ongemakken die ze hebben doorgemaakt in de jaren van de restauratie. Overdag diende een caravan als verblijf, 's nachts werd in huis geslapen. "In zo'n groot huis is altijd wel een plekje te vinden." De heer Sloet is dagelijks bij de werkzaamheden betrokken geweest. Zelfs nu alles officieel klaar is, heeft hij nog duizend-en-één dingen te doen. Samen met anderen die oude huizen restaureerden, deelt hij overigens de ergernissen over schilderwerk dat gebreken vertoont, ramen die vocht doorlaten, deuren die niet goed sluiten, tegels die niet allemaal dezelfde tint hebben en ruw gestuukte wanden waarvan de kalk begint te bladderen door het vocht. Pas later werd duidelijk dat de muren eerst geïmpregneerd hadden moeten worden met een vochtwerend middel. Waarom wordt zoiets niet meteen geadviseerd? Verder zijn er de financiële en organisatorische kanten van een havezate die geregeld moeten worden. Het onderhoud van het buitengebeuren, de boerderijen, het bos en de exploitatie van het kampeerterreintje. De gemeenschappelijke ruimten, beneden in het huis, worden incidenteel verhuurd aan groepen die iets te bespreken of te vieren hebben in een sfeervolle omgeving. "Maar we zijn geen horecabedrijf, ze moeten zelf alles meenemen". Bij elkaar is het veel werk. De heer Sloet: "De mensen zeggen wel eens: jullie wonen toch maar prachtig in zo n groot huis, ze vergeten dat er veel voor gedaan moet worden." Mevrouw Sloet vertelt (wanneer haar man er niet bij is) bewondering te hebben voor alles wat hij heeft gedaan en nog doet. Over haar eigen druk leven praat ze niet, terwijl toch alles onderhouden moet worden. In een groot huis ben je nooit helemaal klaar. Ze heeft zich echter voorgenomen zich niet te laten ontmoedigen. "Je moet jezelf de gelegenheid geven om van alles te kunnen blijven genieten".
Twee gezichten
De vroegere burcht heeft eigenlijk twee gezichten. Aan de achterzijde, waar de muren in het ware staan, ziet hij eruit als een kasteeltje. Aan de voorkant zorgt een licht gepleisterde gevel voor een meer huiselijk aanzien. De ramen met kleine ruiten, oud glas en houten luiken aan de binnenkant zijn gebleven. Naast de voordeur kwam (onder de stoep) een nieuwe toegang tot de kelder. Het huis binnen is eigenlijk vrij bescheiden van omvang. Natuurlijk zijn de ruimten, vergeleken met doorsnee woningen, groot, maar niet zo dat men zich er verloren in voelt. De vernieuwingen zijn zodanig uitgevoerd dat het karakter van het huis met zijn lang verleden bewaard is gebleven. De indeling werd wel enigszins gewijzigd, maar niet ingrijpend. In de kelder bevinden zich nieuwe toiletten en een douche voor kampeerders, een
gemeenschappelijke ruimte waar alle bewoners een eigen wasmachine hebben staan en de werkplaats van de heer des huizes in een voormalige keuken. Het centrale punt is de grote vierkante hal met een brede, houten trap. Aan de gang op de bovenverdieping liggen de twee appartementen die de afmetingen hebben van normale flats. Op zolder werd nog een kleine wooneenheid gebouwd, terwijl de vroegere dienstbodekamers heringericht zijn als logeervertrekken. Onder het dak bevindt zich ook de gemeenschappelijke badkamer met een ligbad. De fraaie oude geiser, die met hout wordt gestookt, verwarmt niet alleen het water, maar ook de ruimte. In de appartementen heeft iedereen een eigen douche, maar geen badvertrek met extra toilet, omdat voorkomen moest worden dat er lelijke aan- en afvoerleidingen door de kamers getrokken werden. Alle woningen kregen wel centrale verwarming.
Unieke sfeer
Wat de unieke sfeer van zo'n groot historisch huis betreft spreken de foto's een duidelijke taal. De manier waarop de ruimten worden beleefd, hangt nauw samen met het uitzicht dat alle zitkamers te bieden hebben; over de gracht, het groen van bos en veld en op de boerderij. Familieportretten zorgen daarbij voor een waardig karakter van de hal en verschillende vertrekken. De appartementen boven zijn naar eigen smaak en behoefte van de bewoners ingedeeld. De heer en mevrouw Sloet zelf, die beneden wonen, namen meubelen, siervoorwerpen, schilderijen mee uit hun vorige woning. Een aantrekkelijke combinatie van antiek, oud en nieuw.
In 1995 is de havezate verbouwd tot (drie) appartementencomplex.