Ook in Vollenhove was er een Latijnse school, maar niet op de plek of in het gebouw dat in de 20e eeuw veelvuldig op ansichtkaarten wordt vermeld. Mogelijk is de verwarring ontstaan rond de restauratie van dat gebouw. De enige echte Latijnse school stond aan de Bisschopstraat voor de Mariakerk. Nu is dat het Harmen Visserplein. Het poortje dat toegang gaf tot de school, bleef daar staan tot in de jaren 1970, het werd toen verplaatst naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Hieronder een uitsnede van de kadasterkaart uit 1832 met onderaan de Mariakerk, en in oranje de voormalige Latijnse school. Rechts is de Kerksteeg, bovenaan is de Bisschopstraat.

Ook was er een Duitse school, en later een Franse school. De locaties daarvan zijn vooralsnog onbekend. De nieuwe Franse school kwam in het Lemkerhuis aan het Kerkplein.

In een verzoekschrift uit het begin van de 17e eeuw van Henrick L. Bannier aan de Gedeputeerden der Geestelijke goederen over zijn aanspraken op de inkomsten van een vicarie, komt Adriaan Jansen Krul voor, de zoon van zijn dochter, "als hier binnen Vollenhove ter Latijnsche scholen frequenteerende". Deze wordt advocaat, en zien we in 1689 de boete betalen voor een pastoor. Hij woont dan in wat veel later het Jacobsonhuis wordt genoemd.

De benoeming van de schoolmeesters behoorde aan het College van de Volle Stoel. Door dit College met de kerkmeesters werd 10 februari 1625 meester Willem Ariaans voor de tijd van zes jaren voor de Duitse schooldienst aangenomen Zijn traktement wordt geregeld. Tevens moet hij 's zondags voor de predikatie in de kerk enige kapittelen (uit de bijbel) voorlezen. De gewoonte, dat de schoolmeester van de kinderen een krakeling ontvangt, is afgeschaft en hij zal een bedrag in geld voor het gemis daarvan ontvangen.

locatie oude Latijnse schoolIn de vergadering van de Volle Stoel van 26 maart 1628 besloten de Heer Drost, gezamenlijke Jonkers en de Magistraat voor een jaar bij provisie aan te nemen tot schoolmeester Daniel Bredan "dergestall, dat hij die schole sall bedienen, alsoock in der kercken voersinghen ende voerlesen ende darvan voer jaerlicx tractement ende salaris sall hebben te genieten die somme van 200 glds. ende van jeder kint van schriven ende lesen lehren alle vierendelljaers 6 stuvers. Ende diewijell dieselve neffens sijn huisfrauw die meissies sall lesen, schriven ende hantwercken lehren, sall die frauw vant hantwercken te lehren alle vierendeelljaers van jeder kint genieten een daelder ende van lesen ende schriven te lehren 6 stuvers. Ende van dengeenen, die hier Francoiss ende reckenen lehret, alle vierendeelljaers 12 stuvers ende dat zo-well van knechties als mejssies". 

In 1660 verzoeken monsieur De Revière met zijn huisvrouw, een Franse maîtresse, aan het College van de Volle Stoel bij hun vestiging in Vollenhove om een Franse school ten dienste van een ieder op te richten en begunstigd te worden met een jaarlijks traktement. Zij ontvingen 50 caroli gulden, in 2 jaren te betalen. 

De meester woonde kennelijk in het zogenaamde vicarienhuis. In 1641 werd door Jan Jansen Schoemaker en anderen aan de Gedeputeerden van de Geestelijke en Clarenbergse goederen een huis verkocht aan de Bovenplaats (Kerkplein), waaraan ten noorden Roelof Gerris en ten zuiden het vicarienhuis tot deze Geestelijke goederen behorende, strekkende oostwaarts tot de Gasthuissteeg.

De rectoren van de Latijnse school werden benoemd door het College van de Volle Stoel (Drost, Edelen en Magistraat der stad). In 1613 werd Casparus Mores tot rector benoemd. Een benoeming in 1623 van Wycherus Weemhof werd gedaan door dit College met de Kerkmeesters. 
In 1641 werd tijdelijk het onderwijs gestaakt omdat er geen belangstelling was om in de Latijnse taal onderwezen te worden. Maar het lag ook wel aan de rector, die niet voldeed. In 1648 werd er weer een rector benoemd. In 1660 vinden wij als rector Henricus ab Utrecht vermeld, die later predikant in Beulake werd.

Op een klacht van de rector dr. Petrus Mook, aangesteld in 1680, over de kleine en weinige accommodatie van zijn huis en school, besloot de Volle Stoel op 9 december 1683 de halve Duitse school tot een Latijnse school in te richten. In 1684 vond een aanbesteding plaats door de Gedeputeerden van de Geestelijkheid van het metselen van een muur tussen de Latijnse en Duitse school en het maken van een vloer in de Latijnse school. De stenen of estriken (tegels) zouden door de Geestelijkheid geleverd worden. Tot herstel van de nieuw gemaakte Latijnse school zou worden aangenomen de 300 caroli gulden die de Heer van de Rollecate nog wegens de slaven uit Algiers had of van de provincie meegebracht als overschietende van de gecollecteerde gelden. De afrekening volgde op 1 augustus 1687 in de vergadering van de Volle Stoel.

In de vergadering van 17 februari 1684 werd gezegd, dat de Latijnse school is verkocht aan Arent Berens. Deze oude Latijnse school komt nog voor bij de grote verkoping van goederen van het Sint Anthonie Gasthuis op 5 april 1714. Er werd toen niet geboden op een geldpacht van f 18, verschuldigd door deze Arent Berens, alias Spinner en de erfgenamen van ene Spook Derk. 

In 1736 wordt dr. Petrus Mook, rond 1680 als kandidaat-dominee naar Vollenhove gekomen, nog als rector van de (nieuwe) Latijnse school vermeld. 

De Latijnse school, gehuisvest in de Duitse school, is in 1738 wegens gebrek aan middelen (en belangstelling?) ter ziele gegaan. Na het overlijden van rector Moock was geen nieuwe in zijn plaats benoemd.