Anna Schenck van Toutenburg, een ‘natuurlijke’ dochter van Georg Schenck van Toutenburg, trouwt na 1534 met Worp van Ropta (1505 - 1551), Grietman van Dongeradeel in 1542, gevolmachtigde ten Landdage in 1550. Zij krijgen geen kinderen.

Deze Worp van Ropta was een goed katholiek en volgeling van keizer Karel V. Een portret van hem uit 1542 hangt in het Rijksmuseum. Aangenomen mag worden dat er een goede relatie bestond tussen Worp van Ropta en Georg Schenk, tenslotte zijn ‘baas’ als stadhouder in Friesland.
Zijn dochter Cunera (Knierke) uit zijn eerste huwelijk met Bieuck van Eabinga Humalda (gestorven in 1534) trouwt met de Duitser Christoffel von Sternsee, Kolonel in Spaanse dienst, in 1549 Drost op het Blokhuis in Harns en Olderman van die stad, in 1553 ook Grietman van Barradiel. Deze Christoffel stond in hoog aanzien bij Karel V die zelfs peter wordt van dochter Maria. Landvoogdes Maria van Oostenrijk is bij de doop aanwezig. Ze krijgen later een zoon die Carel wordt genoemd. Tussen 1515 en zijn dood in 1554 had hij - volgens eigen aantekeningen – in dienst 450 buitenlandse steden en 18 eilanden bezocht. Hij was inmiddels ook opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies.
In de noordelijke Nederlanden was hij feitelijk in dienst van Jean de Ligne, Graaf van Aremberg, de stadhouder namens de keizer.

NB: Ropta was een adellijk huis even ten noorden van het dorp Mitselwier (Oost-Dongeradeel, Friesland) ten Noord-Oosten van Dokkum.

Bron: http://webserv.nhl.nl/~smits/amwropta.htm

In de Navorscher uit 1893 wordt Anna Schenck genoemd als natuurlijke dochter van Georg Schenck, maar getrouwd (geweest) met ene Jeroen Rataller, volgens een testament d.d. 15-1-1582. Een Johan Rataller wordt in een schrijven van 18-2-1505 gepasseerd voor de functie van rentmeester te Franeker als opvolger van Mathias Nijkamer.