Uit: Steenwijker Dagblad, vrijdag 16 maart 1956
Burenoorlogje op historisch schiereiland
Het is de laatste tijd lang geen rozengeur en maneschijn op het Fort van Vollenhove. Op dit wonderlijke schiereilandje, waar eens de bisschoppen van Utrecht hun kasteel hadden, huizen nu in kleine woninkjes vijftien gezinnen, die het constant en vurig met elkaar aan de stok hebben. Een direct gevolg daarvan is, dat de Zwolse politierechter op 28 maart a.s. in de ochtenduren niet minder dan 24 dagvaardingen te behandelen zal krijgen, welke betrekking hebben op het miniatuuroorlogje. Er is gescholden en geslagen, gedreigd en gegooid en dat tenminste tweemaal in de week, zo luid en krachtdadig, dat het schalde over de vroegere slotgracht van de bisschoppelijke burcht. Veertien verdachten en getuigen komen naar de rechtbank in Zwolle en zij zullen de toehoorders zonder twijfel duidelijk maken, dat de spanning op het Fort zo groot is als aan de Egyptisch-Israelische grens. Het verblijdende verschil is echter, dat er op het Vollenhoofse schiereiland tot dusver nog maar heel weinig bloed heeft gevloeid. Het bleef bij zeer toornige woorden en sombere kwalificaties, meppen met braadpannen, haartrekkerij, stenen gooien en daarmee te vergelijken activiteiten. Ondanks alle opgezweepte sentimenten behield het oorlogje op het Fort humoristische accenten en dat was misschien wel te danken aan het feit, dat het vooral de vrouwen waren, die de vijandelijkheden keer op keer openden. Vrouwen immers hebben vaak aan woorden genoeg.
Deze onrust op het Fort roept gedachten op aan het verleden, zoals de aanval van de Friezen uit de Stellingwerven in 1306 waarbij 500 Friezen sneuvelen door toedoen van de mannen van kastelein Herman van Vollenhove. Zo ging het toen in het verleden en daarbij vergeleken is het heden gelukkig kinderspel.
Brand in 1899
Begin van de 19e eeuw was het Oldehuis oftewel het fort nog intact en honderd jaar geleden stonden er nog een flinke poort en twee hoektorens overeind. Er kwamen wat visserswoninkjes bij, tot een fikse brand in 1899 alles met de grond gelijk maakte. Daarna werden de huisjes van nu op het Fort gebouwd. Op de smalle landtong staan de twee rijen huisjes met de rug tegen elkaar en met aan de voorkant de oude slotgracht. Het is er prachtig wonen, maar de huisjes zijn niet best en de kinderen hebben geen speelruimte. En dat was allemaal niet zo erg, als het hier maar geen vulkaan was, waar elk ogenblik van de dag de ruzies uit omhoog kunnen spuiten. Ik heb er met verscheidene vrouwen gesproken - de mannen waren merendeels aan het werk, wat lang niet altijd het geval is. Van enige vrouwen kreeg ik te horen, dat het vroeger zo mooi was geweest, maar dat er sinds enkele jaren anderen bij waren gekomen die alles bedierven. En die anderen vertelden me weer heel wat anders. Ik ben er niet precies achter kunnen komen wat de oorzaak van deze burgeroorlog is. Er zijn partijen, die niet steeds dezelfde zijn, die elkaar naar het schijnt het licht in de ogen niet gunnen en die elke aanleiding aangrijpen om zich eens flink uit te leven. Een welvarend uitziend stevig vrouwtje gaf me bijvoorbeeld als verklaring: "Ik laat veel over mijn kant gaan, maar ik neem niet alles". Haar zoontje was namelijk op zijn mieter geslagen door een enkele jaren oudere buurjongen en toen had zij op haar beurt de moeder van die buurjongen de 'waarheid' gezegd.
Nog geen drang naar vrede
Tijdens mijn oponthoud op het Fort heb ik geen openlijke geweldpleging of strafbare beledigingen beleefd, maar wel zag ik de schampere lachjes waarmee de vijandig gezinde vrouwen elkaar opnamen. En uit het commentaar kon ik nog geen enkele drang naar vrede beluisteren. De rest van Vollenhove gelooft, dat het nog steeds de beste oplossing is deze tot onrust geneigde gezinnen op het schiereiland bijeen te houden. Velen beschouwen de luidruchtige ruzies als een soort amusement en vaak staan aan de overkant van de slotgracht - binnenhaven vele nieuwsgierigen om met animo te beleven hoe er met koekenpannen gemept wordt of om nieuw, bijzonder pittige krachttermen te vernemen. Men kan er de humoristische kant van opzoeken, maar dit neemt toch niet weg, dat de situatie op het Fort verre van vrolijk is. Voor verscheidene gezinnen is het leven zo zuur als azijn geworden.
Eergisteren zijn de dagvaardingen bezorgd. Ik heb niet kunnen merken, dat het verplichte massale uitstapje naar Zwolle erg veel indruk maakt. Er zullen andere middelen gevonden moeten worden om de vrede op het fort te herstellen. Ik kan me niet voorstellen, dat boeten of zelfs hechtenis de narigheid de wereld uit kunnen helpen. De momenteel tezamen gebrachte gezinnen kunnen het nu eenmaal niet met elkaar vinden op het kleine schiereilandje, dat geen mens een afgeschermd erf of tuintje laat. Voor de vulkaan nog erger gaat spoken, dient er werkelijk iets te veranderen op deze historische plaats!
Schiereiland van de haat in Vollenhove
Uit: De Telegraaf, 29 maart 1956
Schatkist vaart er wèl bij
Ongeveer vijftien gezinnen, een gehele buurtschap van het stadje Vollenhove vormend, reisden vandaag gemeenschappelijk per autobus naar de Zwolse politierechter, waar velen van hen tot 25 gulden boete veroordeeld werden, omdat zij elkaar hadden uitgescholden of mishandeld. De officier van Justitie wees hen erop, dat alleen de schatkist er ten slotte beter van wordt en de rechter voegde eraan toe dat de leden van deze Vollenhovense woonwijk nog tweemaal zo hoge boetes zal worden opgelegd, indien zij voortgaan elkaar van dag tot dag het leven te vergallen.
Samen uit…
Het was werkelijk geen echt vakantie-uitstapje, deze uittocht van Vollenhovenaren. Ze maakten reeds op de heenreis een begroting op van de straf waarop hen de ruzies zouden komen te staan. Maar ze hebben nu eenmaal het land aan elkaar, en daar ze in een dicht op elkaar gedrongen wijkje bijeen wonen, op een klein schiereiland, vroeger ‘het fort’ geheten, kunnen zij elkaar moeilijk ontwijken.
Scheldwoord
De dames uit het gezelschap bleken een groot aandeel te hebben in de Vollenhovense twisten. Dat zijn volgens de serie dagvaardingen: Harmpje, Marrigje, Aleida (‘Waarom zulke lelijke woorden als u zo’n mooie naam hebt’, vroeg de rechter), Machteldje en Annigje. De inhoud van de beledigende woorden overtreft al het raffinement van de vrouwenhaat. De honende opmerkingen varieerden van ‘Je zit knap in de schuld, buurvrouw’ of ‘Ha, daar komt die grote gauwdief’ tot ‘hou je mond, aangeklede bezemsteel’ en ‘Burrvrouw, daar komt je liefje, de bakker’. En de mannen? Ze vormen de gespierde achterhoede. Er wordt met asbakken naar elkaar gegooid, stompen worden uitgedeeld en ze meppen elkaar in het gezicht. Dat alles in de beslotenheid van slotgrachten en op de oude bodem waar in de dertiende eeuw al wapengekletter klonk rond het bisschoppelijk paleis dat zich daar verhief. Een regen van boetes laat de politierechter neerdalen. Zal dit ertoe bijdragen dat de rust hersteld wordt in de twee rijen kleine huisjes op dit schiereiland van de haat? Of moeten de financiële offers eerst nog stijgen eer buurvrouw tot inkeer komt en haar tong in bedwang houdt?
Terug
De schiereilanders gingen na de zitting met de eerstvolgende bus naar stad Vollenhove terug. Zij bespraken de situatie in de rechtzaal. En over de boeten luidde de conclusie: „Dat is mie honderd present metval'n". In de zittingzaal zei de advocaat tegen de officier: „Als ik U was, zou ik vanavond maar geen biertje gaan drinken in Vollenhove". De officier zweeg onbewogen. Waarom zou hij een biertje gaan drinken in een buurtschap waar geen liefde woont?
Uit: De Telegraaf, 31 maart 1956
(getekende pagina)
Het oude stadje Vollenhove is dezer dagen opgeschrikt door een massale berechting van een gehele buurtschap door de rechtbank te Zwolle. In het hartje van Vollenhove ligt tussen eeuwenoude slotgrachten een wonderlijk schiereiland genaamd ‘het fort’. Eens heeft hier in het grijs verleden het kasteel gestaan van de bisschoppen van Utrecht. Het wapengekletter rond het bisschoppelijke paleis in de 13e eeuw heeft nu plaats gemaakt voor een kleine burgeroorlog door een 15-tal gezinnen. Ze vechten, schelden en gooien en maken elkaars leven op dit kleine schiereiland tot een hel…
Dezer dagen is het merendeel der bewoners voor de politierechter te Zwolle geroepen, zodat deze niet minder dan 24 dagvaardingen te behandelen kreeg. Bijna allen kregen 25 gulden boete voor zware beledigingen of kleine vechtpartijen.
‘Zusse van Toeten’, één der bewoonsters van ‘het fort’, is een korte gedrongen figuur die in haar omgeving gauw bereid is tot een heftige woordenwisseling….
‘De kienders beginne te vechten en dan vechten de groten er omme…’
Wijndert Dikken, beter bekend als ‘de nulle’, beschuldigd van ‘…. J.A.H. opzettelijk gewelddadig met de hand, althans de vuist in diens gezicht heeft geslagen, althans gestompt, tengevolge waarvan deze bloedend en pijnlijk werd getroffen.’(uit de dagvaarding).
Maria Dikken kreeg 15 gulden boete voor een heel lelijk woord. Hendrik de Lange kreeg 25 gulden boete voor het gooien van een vuilnisemmer naar zijn zuster…
‘Matje’ Lassche kreeg 35 gulden boete voor belediging, maar de vrouw die háár uitschold is ook veroordeeld. Een andere vrouw, uitgescholden voor ‘aangeklede bezemsteel’, werd zelf ook veroordeeld tot een boete.
De burgemeester van Vollenhove, mr. R.W. baron van Boetzelaer, met wie wij over dit probleem spraken, zei: ‘naar mijn mening schuilt de oorzaak van de moeilijkheden, ruzies e.d. op ‘het fort’ in de deplorabele woningtoestand daar ter plaatse. Ik geloof niet dat de mensen die daar wonen bepaald slechter zijn dan elders. Maar ik kan mij levendig voorstellen, dat de omstandigheden waarin deze mensen met hun kinderen verkeren, hen dermate prikkelen dat dit telkens tot uitbarstingen leidt. De enige oplossing is dan ook een zo spoedig mogelijke leniging van de ten hemel schreiende woningnood. Weg met de 100 krotten in Vollenhove! Dit probleem heeft de volle aandacht van Gedeputeerde Staten van Overijssel.
Laat op de avond verlieten wij Vollenhove. ‘Het fort’ lag vredig in de milde lentenacht. Een sluimerende vulkaan waaruit ieder ogenblik een lavastroom van ruzies en kwaadsprekerij kan uitbarsten.