De tekst: 'In Pretoria staat het Engelenburghuis van de ,,Suid Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns". In het Engelenburghuis, de zetel der Akademie, hangen schilderijen van de familie die vroeger in de Rollecate te Vollenhove hebben gehangen, alsmede vele andere kostbare schatten'. Uit contacten met de conservatrice Linda Brink, die in 2007 in het kader van haar promotie-onderzoek (afgerond in 2010) naar Nederland en naar Vollenhove kwam, bleek echter dat er geen enkel voorwerp dat met Vollenhove verband zou kunnen houden in de collectie was. Wel begrepen we dat Engelenburg in Zuid-Afrika een beroemd man was. Linda staat hiernaast op de foto van het pand Kerkstraat 12, waar de eerste Engelenburg in Vollenhove ooit woonde, met nazaat Frans Vredenrijk Engelenburg uit Den Haag.
'Frans Vredenrijk Engelenburg (1863-1938) was de man, die zijn huis met inboedel vermaakte aan de Zuid-Afrikaanse regering die het vervolgens schonk aan de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns te Pretoria, waarvan hij mede-oprichter (1909) en een tijdlang voorzitter was. Engelenburg overleed na een zesjarig ziekbed op 21 augustus 1938. Het museum Engelenburghuis bestaat inmiddels niet meer. In de door hem samengestelde geschiedenis van het geslacht Engelenburg geeft hij de volgende bijzonderheden over zichzelf.
Als het negende geslacht van de uit Vollenhove stammende van Engelenburgs wordt vermeld Frans Vredenrijk Engelenburg, genoemd naar zijn vader, te Apeldoorn in 1920 overleden. De zoon F. V. Engelenburg werd te Arnhem op 17 maart 1863 geboren en is op 5 juli 1887 te Leiden in de rechtsgeleerdheid gepromoveerd, was in 1889 advocaat en journalist te Den Haag en is in datzelfde jaar geëmigreerd naar Zuid-Afrika, waar hij werd benoemd tot hoofdredacteur van ,,De Volkstem". Hij is lid geweest van de Transvaalse Raad van Onderwijs en heeft deel uitgemaakt onder generaal Louis Botha ten behoeve van de Unie van Zuid-Afrika, van de Britse delegatie ter Vredesconferentie te Parijs in 1919. Tijdens zijn deelname aan de veldtocht, gedurende de Anglo-Boerenoorlog, was hij tegenwoordig bij het beleg van Ladysmith en bij de veldslag van Colenso. Op 2 juni 1924 trouwde hij te Johannesburg, Transvaal, met Lorraine Halliday, geboren te Londen op 22-8-1883.
Vollenhove, bakermat van de Engelenburgs
Voor de oorsprong van de geschiedenis van de familie Engelenburg moeten wij teruggaan naar de bisschopsstad Vollenhove. Jan Freryckx Engelenburg wordt genoemd als de stamvader, die in het einde van de 16e en gedurende het begin van de 17e eeuw heeft geleefd. Omstreeks 1620 bezaten Johan Frerichzoon en zijn vrouw Arentgen een huis in de Oude- of Visschersstraat te Vollenhove. Zijn naam werd ook wel Jan Vreryckx geschreven. Dezelfde persoon wordt in 1603 genoemd, tegelijk met zijn zuster de weduwe Anna Pouwels, als schenkers van een losrente ten bate van het Sint Antonie gasthuis te Vollenhove.
Als tweede geslacht wordt genoemd Lucas Jansz Engelenburg, vanaf 1661 woonachtig in Enkhuizen. Zijn zoon Frederik (1662-1704), chirurgijn te Enkhuizen, is genoemd naar grootvader Jan Vrervckx.
Lucas Frederiks Engelenburg, de vierde generatie, werd geboren in Enkhuizen in 1687. Zijn vader was Frederik Engelenburg, meester chirurgijn, en zijn moeder was Reinsje Pieters de Jong. Hij was enig kind. Op zijn elfde jaar was zijn moeder overleden en is zijn vader opnieuw getrouwd. Die kreeg uit dit huwelijk nog drie kinderen, waarvan er maar één volwassen werd. Op zijn 17e jaar was ook zijn vader overleden. Zijn tweede moeder is opnieuw getrouwd, dus had Lucas toen twee stiefouders. Het is niet bekend wat voor studie/werk hij in die tijd deed. In 'Enkhuizen Patriciërs' vermeldt Thijs Postma dat Lucas Engelenburg secretaris was van het legatiegebouw in Hamburg. Dat was een gebouw voor het gezantschap uit Holland en het huis waar de leden van het gezantschap uit Holland in Hamburg bijeen konden komen en verbleven. Om secretaris te zijn bij de aanwezige gezantschapsleden zal hij hebben gestudeerd. Zijn naam komt voor als student in Franeker in 1714. Hij woonde vermoedelijk in Altona, toen een zelfstandige (Deense) plaats. In Altona woonde destijds een aanzienlijke groep Hollanders. De plaats werd in 1713 door Zweden in de as gelegd, maar herstelde snel. In kerkelijk Altona kwam hij een vroegere plaatsgenoot uit Enkhuizen tegen, ds. Simon Landman. Hij en zijn vrouw Wilhelmina van Sevenhoven raakten bevriend met Lucas Engelenburg en zijn latere echtgenote Berendina Morre.
Berendina Morre kwam in 1724 in Vollenhove. Zij was een dochter van Jan (Johan) Morre. Lucas (1687-1779) trouwde op 3 juni 1726, op 32-jarige leeftijd met jonkvrouwe Berendina Morre (plm. 1700-1760), die uit een oude familie zou stammen (mogelijk uit Kampen, waar een katholieke Morre in 1572 voor de Opstand naar Vollenhove vluchtte, zie ook bij Plattenburg). Johan Morre, haar vader, werd door keizer Karel VI in 1718 in de adelstand verheven (hij was Rooms-Duits keizer te Wenen, van 1711-1740). Zij werd als lidmaat van de kerk ingeschreven in 1724 met attest uit Hamburg. Misschien kende zij Vollenhove doordat haar familie daar vroeger gewoond had en wellicht nog woonde. De schulte Hendrik Morre van Vollenhove blijkt ongeveer van dezelfde leeftijd te zijn als Berendina Morre. Een familierelatie is zeker niet uitgesloten. Bij haar begrafenis in 1760 stond over haar geschreven: De Weledele Vrouwe, huijsvrouw van burgemeester Lucas Engelenburg.
Kort daarop, in 1727, vestigt Lucas Engelenburg zich te Vollenhove en op 13 Sept. 1728 wordt hem door het stadsbestuur gezamenlijk met Isaaq de la Planq mitsgaders Hendrik Morre (broer van Berendina?), Lambert van der Meulenhert en Evert Pingel voor den tijd van 25 jaren octrooi verleend tot het zetten van een taanketel, ongepreaejudicieerd het recht van iederen visscher, zijn netten zelf te mogen tanen. Hij is burgemeester van Vollenhove van 1729-1775. In het 'kohier van den 1000sten penning' van 1733 staat Lucas Engelenburg voor slechts f 500 aangeslagen; in 1757 op f 1350.
Door het overlijden van ds. Landman in Altona in 1737 was Wilhelmina van Sevenhoven weduwe geworden. Zij was toen natuurlijk welkom in Vollenhove bij de vroegere vrienden, de familie Engelenburg. Toch bleef zij aanvankelijk nog in Altona. In 1742 kwam ze naar Vollenhove waar ze eerst kwam te wonen in het huis Kerkstraat 12 (zie foto hierboven, later het huis van zoon Frederik Jan Engelenburg). Zij werd er in 1742 lidmaat van de kerk met attestatie van Altona. Ook ene Johanna Masbach was in 1740 vanuit Altona naar Vollenhove gekomen, zoals bleek uit het lidmatenregister van de kerk in Vollenhove. Zij zal ook de familie Engelenburg-Morre hebben gekend uit de periode dat die verbleef in Hamburg, en ook Wilhelmina van Sevenhoven. Ze was, zo bleek bij de volkstelling uit 1748, kostganger in huis bij Wilhelmina van Sevenhoven - dus ook op Kerkstraat 12. Later, in 1759, woonde Wilhelmina van Sevenhoven in het huis Telvoren (zie: Tilvoorde) naast de havezate Marxveld.
In de tijd van Lucas Engelenburg werd ons land en ook Vollenhove geplaagd door de geschillen voor en tegen het Oranjehuis. Lucas Engelenburg hoorde tot de partijgroep van de Oranjegezinden. Onder de talrijke relikwieën en historisch belangrijke voorwerpen, die van Vollenhove tenslotte in Pretoria zijn terechtgekomen, bevond zich een rouwmedaille van Lucas afkomstig, waarin de nagedachtenis word geëerd van Prinses Anna, weduwe van Willem IV en gouvernante over Willem V. Burgemeester Lucas Engelenburg behoorde tot de Gereformeerde godsdienst. Van 1744 tot 1752 fungeerde hij tevens als rentmeester der geestelijke goederen (in casu die van het voormalige klooster Clarenberg).
In 1748 woonde hij met zijn vrouw in het huis Eckelenboom op de hoek van de Bisschopstraat en Bentstraat. Lucas Engelenburg is op 23 juni 1779, dus op 85-jarige leeftijd overleden. In een document van 1 maart 1764 wordt hij, de 70-jarige nog als burgemeester vermeld.
Zoon Frederik (of Vredenrijk) Jan (1731-1806), is ook twee periodes burgemeester (o.a. 1776-1779) en van 1767-1801 rentmeester van de geestelijke goederen, tot hij in 1802 de stad verlaat. In november 1787 is hij betrokken bij de actie van de Orangisten in Vollenhove tegen de patriotten, en is mededonateur van het Oranjevaandel dat aan de Stad wordt geschonken. Hij overlijdt in 1806 te Kampen. Hij woonde in het nog bestaande prachtige pand Kerkstraat 12. Vanaf 1781 woonde hij op de Rollecate, een net buiten de muren van Vollenhove gelegen havezate van de familie Van Isselmuden. Door huwelijk ging het later over aan de familie Van Dedem, die er de Engelenburgs als huurders handhaafde. In 1654 werd het huis herbouwd, zo vertelt dr. Engelenburg in zijn familie-overzicht, door de befaamde architect Philip Vingboons. In Bergen op Zoom is hij in januari 1804 betrokken bij het regelen van de nalatenschap van zijn zus Alida (1794) en haar ook overleden echtgenoot (1803), waarbij bleek dat er bospercelen bij Vollenhove op haar naam stonden.
In 1802 werden Vollenhove en Rollecate door de familie Engelenburg verlaten (ze vertrokken naar Kampen - HvH) en in 1821 liet de toenmalige Rollecate-eigenaar Willem Jan van Dedem, verdienstelijke uitvoerder van het Dedemsvaart-plan, dat huis afbreken. Wat aan materiaal bruikbaar was, werd door hem gebezigd bij het bouwen van het nieuwe Rollecate, gelegen aan de Dedemsvaart te Hulst (dit feit is aantoonbaar onjuist - HvH). Ook dat huis is al lang verdwenen.
In 1761 gebruikte Lucas Engelenburg, als burgemeester van Vollenhove, het hiernaast getoonde wapen in een zegel. Dit wapen staat beschreven in Nederlands Patriciaat nr. 43: "Een enkele rode toren met daarboven een rode engel met de handen omlaag gespreid". Hoewel verder hierin niet beschreven, geeft de Elsevier's Encyclopedie van de Heraldiek nadere informatie onder "engel": "In de wapenkunde voorgesteld als vrouwenfiguur met vleugels. Uitzondering: de aartsengel Michaël, die gevoerd wordt door de familie Engelenburg". Boven de rode enkele toren (de Engelenburg is zandsteen/geel) zweeft een rode engel zonder zwaard. De reden voor deze afwijking is onbekend. In het voornoemde Engelenburghuis in Pretoria, nu museum, komt dit Engelenburgwapen op diverse plaatsen voor.
Zie hier voor de genealogie van Frederik Jan Engelenburg en hier voor zijn vrouw Berendina Morre.