In februari 1955 had een redacteur van een regionale krant een interview met de toen 27-jarige Wicher Post uit Vollenhove voor de rubriek “Mensen om ons heen”. Het verslag hiervan, met deze bijzondere man die helaas niet oud werd, volgt verderop volledig.
Wicher Post (1927-1971) was een zoon van bakker Jan Post (“Possien”) van de bakkerij op de hoek van de Kerkstraat en de Van Baaksteeg, inmiddels al lang verdwenen. Zijn broer Gé had in de jaren ’60 en ’70 een ijssalon aan het Hollandse Plein, nu is daar café De Doppe. In september 1955 trouwde Wicher met Netty Soeters (1928-2013), dochter van Hendrik Soeters, derde generatie van een kruideniersgeslacht met een winkel aan het Hollandse Plein, naast bakkerij Houtsma. In 1961 neemt hij die zaak over onder de naam ‘Soeters-Post’. Ik ken het nog als een echte ouderwetse kruidenierswinkel met een toonbank, weegschaal en los verkochte grutterswaren zoals bruine en witte bonen, die dan in zo’n bruine puntzak gingen. Een beetje zoals het winkeltje dat nog in het Stadsmuseum te zien is. Later sloot men zich aan bij keten A&O en werd ook hier gemoderniseerd. De zaak werd na het overlijden van Wicher nog voortgezet tot 1977.
Wicher Post: het leven is niet saai!
Er is genoeg te doen in Vollenhove
Hij heeft wat verwarrend op me gewerkt deze Wicher Post uit Vollenhove. Hij doet namelijk alles. Natuurlijk niet op een dusdanige manier, dat ik hem een genie, een uitzonderlijke geest wil noemen, maar toch wel zo verdienstelijk, dat hij in Vollenhove een unicum is. Een onmisbare figuur bovendien. Hij is een blonde jongen van 27, met vele slagen in zijn haar en een zachte stem, die geenszins de bas en de acteur in hem doet vermoeden. Het moeilijkste van Wicher is, dat hij op bijna alles antwoordt: dat doe ik of dat heb ik. Als een geestdriftig dierenliefhebber het gesprek op parelhoenders brengt, wijst Wicher naar zijn tuin waar ze inderdaad rondlopen; als een historicus spreekt over het verleden van de Noordwesthoek, gaat Wicher ergens in 'n kast rommelen om uit zijn archief een zeldzaam document te voorschijn te halen; als een toneelman het woord decor in zijn mond neemt toont Wicher programma's van het Vollenhovense gezelschap waarop hij als acteur en decorbouwer vermeld wordt. Zo zijn er nog honderd en één dingen te noemen, waarop deze bakkerszoon positief reageert. Wicher doet alles en daarom zegt zijn familie op een toegevende manier, dat hij een beetje gek is.
De figuur Wicher Post krijgt voor mij zijn grote waarde door het feit, dat hij met de daad bewijst, dat het leven in een saai geheten plaatsje als Vollenhove vol opwinding, drukte en schoonheid kan zijn "Het is helemaal geen dooie boel hier", zegt hij. "Die dat beweren weten niet wat het leven biedt. Die zie je niet op de gymnastiek, bij de zangvereniging, de toneelclub, die maken niet van een sinaasappelkist een mooie boekenkast. Het leven is goed. Ook in Vollenhove".
Wicher is een van de vier zoons van bakker Post, die een ruim denkend mens is, want toen Wicher in 1946 zei, dat hij naar de kunstnijverheidsschool in Amsterdam wilde om artiest te worden, vond zijn vader dat zonder meer goed. Wicher 'immers tekende aardig en. het werk in de bakkerij zou waarschijnlijk toch wel te zwaar voor hem zijn’. Hij had in die periode nogal wat last van astma. Een jaar hield Wicher het uit in Amsterdam, daarna keerde hij met vrede in zijn hart naar de bakkerij in Vollenhove terug. Die periode op de kunstnijverheidsschool had hem duidelijk gemaakt, dat kunst armoede is. "Ik zag er niets in als vak", zegt Wicher nu. "Wel als liefhebberij". Bovendien beviel hem de "artistieke sfeer" niet. Zijn medestudenten lieten hun haren groeien, droegen baardjes en vreemde kleren, deden interessant en meenden dat zij kunstenaars waren als zij twee lijnen op papier konden zetten. Het was altegader niets voor een jongen van buiten, die als hij maar even de kans kreeg naar het Vondelpark vluchtte, dat hij vanwege de bomen, bloemen en dieren de 'beste plek van Amsterdam’ vond.
Het was intussen geen verloren jaar voor de Vollenhovenaar, die misschien vanwege zijn wat blonde gezicht geen doorzetter lijkt, maar het wel is. Hij tekende alles wat los en vast is, deed aan boetseren, leer- en metaalbewerking, haalde in enkele maanden zijn middenstandsdiploma en volgde een bakkerscursus voor garneren. Toen hij weer terug was in de Noordwesthoek werd hij, dank zij de op de kunstnijverheidsschool verworven kennis een specialist in het boetseren van marsepein en het bespuiten van taarten.
Voor het overige is de kunst liefhebberij. Hij schildert bosgezichten, de haven van Vollenhove, een kopie van Ruysdaels molen bij Duurstede, een tikkeltje droog, maar zeker niet onverdienstelijk .
We hebben twee uur lang met Wicher gepraat en in deze middagperiode kwamen er achttien mensen aan de deur, die iets van hem moesten hebben of weten. Het ging over het toneelstuk van ‘s avonds, waarin Wicher de hoofdrol had, over foto-afdrukjes, die Wicher voor een klant gemaakt had, over zijn eenden, die in de slotgracht van de Toutenburg zwemmen, over een onbewoonbaar verklaarde woning, en andere zaken.
Wicher Post beschouwt zijn eigen activiteit als een stimulerend voorbeeld voor velen van zijn stadgenoten en voor anderen, die beweren dat het leven saai is en die in hun 'verveling de gemeenschap geen goed doen’. Daarom had hij ter wille van het vraaggesprek, op een papiertje keurig genoteerd welke liefhebberijen hij heeft, van welke verenigingen hij bestuurslid is en wat zeer in het kort zijn levensvisie is.
Onder de eerste rubriek stonden vermeld: schilderen, tekenen, decorbouw, fotograferen (incl. ontwikkelen en afdrukken), verzamelen (oudheden, documenten, koper, postzegels, 160 grammofoonplaten), zingen, gymnastiek, acteren, zwemmen, tuinieren, knutselen (bijv. zetstukken, gordijnen enz. voor het toneel), dieren ("ik heb eenden, fazanten, duiven, parelhoenders en een hond"), filmen, en dan vooral niet te vergeten organiseren. Dit laatste maakt Wicher, naar hij zelf ook weet, tot een onmisbare figuur in Vollenhove, temeer daar hij nog geen opvolger heeft. Hij bemoeit zich intensief met alle feesten, met wandeltochten, uitvoeringen en collectes.
Vervolgens verdient het vermelding, dat hij bestuurslid is van negen verenigingen. Toen ik hem vroeg aan welk soort organiseren hij de voorkeur geeft, aarzelde hij niet: "Tochtjes voor ouden van dagen en kinderfeesten. Daar haal je tenminste eer af." Op bovengenoemd memoriepapiertje had onze mens-om-ons-heen ook nog enkele pittige opmerkingen geschreven. Bijvoorbeeld: "Ik ben als Haarlemmerolie, middel voor alles", of "Het mooiste vind ik wolkenluchten, want daar heeft geen mens met zijn vingers aangezeten" en dan nog: "De boeiendste boeken lees ik langs de weg". Die laatste conclusie heeft betrekking op zijn rondbrengen van brood en ook op de vele uren, welke hij zomers in de ijssalon van de firma staat. Hij hoort alle nieuwtjes, wordt om raad gevraagd en is bijgevolg op de hoogte van hetgeen er leeft in Vollenhove. Bijgevolg een geschikte figuur om als correspondent voor ons blad op te treden. Toen dit hem vorig jaar gevraagd werd, antwoordde hij: "Ik zeg nooit nee op iets. Dit kan er nog wel bij, want ik ga toch haast nooit voor half twee naar bed." Tot zover dan Wicher Post, een heel bezige jongeman in een heel kleine stad, die wel eens dood genoemd wordt, maar het volgens Wicher beslist niet is.
(einde artikel)
Eén van de initiatieven van Wicher was het Pinksterrijden. Op Tweede Pinksterdag charterde hij enkele boerenwagens, getrokken door paarden, laadde er kinderen uit Vollenhove op en maakte hiermee een rit over het Land Veno. Onderweg werden de kinderen getrakteerd op ranja en ijs. Na het overlijden van Wicher nam de 4V’s dit over. Inmiddels is het een traditie die niet meer weg te denken is, en waar steeds ruim tweehonderd kinderen aan deelnemen.
De schilderijen van Wicher, gemaakt vanaf 1946, kwamen o.a. terecht bij bruidsparen uit Vollenhove. Het schilderij van de Dromedaris hangt nog steeds in Emmeloord aan de muur, andere zijn nog steeds in bezit van de eigen familie. Een kopie van het schilderij van Camerlinck van kasteel Toutenburg hangt in het Stadsmuseum.
In het interview met de krant kwam niet eens de rol van Wicher aan het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de orde, toen hij betrokken was bij de BS Groep Vollenhove en tekende voor de borden op de feestwagens van de optocht op 7 mei 1945. Het was inderdaad een veelzijdig man!
De bejaardenreisjes die werden genoemd in het interview zijn inmiddels al lang gestopt. Maar Wicher heeft er een aantal gefilmd, de beelden moeten nog ergens zijn. Deze reisjes werden overigens gesponsord door vishandelaar Van Smirren, die naar Engeland was geëmigreerd. De stad bedankte hem hiervoor door hem te benoemen tot ereburger, en een straat naar hem te noemen. Die eer was voor Wicher niet weggelegd….