Zowel de stad als het ambt had een eigen veldwachter. De functie was voortgekomen uit die van ‘gerechtsdienaar’ en werd slecht betaald. Vaak werden aanvullende werkzaamheden verricht zoals post rondbrengen. In de notulen van de gemeenteraad vond ik veelvuldig verzoeken om een gratificatie. Bij de jaarlijkse kermis, met extra werk voor de veldwachters, werd er vaak een extraatje gegeven.

Willem Bos (1874 Uithuizermeeden – 1941 Vollenhove) ging in 1901 bij de politie, trouwde in 1909 te Hoogezand met Klaziena Gerritdina Wilbrink en werd in datzelfde jaar gemeenteveldwachter in Stad Vollenhove. In 1926 vierde hij zijn 25-jarig ambtsjubileum.

In vol ornaat poseerde hij op een ingekleurde ansichtkaart van Seidel. Voor de toren naast het gemeentehuis, zijn domicilie. Onderin de toren was het cachot, waar bijvoorbeeld kwajongens een tijd konden zitten. Zijn sabel, knevelketting en insigne (voor aan de riem) liggen in een vitrine bij het Stadsmuseum. In 1923 kreeg hij een nieuwe revolver, het jaar daarvoor een nieuw uniform. In 1934 kreeg hij een huldeblijk van de gemeente. Bos stond bekend als iemand die streng maar rechtvaardig omging met de jeugd / kwajongens: hij riep zo iemand bij zich, die kreeg een tik tegen zijn achterste en dat was dan de straf.

Het gezin Bos woonde aanvankelijk op het adres Kerkstraat 57, later in een woning boven het Nutsgebouw (het Nut) aan de Bentstraat, met een eigen opgang via een deur – naast de pastorie -  met daarachter direct een steile trap. Kinderen waren Piet (1914-1977), caféhouder, getrouwd met Nelly Kwakman (1916-2005), en drie dochters. Kinderen van Piet stichtten het bedrijf Bos Seafood in Blokzijl.