|
750vChr-400 |
boomstamkano Vechtoever bewijst aanwezigheid van vissers |
800-900 |
naalden van steurgraten bewijst bewoning door vissers van hoogte, later Vollenhove |
1421-1485 |
na Elizabethvloed minder water in IJssel - verzilting delta en verdwijnen van steur en zalm. Zie: 15e - 17e eeuw |
1520 |
eerste Hollandse 'kaper'vloten voor de kust, felle concurrentie in visserij |
1559 |
officiƫle scheiding visserijgebieden |
1612 |
aanlegmogelijkheid bij vismarkt, de steiger of stadsbrug |
1649, 1670 |
verplichte aanvoer op vismarkt |
1795-1850 |
groei aantal vissers van 24 naar 54. Zie: Ontwikkelingen 18e en begin 19e eeuw |
1807 |
eerste haringafslag |
1824 |
binnenhaven gereed in voormalige slotgracht Oldehuis |
1825 |
bokkinghang Aan Zee |
1825-1836 |
goede haringvangsten |
1848 |
walvis bij de Voorst |
1849 |
redding Durgerdammer vissers van ijssschots |
1850 |
vloot nu 26 vissersschepen. Zie: De visserij 1850 - 1900 |
1852 |
bokkinghang van Smirren, opkomst visventers: zie nijverheid |
1856 |
scheepswerf Ekker in gebruik (later Kroese) |
1859 |
verdubbeling vloot door komst Schokkers na ontruiming Schokland |
1880 |
begin slechte vangsten, invoering staand want |
1885 |
vergroten binnenhaven door afgraven eiland |
1890 |
aanleg buitenhaven |
1893 |
grootte van de vloot op hoogtepunt: 114 boten, 250 vissers |
1911-1918 |
vissers georganiseerd: visserijraad, vissersverenigingen |
1914-1918 |
opbloei door export naar Duitsland |
1915 |
opening visafslag |
1918 |
Zuiderzeewet aangenomen: afsluiting en inpoldering |
tot 1925 |
grotere vangsten maar lagere prijzen. zie: De teloorgang van de visserij tussen 1918 en 1932 |
1932 |
Afsluitdijk gesloten, enkele vissers naar Waddenzee |
1933-1936 |
verzoeting IJsselmeer, geen haring, ansjovis, garnalen; ook bot en spiering weg; alleen paling blijft over |
1940 |
sluiting vissersgaatje in dijk Noordoostpolder |
1941 |
kuilverbod |
1942 |
visafslag opgeheven |
1992 |
laatste actieve visser overlijdt |