De oude vissersbuurt in Vollenhove is in de jaren 1970 volledig 'gesaneerd', oftewel afgebroken. Gelukkig zijn vijf huisjes overgebracht naar het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, waarvan er vier terecht zijn gekomen in de vissersbuurt van het buitenmuseum. Het gaat om de huisjes die daar de objectnummers VN-1, VN-2, VN-4 en VN-5 hebben gekregen. Object VN-3 is ingericht als kuiperij en staat op een andere plek, en verder is er 'object' VN-6, een poortje van vermoedelijk de voormalige Latijnse school dat nu tegenover de kerk staat.

VN-1 

Dit huisje, 33 m2 groot, is gebouwd in 1882 door aannemer Jan van Smirren en was vanaf 1885 van Frederik Croes (1826-1908), met broer Steven (zie VN-2 hieronder) redder van de drie Durgerdammers in 1849; en zijn vrouw, Willemina van der Wijk (1835-1932). Het huis bleef bewoond door de ongetrouwde zoon Lute Croes (1877-1954). Adres was Aan Zee 38. Het is in 1971 in zijn geheel op een ponton naar Enkhuizen gevaren. Aan de linkerkant is het varkenshok, voor het huis het kippenhok. In het huis staat nu de originele grafsteen van de twee Durgerdammers die na hun zwerftocht op een ijsschots in 1849 in Vollenhove zijn overleden en begraven.

       

Het huisje stond op de hoek van Aan Zee en de Vismarkt (foto links). Rechts de foto gemaakt op de nieuwe plek in het zuiderzeemuseum. Het is destijds per ponton in zijn geheel naar Enkhuizen gevaren.

VN-2

      

Dit kleine huisje (5 m breed, 3 m 64 diep) stond ooit in de Visschersstraat achter een huis van de Hervormde Diaconie op nummer 22 (nu object VN-3). Het is bewoond  geweest door Steven Croes (1823-1913) en speciaal gebouwd voor hem als redder van de drie Durgerdammers in 1849. Volgens het kadaster is het gebouwd in 1886, toen de oorspronkelijk kavel A167 werd gesplitst in een voorste deel A702 van 117 m2 en een achterste deel A703 met een huis van 18 m2. Eigenaar was de Hervormde diaconie.

Naast de kavels liep een gang, daarnaast was het huis van Oldenhof (VS24) en later Zuidert. Het gangetje zou toegang geven tot het huis van Jan  Teunis ‘Blupien’ Schuurman, die werd in 1920 in ieder geval eigenaar van het voorste huis, VS355. Na Steven Croes woonden er op VS353 zijn zoon Hendrik Croes (1852-1942), Antonie Riekents Jongman (1853-1933) en diens zoon Antoni Jongman (1897-?), die ging in 1922 naar Groningen – de eerdere twee bewoners kwamen in het armhuis terecht..

Het kleine huisje werd in 1917 door de Diaconie verkocht aan visser Jurrie Jongman (1881-1959), Antonie was zijn oom. In 1958 werd Seidel de eigenaar, als ‘ruïne’ kwam het in 1961 ter veiling en werd het gekocht door fietsenmaker Hanno van Dijk, KS37 die het achter in zijn tuin had staan. Door de gemeente werd het in 1970 gesloopt. Helaas zijn er geen originele foto's van.

In de vissersbuurt van het Zuiderzeemuseum staat het naast EH-5, één object verwijderd van VN-1, en tegenover VN-4.

VN-3

Zie hiervoor. De kavel met het woonhuis kwam al voor op de OAT van het kadaster in 1832, met als eigenaar de Hervormde Diaconie. Er is nog een foto van de oorspronkelijke plek:

Links is nog net een stukje van het huis van Oldenhof / Zuidert te zien (VS24).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VN-4

Oorspronkelijk VM13-15 (VM305-306), een dubbele woning uit 1851, gebouwd door timmerman/aannemer Evert Ekker. In 1859 kwam links het gezin van Derk Ruiten en Jannetje Broodbakker te wonen, ze moesten weg van Schokland. Twee jaar later vertrokken ze naar Kampen. Ze verkochten het huisje aan schipper Pieter Dragt. Later woonden hier Jurrien Mooiweer (1847-1907) en zijn vrouw, visventster Antoinette Vis (1850-1949). In het andere deel hebben vissersknecht Antoni Jongman (1860-1936) en zijn tweede vrouw Aaltje Brandsma gewoond (1870-1942), met 8 kinderen. Ze kochten het in 1919 van de erfgenamen van bakker Hendrik Vis, en verkochten het in 1938 aan timmerman/aannemer Jan Dragt die vanaf 1927 ook al het linkerdeel bezat. In 1960 werd het hele pand verkocht aan Van Beek die er een garage van maakte. 

                                                                                                                                         

Rechts de foto van dat pand voor de afbraak in 1969.

Beschrijving in de Zuiderzeecollectie: Voorkamer en zijkamer waartussen dubbele schoorsteen; in zijkamer bedschot met kastje en kelderluik tussen twee bedsteden; achterruimten onder aankapping en een aangebouwde bokkinghang vanuit rechter achterruimte. Uit opmeting en foto's valt te reconstrueren dat het een dubbele woning geweest moet zijn: Linker woning: een, mogelijk houten, bedschot tegenover de voordeur; bedsteden onder de aankapping: Rechter woning was toegankelijk via achterruimte met deur in zijgevel: ruimte voor buitendeur later overdekt zoals herbouwd. De bedsteden waren hier boven kelder langs de zijgevel: bedschot tegenover de stookplaats. De interieurs waren geheel verdwenen: bij de reconstructie was uitgegaan van één woning en is daarom een tussendeur naast de schouwtjes aangebracht en geen bedsteden in het linker deel en rechts geen deur naar achter. Deze tenslotte wel aangebracht, maar de tussendeur is gebleven. Ter vervanging zijn uit een naburig slooppand afkomstig schouwtje, bedschot, kamerdeuren, en kastbetimmering, met typerend imitatie houtbeschilderingen, hier toegepast.

VN-5

    

Dit huisje is al voor 1832 gebouwd voor de RK Diaconie (kavel A40, adres Vismarkt 312, later VM28). Vanaf 1914 tot 1926 was het eigendom en werd het bewoond door Jacob Konter (1877-1976) en Eva Kwakman (1881-1932) en 7 kinderen. De ouders van beiden kwamen in 1859 van Schokland. Een artikel, met foto’s van beiden, stond in het Schokker Erf van januari 2002.

In het Zuiderzeemuseum zit het vast aan VN-4 (links), en staat het in hetzelfde straatje als VN-1.

Vanaf 1926 tot 1955 was het van visser Arnoldus (Nolles, ‘nossien’) Jongman (1895-?) die er woonde met zijn vrouw Grietje Knobbe (1895-?). Het huisje werd rond 1900 geschilderd door Suze Robertson (1855-1922, schilderij in bezit van het Zuiderzeemuseum).