Noord-West Overijssel kent een lange geschiedenis in het regelen van waterbeheer, waterkering en zorg voor de vaarwegen. Omstreeks het jaar 300 zou het gebied hier onder invloed van de zee zijn gekomen. Stormrampen uit met name de jaren 839 en 1170, waarbij grote stukken bos en veen zijn weggeslagen, hebben de Zuiderzee geschapen.
Dan wordt het aanleggen van zeewerende dijken noodzakelijk en in 1170 zou daarmee zijn begonnen. De waterproblemen komen vooral van binnenuit door de ontginningen en verveningen, eerst van het hoogveen en later van het laagveen. De tijd van ontginningen en verveningen omspant zo'n tijdperk van zes eeuwen, van omstreeks 1300 tot omstreeks 1900. Het oudste dijkrecht dateert van 1363, toen er al veel dijken waren aangelegd. Het heemraadschap Vollenhove werd in 1804 ingesteld en in 1889 trad het reglement van het Waterschap Vollenhove in werking.

Het instituut Waterschap zetelde in Vollenhove in een gebouw in de Bisschopstraat. Vanaf 1873 werd een deel van havezate Plattenburg gehuurd van aannemer Teunis Spit - en later zijn zoon Ari - door het Dijkbestuur, vanaf 1890 door het Waterschap Vollenhove. Naast het kantoor waren er ook woningen voor de opzichter en de secretaris, maar in het gebouw was ook de apotheek van stadsgeneesheer Halbertsma (tot 1922). In 1915 kon het hele pand worden aangekocht door het Waterschap.De naastgelegen woning van burgemeester Van Suchtelen tot de Hare, gebouwd in 1914, kon in 1924 worden aangekocht als woning voor de dijkgraaf, toen Stroink. De ontvanger, toen Nering Bögel, woonde in het Jacobsonhuis (Kerkstraat) en later in Hagensdorp - waarover aanvankelijk een huurgeschil was met de eigenaar, baron Anton Henri  Sloet ‘van Marxveld’ (1869-1957).

Wapen van het voormalig Waterschap Vollenhove in de gevel van havezate PlattenburgDoor de groei van het Waterschap in 1964 werd ook het naastgelegen pand, de voormalige burgemeesterswoning en later die van de dijkgraaf, als kantoorruimte in gebruik genomen. De 24 verschillende waterschappen binnen het gebied werden toen tot één samengevoegd, tot een gebied van ruim 30.000 hectare. In 1996 werd er gefuseerd met twee Drentse waterschappen tot een nieuw Waterschap Wold & Wieden en werd het kantoor verplaatst naar Steenwijk. In 2000 vond opnieuw een samensmelting plaats met een Drents en een Overijssels waterschap, de naam werd Reest & Wieden; en in 2016 vond opnieuw een fusie plaats tot Waterschap Drents Overijsselse Delta met het hoofdkwartier in Zwolle. In 2014 werd in het Stadsmuseum met een expositie aandacht besteed aan 650 jaar waterschap in dit gebied.

Het waterschap Vollenhove werkte in een gebied met grote hoogteverschillen: 20 m + N.A.P. in de omgeving van Steenwijk tegen 10 m + N.A.P. in de omgeving van St. Jansklooster en 2 m - N.A.P. in wat we nu maar noemen de Gieterse polders. U begrijpt wel, dat daar heel wat bemalingsproblematiek achter verscholen zit.  Sinds 1920 beschikte het waterschap hiervoor over een stoomgemaal aan de (toen) zeedijk tussen Vollenhove en Blokzijl, het watergemaal A. F. Stroink - genoemd naar de dijkgraaf uit die tijd.

De problemen van de waterbeheersing stellen in elke tijd andere eisen. Steeds heeft het waterschap die problemen in dit waterstaatkundig hoogst interessante gebied de baas gekund. Behalve dan in de oorlogsjaren 1940-1945, toen door de Duitse bezetter 5000 ha. werden geïnundeerd en door gebrek aan brandstof voor de gemalen - alweer de schuld van de bezetter - nog eens 11000 ha niet meer konden worden bemalen. Tegen zo'n stroom van onheil is geen waterschap opgewassen. Wel tegen de periode van hoog water in 1995, toen een hele woonwijk van Vollenhove, aangelegd in de Bentpolder, dreigde geëvacueerd te worden door fouten (stagnerende en verkeerde waterafvoer vanaf het Hoge Land) en belangenverschillen (waterschap Zuiderzeeland) over het afsluiten van de waterkering bij Kadoelen.