In het depot van het Stadsmuseum bevindt zich de koopakte van het pand Voorpoort 7 (huidig adres) te Vollenhove, door Dirk Overwegh, uit 1732. Met twee zegels. Een transcriptie is gemaakt door Klaas Boes (1941-2017).
Tekst:
Ick Dirk Ridder, wegens hogere Overigeijd Scholtus van Vollenhoo, t’ Omleggende Land, ende der Fortresse Blokzijl doe Cond, en certificere mits desen, dat voor mij en Goornooten als waeren Jacobus van Neringen en Jan Voerman op den 23 Junij 1732 in desen Edele Gerichte gecompareert ende erschenen is de Edele Hendrik Morre als Gessionaris van Berent Borne, welke bekende eeuwighlijk en erffelijk verkocht te hebben, in gevolge Koopkontrakt in dato den 18en Juli 1728 aen en ten behoeve van Dirk Overwegh, dessels Ehe Vrouw en Erfgenamen seeker huys hoff en weere staande buiten de Landpoorte van Vollenhoo, waer aan ten Oosten Hermen Westenbrink, en ten Westen Jan ten Napel naast gelegen zijn strekkende Noordwaerts van de gemeene straate, tot Zuidwaerts aen het Kampien van Schipper Tijmen Roos cum-suis, zijnde dit voorschr(even) huys hoff en Weerhe beswaert met 18 Stuivers Ooster-leeninge en 13 Stuivers; 8 penningen, wegens uitgank aen de Geestelijkheid van Vollenhoo jaarlijks, en eene schoorsteen, anders vrij van eenige Uitgaende renten off pachten exempt Heeren en Nabuyrlijke Lasten, die de Aankopers tot hare lasten sullen moeten waghten en waeren alsmede met hun lusten en lasten, reght en gereghtighede in aller gestalte Verkoper daer toe bereghtight is, daer niet aff off toedoende, Sijnde dit huys also verkoft voor een somma van vierhondert en vijftig Caroli guldens: waer van Comparant in sijn voorschreven qualiteijt bekent ten vollen voldaen en betaelt te wesen, soo wel van den laasten als eersten pennink: doende dan van opgemelte huys cum annexis in voegen verhaelt bij desen Cessie, transport en Overdraght aen en ten profijte en erffelijken eygendon van de Aan Koopers voornoemt, met belofte om het selve alsoo te sullen staen waghten en waaren voor alle evictie, opspraake en naemaaninge soo, en als sulx nae reghte behoort. In waerheyts oirkonde heb ick Scholtus opgemelt desen geteekent en gezegelt, gelyck mide Comparant in sijn qualiteijt desen geteekent heeft en tot vestenisse van dien uyt Sijnen naame met het Zegel van wijlen Dokter en Burgemeester ten Broeke bekraghtight binnen Vollenhoo op datum als boven.
Verklaring
Het gaat dus om een huis en erf ‘buiten de Landpoort’. Met de uitdrukking ‘buiten’ of ‘voor’ de Landpoort werd de Voorstad bedoeld, een bebouwd deel van de ‘stadsvrijheid’ ten oosten van de stadspoort. Voorstad werd Voorpoort, en strekte zich uit tot waar tegenwoordig de toegang tot het Marten Kingmaplein is.
Zie ook het artikel in Kondschap 22e jaargang nr. 1, van januari 2006: “Van Heerde: buiten of binnen de Landpoort?” van P. Datema en mij.
De begrenzingen worden duidelijk in de akte aangegeven, en bleven vermoedelijk tot het verschijnen van de eerste kadasterkaart in 1832 grotendeels hetzelfde.
Uitsnede moderne versie kadasterkaart 1832: links de stad, begrenst door de stadsgracht,, onder de Voorstad, rechts de Turfsteeg. Het puntje linksboven is de molen. .
Ten westen lag in 1832 de kavel van de erven Jan ten Napel, de kleinzoon van de Jan die in de koopakte als buurman wordt genoemd en leefde van voor 1710 tot 1763. Hij dreef daar een herberg, later bekend als Logement Van Smirren / Hotel Van der Veen. Ten oosten woonde Hermen Westenbrink, touwslager, geboren voor 1714. De kavel, later bekend als B509, strekte zich vanaf de straat noordwaarts uit tot ‘de kamp’ (weiland) van een zekere schipper Tijmen Roos waarvan ik geen gegevens terug heb weten te vinden. In 1832 was dit weiland eigendom van Jentje Smits-Heetebrij, een paar huizen verderop, die vermoedelijk na de dood van haar man in 1821, toen wever, veehoudster is geworden.
Als ‘notaris’ trad Dirk Ridder op, de schout van (ambt) Vollenhove en Blokzijl, sinds 1719 opvolger van Petrus Bernars – die overigens getrouwd was met een Anna Ridders, familie? Het baantje van schout werd in die tijd van vader op zoon doorgegeven, van overgrootvader Bernardus Michiel in de 16e eeuw op grootvader Frans, en vervolgens op Petrus’ vader Willem. Het is dat zoon Willem in 1723 moest vluchten nadat hij zijn zwager had doodgestoken - zie Familiedrama in Vollenhove: de zwagermoord (1723).
Die zwager was de zoon van burgemeester Herman ten Broecke, doctor in burgerlijk en kerkelijk recht, die in 1690 nog als ‘notaris’ optrad in Blokzijl – het zal zijn zegel zijn, dat Dirk heeft gebruikt, vermoedelijk bij ontbreken van een eigen zegel.
De getuigen zijn Jacobus van Neringen (geb. voor 1684, na 1704 getrouwd met Hilligje IJspeerd, 5 kinderen, gemeensman, timmerman voor o.a. de diakonie, overleden1748 – lid van de elite) en Jan Voerman (mogelijk zoon van kleermaker Hessel Voerman, geboren 1668). De vertegenwoordiger van de verkoper is Hendrik Morre, geboren voor 1703, koster van de kerk in Vollenhove, ‘riemer’ van Zwartsluis en schout van Emmeloord, het noordelijke deel van Schokland. Hij werd in 1730 burger van de stad Vollenhove en woonde in de Kerkstraat. Zijn afkomst kan ik niet precies duiden, de betiteling ‘edele’ zou kunnen wijzen op een relatie met de familie Morre uit Kampen, in Vollenhove de stichters van wat later havezate Plattenburg werd.
Verkoper Berent Borne is geboren in 1701 en kreeg kinderen in 1724 en 1725. Het is de enige zoon van Gerrit, wiens vader Berent Gerrits Born als smid geregistreerd staat. In 1685 werd een Jan Berents, smid, burger van de stad. De in de koopakte vermelde schoorsteen, hetgeen duidt op enige welstand, is mogelijk die van de smidse. Daar ligt dan mogelijk de link naar koper Dirk Overweg, meestersmid, stadsburger sinds 1730. Zijn vrouw is dan vermoedelijk Jantje Roelofs, hun in 1726 geboren kind heet Maria. Het geboortejaar van Dirk is onbekend, maar zal rond 1700 zijn geweest. Ook zijn afkomst is onbekend. Mogelijk is hij als smidsknecht naar Vollenhove gekomen, zoals zijn schoonzoon Egbert. Dirk hertrouwde rond 1740 met Jantje Seising (1715-1790), ze kregen Lambert in 1743 en Hendrikje in 1750. Die trouwde in 1778 met smidsknecht Egbert Van Heerde, die in 1790 burger van de Stad Vollenhove en meestersmid werd, mijn oudovergrootvader (7 generaties terug!). Hij is de stamvader van alle Van Heerdes in Vollenhove.
In 1868 ging het pand verloren in een grote brand, die de hele voorstad in de as legde, maar werd herbouwd op dezelfde plek. Dat herbouwde pand staat er nog steeds en was mijn geboortehuis.