In de jaren ’60 was bakker Hendrik Jaap (Van Doesburg, maar iedereen noemde alleen zijn voornaam) al wel op leeftijd, maar immens populair vanwege zijn amuletten. Een amulet was geen talisman, maar een platte koek, ergens tussen eierkoek en een taaipop in. Een beetje zoet, een beetje kruidig. Als hij te hard was geworden, doopte je gewoon een stuk in de koffie.
Zo’n amulet kostte maar 15 cent, en je had er een hele hap aan – als je die in je eentje opat.
Na de dood van Hendrik Jaap werd de amulet vreselijk gemist. Maar zijn recept bleef geheim – tot een paar jaar geleden, toen de familie van zijn knecht het overdeed aan bakker Houtsma. Die bakte ze weliswaar ook al een tijd, maar ze haalden het niet bij die van Hendrik Jaap. Het recept is echter volgens Houtsma niet te vertalen naar deze tijd, de ingrediënten zijn anders.
Er zijn ook mensen die de amuletten van vroeger nu zelf bakken. Een recept – hieronder beschreven – zou afkomstig zijn van Schokland. Het was Aleida de Boer 1858-1940, overgrootmoeder van Vollenhovenaar Jan Klappe (van Prevent Praktijk) die het recept van haar moeder heeft meegenomen van Schokland dat in 1859 werd ontruimd. Jan Klappe: “ze is deze amulettekoeken gewoon blijven maken toen ze zich in Vollenhove hadden gevestigd, natuurlijk deden de meeste Schokker vissersvrouwen dit ook. De Vollenhoofse vissers zijn dit gaan overnemen omdat men dit ook wel als proviand aan boord wilde hebben. Een bakkerij (dat moet Hendrik Jaap, of misschien zelfs zijn voorganger zijn geweest – HvH) heeft later dit recept ook overgenomen en is dit blijven bakken, en er zijn inmiddels vele varian-ten ontstaan.”
Overigens kan dit verhaal uit historische kringen rond Schokland niet bevestigd worden, wel zijn van Schokland – en nu nog op Urk – de ‘Schokker Moppen’ bekend.
Amulet in de bekende betekenis van talisman zorgde kennelijk wat verwarring bij het Bakkerijmuseum. Op de webpagina (www.bakkerijmuseum.nl) over ‘Brood, banket en bijgeloof’ staat te lezen:
Amulettekoek
Vollenhoven was een voorname plaats met veel inwoners van adel tot het stadje in verval kwam en een vissersplaats werd. Vissen op de Zuiderzee was toentertijd niet zonder risico’s. De vissersvrouwen bakten daarom amulettekoeken als talisman voor de vissers op zee. De vissers namen aanvankelijk talismannen mee in de vorm van penningen, kettingen of armbanden. De vervangende amuletten van koek waren niet alleen bedoeld als voedsel voor de hardwerkende mannen maar dienden ook als afweer tegen watergeesten.
Ook Johan Klappe maakt hier melding van bij zijn recept (zie verderop).
Amulet of omelet
In 18e en 19e eeuwse kookboeken kom je regelmatig recepten tegen voor amulet als ander woord voor omelet: een amulet is eigenlijk een koek van enkele eieren, die maar aan één kant gebakken wordt (uit: De zorgvuldige keuken-meyd, Snoeck-Ducaju, 1833). Ook in een ander kookboek in die tijd wordt ‘amulet’ genoemd voor wat wij nu ‘omelet’ noemen, in diverse varia-ties, ook met brood – zo een dunne koek vormend.
Het lijkt eerder op een flensje / pannekoek. In de Frauenzimmerlexicon uit 1715 wordt verwezen van Omelotte naar Aumulette. Die kennen we bij Rijntje Biljardt als Amulet. Met twee recepten. Een voor een zoete omelet en daarna een Engelsche amulet: gebakken eieren met een scheutje azijn. Maar gaat het wel om een omelet zoals wij die kennen?
Lees maar even een hertaling en inkorting mee:
Aumelettes
Dit zijn een soort dunne pannenkoekjes met allerhande vulling erover gestreken. Dan rol je ze op en gaar je ze in een bouillon boven het vuur. Drie soorten zijn heel populair: 1: met kersenmoes, 2: met gehakt vlees, 3: met appels. Het opmerkelijke van dit recept is dat er behalve eieren ook bloem en melk door gaat, dus het is geen omelet, maar een flensje, dat je ook nog eens moet stoven in een bouillon.
Je maakt een dun beslag van eieren, melk en bloem en doet daar foelie door. Je bakt een hoeveelheid van het beslag in een koekenpan waarin je boter smelt. Het beslag moet dun uitlopen en de hele bodem van de pan bedekken Van onder moet het bruin worden, van boven droog. Je kunt de amulet ook een keer omdraaien in de pan. En je bakt er zoveel als je nodig hebt. Meng dan kersenmoes met kleingehakte amandelen, suiker, kaneel en kruidnagel. Als het te droog is roer je er wat wijn door.
Smeer de kersenmoes over de amuletten en rol ze op en leg ze netjes naast elkaar in een vuurvaste schaal. Roer dan wat sterk verdund kersenmoes los met suiker, kaneel en kleingesneden citroenschil en giet deze 'bouillon' over de opgerolde pannenkoekjes. Dek de schaal af en zet in een oven tot alles goed warm is en een lekker gerecht is ontstaan. Als je ze opdist kun je er naar smaak nog meer suiker over strooien.
In enkele Engelstalige woordenboeken:
omelette - Omelet has also been written omelette, amulet, and aumelet; omelet's root sense is "thin layer" or "crepe," and it was first described in English as a "pancake of eggs." - Farlex Trivia Dictionary. © 2012 Farlex, Inc.
Het huidige woord omelet heeft eigenlijk niets van doen met eieren maar met de manier van bakken, met een dunne vlakke pan. In de 14e eeuw vind je de termen analumelle of alemelle, wat letterlijk dunne plaat betekent, zoals het blad van een zwaard of een mes. Het woord werd alemette en alumette in de 15e eeuw. Andere variaties zijn aumelet, ammulet en aumelet. (bron: https://etyman.wordpress.com/tag/amulet/ )
Amulet komt dus van alumelle, cq lemelle (blad van een zwaard), daarvoor van het Latijnse lamella of lamina = dunne plaat.
Dat komt overeen met de vorm van de amulet die wij kennen: een platte, langwerpige (plaat) koek, voor het bakken bestreken met eiwit voor de glans. Het lijkt ook op het zwaard van een platbodem (schuit). Maar het heeft ook een beetje weg van een duivekater, de traditionele de-cemberkoek – tegenwoordig eerder een lux vloerbrood, maar dan helemaal zonder de versieringen. Zou het een ‘uitontwikkeling’ zijn, een Vollenhoofse variant van de Noord-Hollandse duivekater?
Recept
Laat 250 gram boter smelten in de pan.
Pak een grote beslagkom en doe hier 600 gram bruine suiker in, aangevuld met 5 zakjes vanille suiker, half zakje bakpoeder, 10 theelepels koekkrui-den, een mespuntje zout en 2 eetlepels amandelaroma (kleine flesjes van dr.Oetker).
Doe in een maatglas 100 ml melk (soja gebruik ik altijd) en 5 eieren, giet de gesmolten boter in de beslagkom boven op de suiker etc. en ga mixen. Doe tijdens het mixen de melk en de eieren erbij in.
Vervolgens 500 gram patentbloem en 500 gram zelfrijzend bakmeel, nog een half zakje bakpoeder – dit kun je dus beter al klaar zetten zodat je in een keer door kunt mixen.
Maak een mooi beslag en dek dit af met aluminiumfolie en laat dit minstens twee dagen in de koelkast staan.
Na twee dagen snij je het beslag in de kom in vieren. Per vak haal je er met een gewone eetlepel 10 balletjes uit, 40 balletjes dus in totaal.
Maak de balletjes plat en ovaal (gebruik een beetje water erbij) en leg ze op bakpapier, ze zijn dan ongeveer 4 mm dik.
Als ze op de bakplaat liggen wrijf je er even wat ei overheen en met een gebakvorkje doe je een streepje in lengte richting over de koek.
Bak ze af in 45 a 50 minuten op 180 graden, afhankelijk van je soort oven:
een heteluchtoven op 160 graden, baktijd 30 a 35 minuten.
Even in de gaten houden!
(Bron: Johan Klappe, Vollenhove, www.preventpraktijk.nl)
Amuletten worden nog gebakken en verkocht bij Bakkerij Houtsma, Kerkstraat 70 in Vollenhove. De prijs is wel wat hoger dan vroeger!