Vollenhove, stad der paleizen genoemd in de zeventiende eeuw vanwege het grote aantal adellijke huizen, havezaten. Dat kwam doordat Vollenhove een bestuurlijk centrum was met een kasteel van waar uit de bisschop van Utrecht als landsheer regeerde over het Oversticht: Overijssel, Drenthe en een groot deel van Groningen. Toen keizer Karel V het regeren overnam en stadhouders aanstelde, werd zijn man in Friesland, Georg Schenck (1480-1540) - daarvoor drost op het kasteel in Vollenhove - ook de baas in Groningen, Drenthe en Overijssel en bestuurde vanuit zijn kasteel Toutenburg te Vollenhove. Door het beleg van het naburige Steenwijk en de strijd er omheen aan het begin van de Opstand verloor de stad Vollenhove die positie als het 'Den Haag van het Noorden', maar bleef hoofdplaats van 'het Land van Vollenhove', één van de drie drostambten van Overijssel. Het hoogste orgaan in Overijssel werd gevormd door de Ridderschap en Steden, de 'ridders' uit Vollenhove waren de grootste groep. Vrijwel de hele stad leefde van de adellijke gezinnen die op de 17 havezaten woonden, grotendeels binnen de stad. Door de Franse tijd met zijn 'gelijkheid' kwam hieraan definitief een einde. Vollenhove schakelde om naar de visserij, had uiteindelijk een vloot van 200 Zuiderzeeschepen en -scheepjes - tot de komst van de Afsluitdijk en de Noordoostpolder.
Er zijn veel sporen bewaard gebleven, zoals de drie kerken, vijf havezaten in de stad en één daar vlak buiten, het Raadhuis (1621) en natuurlijk beide havens. Op deze website vind u de rijke historie van de stad terug in beschrijvingen van gebouwen, personen en gebeurtenissen. Een aantal daarvan is hierboven met een icoontje aangeduid waarop u kunt doorklikken.