De eenentwintigste keer dat er edelen in de orde werden opgenomen (in het Habsburgse huis, door toedoen van karel V) vond plaats in 1546. De vorige opname was in 1531, in Tournai, met o.a. Georg Schenck (1480-1540) van Toutenburg. Het was opnieuw een feestelijke gebeurtenis, dit keer in Utrecht, in het tegenwoordige hotel Utrecht waar veel schilderijen nog aan deze gebeurtenis herinneren.

Het adellijke gezelschap bestond uit:

Maximilien II d'Autriche, empereur des Romains (1527-1576).
Inigo Lopez de Mendoza, 4me duc de l'Infantado (1403-1566).
Fernando Alvarez de Toledo, 3me duc d'Albe (1508-1582).
Côme I de Medicis, duc de Florence, 1er grand duc de Toscane (1519-1574).
Albert V, duc de Bavière (1528-1579).
Emmanuel-Philibert, duc de Savoie, prince de Piémont (1528-1580).
Octave Farnèse, 2me duc de Parme (1524-1586).
Juan Esteban Manrique de Lara, 3me duc de Najera (1504-1558).
Frédéric, comte de Furstenberg (1496-1559).
Philippe de Lannoy, 2me prince de Sulmone (1514-1553).
Joachim, seigneur de Rye (?-?).
Ponthus de Lalaing, sgr. de Bugnicourt (vers 1508-1558).
Lamoral, comte d'Egmont, prince de Gavre (1522-1568).
Claude de Vergy, comte de Gruères (1495-1560).
Jacques, comte de Ligne et de Fauquemberg (d. 1552).
Maximilien de Bourgogne, marquis de Vere (1514-1558)
Pierre-Ernest, comte de Mannsfeld (1517-1604).
Jean de Ligne (1525-1568), graaf van Aremberg.
Pierre de Barbançon, sénéchal du Hainaut (vers 1500-1557).
Jean de Lannoy, sgr. de Molembaix (vers 1509-1560).
Pedro IV Fernandez de Cordoba, 4me comte de Feria (1518-1552).

In dit gezelschap familieleden van Jean de Ligne, maar ook de Graaf van Egmond die later werd onthoofd. De volgende opname in de orde vond plaats in 1555 te Antwerpen onder Philips II, met o.a. Willem van Oranje.

De orde werd in 1430 opgericht door Filips de Goede, hertog van Bourgondië en heerser over de meeste Belgische gewesten. De orde van het Gulden Vlies was een soort van tegenhanger van de Engelse orde van de Kousenband. Zij moest de gelijkwaardigheid van Filips met de andere Europese vorsten beklemtonen. Zij bestond uit 30 ridders (50 vanaf 1516) en 4 officieren: een schatbewaarder, een wapenmeester, een kanselier en een griffier. De orde was dus een selecte club om de beste medewerkers en buitenlandse bondgenoten van de hertog te eren. Het ereteken van de orde was een ram. Het dier verwees naar de Griekse legende van de Argonauten en het moest suggereren, dat de Bourgondische dynastie afstamde van de Trojanen.