De familienaam Mondria werd en wordt in Vollenhove veelvuldig aangetroffen. Waar komt die naam vandaan? Wel, uit Monreal dus, een dorpje in de Eiffel (Duitsland). Het werd een geslacht van kuipers en visventers.

Monreal, de roots van de Vollenhoofse Mondria'sTwee broers Mondria hebben een stamboomonderzoek ingesteld en kwamen tot de conclusies dat de diverse Nederlandse dragers van hun familienaam in twee verschillende groepen waren te onderscheiden: één groep nakomelingen van een stamvader uit Valencia, Spanje, een andere groep – waartoe ook zij behoren – afstammelingen van Matthias Monreal uit het gehucht Ettringen bij het plaatsje Ochtendung in de buurt van Koblenz. Vlak daarbij ligt middenin de Eiffel het dorpje Monreal  (Latijn: Monsregalis = Koningsberg) waar ook een adellijk geslacht Monreal cq Virneburg van afkomstig is, doch uitstierf in 1585. De allereerste naamsvermelding van Monreal dateert uit 1008.

Matthias Monreal (10-3-1725 – 6-1-1797, kuiper van beroep) kwam naar Vollenhove rond 1750: op 16-9-1750 trouwt hij in Vollenhove met Sophia Backer, dochter van een soldaat in Steenwijk, zij is dan al 5 maanden zwanger.
De ouders van Matthias zouden zijn: Nikolaus Monreal, rentmeester/verpachter, en de weduwe Anna Arfft. Uit recent aangedragen informatie lijkt dit niet te kunnen kloppen. Er bestaat weliswaar een Matthias Monreal, geboren op 11-3-1725 in Ettringen als zoon van Nikolaus Monreal en de weduwe Aanna Weiler (haar eerste man heette Arfft) maar die Matthias trouwt in 1756 met Catharina Boeck en in 1765 met Anna Maria Müller. Hij krijgt totaal 8 kinderen, allemaal in Ettringen.

Het echtpaar Matthias en Sophia krijgt in Vollenhove 10 kinderen. De oudste, Jan Matthijs, is gedoopt in de RK Kerk gedoopt op 19-1-1751, de overige kinderen in de NH kerk (daar waren de ouders ook in getrouwd). De familie lijkt op enig moment naar Amsterdam te zijn verhuisd.

Zoon Jan Matthijs, wiens naam al snel tot Mondria wordt verbasterd, blijft in Vollenhove, wordt er in 1774 burger, is van beroep karreman/voerman en trouwt in 1779 in Zwolle met Louwisa Loos die 6 jaar later overlijdt. Hij trouwt vervolgens met Jentjen Hendriks met wie hij 8 kinderen krijgt. Hij overlijdt in 1842. 
Deze familielijn bestaat nog steeds, o.a. in / bij Vollenhove tot Albartus Mondria (1929) met zijn vrouw emigreert naar Canada maar ook met nazaten op diverse andere plaatsen in Nederland.

De tweede zoon van de stamvader, Pieter Mondria, trouwt in 1781 in Amsterdam maar krijgt voorzover bekend geen kinderen.

Hendrik Mondriaal (1764-1838, kuiper), een andere zoon, wordt burger van Vollenhove in 1789 en trouwt met Zwaantjen Jongman. Ze woonden in de Kerkstraat en hadden 7 kinderen waarvan de 3 zoons allen kuiper werden.
Hun tweede zoon Matthijs (1803-1886) woont kennelijk in Ambt-Vollenhove, gehuwd met Zwaantjen van den Berg. Hun zoon Jan (1837-1913) trekt naar Heerde en begint daar een kuiperij die bleef bestaan tot 1961, gedreven door zijn nakomelingen. Men maakte botervaten, totdat de melkfabrieken boter in kartonnen dozen gingen verpakken. Deze tak van de familie bestaat nog steeds en kent vele leden, vooral op de Veluwe.
Hun zoon Jan (1810-1859) blijft als kuiper in Vollenhove, zijn nakomelingen worden vissersknechten of visventers tot het verdwijnen van de visserij uit Vollenhove waarna diverse beroepen in de familie voorkomen. Ook deze tak bestaat nog steeds en kent vele leden waarvan er vele in Vollenhove en omgeving wonen.

Johannes Mondria (1771-1838), een andere zoon van stamvader Matthijs, wordt bakker evenals zijn zoon Matthijs (1802-1881). Die krijgt in twee huwelijken 8 kinderen waarvan slechts één volwassen wordt, wel trouwt maar geen kinderen krijgt waarmee deze tak uitsterft.
Ook de lijn van Marcus, de jongste zoon van stamvader Matthijs, sterft uit (in 1844).

Visventers

Veel Mondria's in de 19e en begin 20e eeuw waren visventers, een vergeten beroepsgroep. Daarbij Pieter Mondria (1841-1900), getrouwd met Jantje / Jansje Hendrika Edelenbos (1841-1887). En vier zoons: Jan ‘bot’ (1868-1945),  Johannes (1877-1934), ‘boezeroen met botten’, en ook diens zoon Jan (1899-1979). Dan Hendrik (1875-1954), ‘sleupien’  en ook diens zoons Piet(er) (1901-1975), ‘jumbo’, en Barteld (1897-1974). Van Hendriks zoon Berend werden  zoons Peter (1895-1978) en Steven (1901-1983), ‘de kop’ visventer. Verder nog Jacob Mondria (1898–1973 Amsterdam, kinderloos), en mogelijk tijdelijk Hendrikus Mondria (1893 Barsbeek – 1972). Op het Ambt ook nog Hendrik Jan Mondria (1907 Leeuwte - ?), die woonde bij het gezin van zijn broer Lambertus Johannes (1908–1941), en. Pieter (Jans) Mondria (1896–1973).

Elke familie kent zijn zwarte schapen, zo ook de Mondria's. In Vollenhove was Jacob Mondria (geb. 20-3-1920, zv Hendrik Mondria en Aaltje Huisman, overleden in 1973) een 'bekende' van justitie. Zijn bijnaam was Sleupien, overgenomen van zijn vader - zoals gebruikelijk in Vollenhove. In tegenstelling tot zijn zoon, hieronder beschreven, gebruikte hij echter nooit geweld.

Landelijke bekendheid kreeg Jacobs zoon Adrie Mondria (1957-2011), hij noemde zich later Aalt. In Vollenhove was hij in zijn jeugd al zeer berucht. Hij was sterk in het onder bedreiging van geweld manipuleren van zijn 'vrienden' die hij aanzette tot winkeldiefstal en straatroof. Zijn bijnaam is 'Nekkien'. In 1978 vermoorde hij bij een gijzelingsactie een echtpaar en hun dochter in Hoeven. In 1997 verdronk hij in een kanaal het 10-jarig zoontje van zijn toenmalige vriendin die hij tijdens proefverlof had leren kennen. Hij gijzelde in de Mesdagkliniek een psychiater en schoot tijdens een nieuw proefverlof in een Zwols discotheek een halfautomatisch wapen leeg... Sindsdien werd hij voortdurend strak bewaakt en vastgehouden in TBS-kliniek Veldzicht, vooral in de isoleercel, en werd als onbehandelbaar beschouwd.  De 18 jaar cel, die hij uiteindelijk kreeg, heeft hij niet volgemaakt, hij stierf achter tralies.