In 2007 is een studie uitgevoerd door dr. Lucia H. Albers, tuinhistorica (foto hiernaast, met de camera), naar de mogelijkheden om het landgoed Old Ruitenborgh zodanig te restaureren dat recht wordt gedaan aan de historische elementen, de oorspronkelijke opzet, het huidige gebruik en aan de moderne eisen van beheer en onderhoud.
Voor de nieuwe opzet werd een plan gemaakt door landschapsarchitecte ir. Anja Guinée (foto hieronder, ze staat helemaal rechts). Dat plan werd geaccepteerd door de Gemeente Steenwijkerland en in de zomer van 2010 werd onder leiding van Openbare Werken door diverse uitvoerders met man en macht gewerkt aan de realisatie die zo'n 525.000 euro kostte.
Op 29 september 2010 kon het park, inmiddels als stadspark betiteld, feestelijk worden 'overgedragen aan de bevolking'. Dat gebeurde na een receptie in de havezate Oldruitenborgh op de voormalige molenbelt, waar mevrouw Lassche haar winnende gedicht over het vernieuwde park voordroeg en als tekst op een bord onthulde. Lucia Albers vertelde over de verschillende soorten stinseflora, waarvan de aanwezigheid zal worden versterkt door het planten van honderden bollen in diverse soorten.
Het park is door de restauratie meer open geworden. met name is er een zichtlijn geschapen vanaf de oude molenbelt, waar tot een eeuw na de bouw van kasteel Toutenburg de stadsmolen stond. In die zichtlijn bevindt zich ook de herstelde 'beek', een typisch element in zo'n 'Engels werk'. Over die beek twee nieuwe, handgemaakte bruggen in de oude Zwitserse stijl. De voormalige stadsgracht is verlengd naar het pad langs de havezate, de naastliggende voormalige stadswal is opgehoogd en er loopt nu een pad overheen waardoor de hoogteverschillen en daarmee het effect van vroeger duidelijk zichtbaar worden. Over de stadsgracht is ook een nieuwe, Zwitserse brug gelegd. Het nieuwste deel van het park, aan de Groenestraat, heeft de meeste veranderingen ondergaan en is nu pas een integraal onderdeel geworden in de stijl waarin destijds het park op het landgoed is aangelegd. Aan de kant van de Laan van Toutenburg, de lange lindenlaan, is door het uitgraven van de sloot en aanbrengen van beschoeiing die laan nu meer geaccentueerd ten opzichte van het park. De oude theekoepelberg is hersteld en daarnaast ligt over de nieuwe sloot een nieuwe 'zwitserse' brug waarover vanuit de zuidelijke wijken, in de Bentpolder, bewoners gemakkelijk hun weg door het park naar het stadscentrum kunnen vinden.
Een onderdeel van de restauratie was het terugbrengen van de glooiende lijnen van het eiland, waarop destijds het kasteel Toutenburg, met behulp van een beschoeiing. Daarvoor is het plankier van het openluchttheater definitief verwijderd - mogelijk komt er in voorkomende gevallen een drijvend plankier tijdelijk voor terug. De glooiing waarop het publiek destijd plaatsnam is in ieder geval grotendeels bewaard gebleven, maar wel beter geïntegreerd qua beplanting.
Bij het aanbrengen van de beschoeiing rond het eiland bleken de muren van het kasteel, die vlak onder de waterlijn werden aangetroffen, een onneembare barrière. Men is nu van plan om het waterpeil tijdelijk zo'n halve meter te verlagen om die fundamenten te inspecteren en alsnog een oplossing te vinden. Vooralsnog wordt er geen been gezien in het opmetselen daarvan tot net boven de waterlijn, waarmee de geschiedenis juist weer zichtbaar zou worden.
Ook bij het plaatsen van beschoeiing onder de laagste van de twee bruggen in de stadswal stuitte men op een muur, aan de westelijke brugvoet. Niet zomaar enkele stenen, maar een echte muur. Aard en oorsprong hiervan zijn vooralsnog volkomen onduidelijk. Vanaf de molenbelt richting de school stuitte men op een oude 'riolering', een ronde gemetselde buis van plm. een meter doorsnede, mogelijk zelfs met een vertakking. Dit onderdeel was al tientallen jaren bekend bij sommige Vollenhovenaren, die er in hun jeugd wel speelden. De buis is overigens om veiligheidsredenen volledig met zand volgestort. Deze 'onderaardse gang' spreekt uiteraard zeer tot de verbeelding, vooral vanwege de historische roman rond de Toutenburg waarin dit gegeven verwerkt is.
De oude molenbelt is op de top voorzien van een plaveisel van kinderkopjes, met daarop een 'rond'zit. De stenen zijn afkomstig uit het gebied bij de Canneveltstraat, tevoorschijn gekomen na de sloop van de woningen enkele jaren gelden, op een diepte van plm. 60 cm onder het maaiveld, in de vorm van een pad. Gezien de vindplaats, in ieder geval binnen de voormalige stadsgracht, zou dit een onderdeel of zijpad kunnen zijn van de vroegere Hofstraat die leidde naar de 'hof' (tuin)van de familie Hagen, zie ook de stadsplattegrond van Blaeu.