In 1859 kwamen er 28 gezinnen van Schokland naar Vollenhove, totaal 126 mensen. Daarvan vertrokken tussen 1861 en 1870 weer negen gezinnen, waarvan twee naar Volendam en twee naar Kampen. Van enkele gezinnen is bekend dat ze hun eigen huis hebben meegenomen vanaf Schokland.
Zeven gezinnen kwamen in Vollenhove terecht op ‘het Fort’ (zie Schokkers op het Fort), twee in de oude pastorie aan het Kerkplein, en twee in de Kerkstraat.
Uit kadastergegevens blijkt dat er ook een groep terecht kwam op een braakliggend stuk aan zee, Kalverenbosch genaamd. Een naam, die ook in andere steden voorkomt voor een pleintje, vaak met bomen, mogelijk om de kalveren uit de stadsboerderijen te weiden.
Kaartje: situatie rond het Kalverenbosch op de kadasterkaart van 1832 (bron: Hisgis).
In 1649 bestond het al, zie links de kaart die toen werd gepubliceerd door Bleau – overigens met een grote fout want het water rechts op bijgaande uitsnede was ook gewoon een weg, de Gasthuissteeg. Ik heb de uitsnede van die kaart express op de kop gezet om het goed te kunnen vergelijken (in die tijd was de bovenkant van de kaart meestal het zuiden, nu het noorden).
Aan het Kalverenbosch stonden in 1832 twee huisjes en de bokkinghang van de baron. Op ‘publieke grond’, zo schreef de man van het kadaster, verrezen in 1859 zes huisjes van Schokkers. Aan één kant van het pleintje, in het verlengde van de Gasthuissteeg, was een stuk grond (met een oud huis er op, naast het Weeshuis) een paar jaar eerder gekocht door een Vollenhoofse timmerman – nu zouden we hem projectontwikkelaar noemen – met het doel er vijf huisjes op te bouwen. Dat werden er in 1859 vier, allemaal voor Schokkers. Zo woonden er tien Schokker families heel dicht bij elkaar.
De adresaanduidingen veranderden door de jaren heen enkele malen. De nummering was eerst ‘Visschersstraat’ (VS), later werden de huizen Aan Zee (AZ) apart benoemd en genummerd.
Het kaartje hiernaast is de gereconstrueerde situatie van 1868, met de adressen van toen.
In het verlengde van de Visschersstraat (VS), aan de zuidrand van het Kalverenbosch, stonden de huisjes VS216 en VS217, aan de oostkant van het Kalverenbosch, langs het terrein van het Weeshuis VS222, VS223, VS224 en VS225.
Foto’s rond 1935 geven een doorkijkje in wat later ook officieel Kalverenbosch werd genoemd, het steegje in het verlengde van de Gasthuissteeg tussen de Visschersstraat en Aan Zee.
Het witte huis met de donkere onderrand is VS225. De kruiwagens waren van de visventers die er toen woonden.
De oorspronkelijke noordrand van het Kalverenbosch heet nu Aan Zee. Daar verrezen vier Schokker huisjes ‘op publieke grond’: VS218, VS219, VS220 en VS221.
Eigenaren en bewoners
VS216: Jongsma, Jongsma-Bape, Konter-Jongsma, De Boer-Konter, Kwakman
Op 28 juni 1859 arriveerde het gezin van Lolle Jongsma met vier kinderen in Vollenhove. Lolle Jongsma (1823-1865), geboren in Workum, was in 1851 op Schokland getrouwd met Aleida Alberts Bape (1827-1918), een weefster op Emmeloord. Hun huis van 46 m2 werd gebouwd naast de bokkinghang van de baron aan het einde van de Visschersstraat, aan de rand van het Kalverenbosch, op publieke grond. De moeder en twee broers van Lolle arriveerden op dezelfde dag, maar onduidelijk is waar zij gingen wonen.
In 1906 werd het huisje verkocht aan Albert Jacobs Konter (1852-1924). In 1937 ging het eigendom voor het grootste deel over op het RK Armbestuur. Dochter Aleida bleef er wonen met haar gezin van acht kinderen. In 1951 werd het verkocht aan schoonzoon Bruin Kwakman (1917-1998), metselaar. De gemeente kocht het in 1964 om te slopen.
Op de foto links een doorkijkje door de Visscherstraat naar de Vismarkt. Links de bekende schutting op de hoek, een van de favoriete locaties van oudere vissermannen om te kletsen. De foto rechts is iets verderop genomen.
VS217: Toeter-Bape, Toeter, Kwakman, Klappe, Kwakman.
Het huisje op de hoek van de Visschersstraat en het Kalverenbosch werd in 1859 gebouwd en was eigendom van Maria Willems Bape (1815-1892), weduwe van Cornelis Toeter (1798-1853). Het lag schuin tegenover het andere huisje van deze familie Toeter, adres VS 224. Ze had haar huis op Schokland C86 afgebroken en meegenomen, mogelijk is dit het herbouwde huisje. Vanaf 1868 woonde hier het gezin van dochter Jacoba Toeter (1847-1916), in 1868 getrouwd met Cornelis Kobussen Mossel (1839-1891). Veel later woont hier Tijmen Alberts Klappe (1831-1922), ‘ouwe boertje’. Een geschilderd portret hangt in het Stadsmuseum Vollenhove. Hij viste op de VN103. Hij kwam al in 1855 naar Vollenhove, trouwde er in 1857 en woonde eerst in het huisje naast de scheepswerf. Dochter Catharina Maria (1859-1944) was in 1883 gehuwd met de visser Reinerus Jongman (1860-1900). Hun zoon Piet (1885-1966) ‘van Ka’ en zijn vrouw Geertruida (Trui) Jacobs Konter (1889-1976) woonden hier, Piet al vanaf 1915 met zijn eerste vrouw die in het kraambed stierf. Ze kregen negen kinderen, onder wie Catharina Maria (1923-2001) die trouwde met meubelmaker Cornelis Wilhelmus (Cees) Klappe, de achterbuurman.
Het huis, vermoedelijk toen onbewoonbaar verklaard, werd in 1940 een bergplaats.
VS218: Konter, De Boer, Klappe
Het gezin Konter-Diender kwam pas op 27 juni 1859 naar Vollenhove. Ook zij bouwden hun huis op publieke grond, wel 25 m2, in 1860 geregistreerd als ‘huis en erf’ maar bij de officiële intekening in het kadaster in 1866 bleef alleen ‘huis’ over. Het laatste plekje ‘aan zee’ was ook niet erg groot!
Zoon Albert (1852-1924) trouwde in 1876 met achterbuurmeisje Jannetje Jongsma (1851-1944. In 1917 werd het verkocht aan Wilhelmus Johannes de Boer (1892-1940), visser, wonende in de Bisschopsstraat en gehuwd met Theodora Westerbeek (1892-1967). Hij werd ook wel ‘de paus’ genoemd. Misschien was het een belegging. In 1949 werd het huis verkocht aan buurman en meubelmaker Cornelis Wilhelmus (Cees) Klappe, die het in 1957 verkocht aan Leendert ten Braak. Evenals de andere huisjes ernaast werd uiteindelijk de gemeente eigenaar in 1967 en werden ze gesloopt.
Links drie Schokker huisjes ‘aan zee’, v.l.n.r. VS220-219-218. Rechts daarnaast de achterkant van het huis VS1, in de jaren 1950 was er een winkeltje in gevestigd.
VS219: De Boer, Kwakman, Klappe
Visser Jan Alberts de Boer (1822-1864) was in 1851 getrouwd met Maria Harms Corjanis (1826-1912). Hij kwam op 13 mei met zijn gezin aan in Vollenhove. Hij bouwde zijn huisje op publieke grond. Dat werd in 1860 vastgelegd door het kadaster, het kreeg in 1866 pas een adres en een kavelnummer. De jongste zoon Albert (‘Abe de Poeleboer’), in Vollenhove geboren, haalde de krant met zijn ontmoeting met Seys-Inquart. In 1914 werd het verkocht aan Cornelis Willems Kwakman (1867-1942) en Jacobje Mossel (1868-1948), die eerst op ‘het fort’ woonden. Die hadden in 1911 ook het huis aan de achterkant (VS217) gekocht van de familie Toeter. Cornelis’ zus Maria (1884-1920) overleed jong. Haar zoon Cees, een paar weken oud, werd liefdevol in Vollenhove grootgebracht door oom en tante. In 1948 kocht Cees dit huis, na het overlijden van tante Jacoba. Meubelmaker Cornelis Wilhelmus Klappe (1919-1987) was in 1946 getrouwd met Catharina Maria Jongman (1923-2001). Hij kocht ook het huis van de buren, VS218. In 1958 werden beide huizen verkocht aan Leendert ten Braak die ze samenvoegde in 1961 en in 1966 verkocht aan de gemeente voor sloop in 1967.
VS220: Corjanus, Kwakman, De Boer, Klappe
Hier vestigde zich Harmen Jacobs Corjanus (1790-1868), getrouwd met Jannetje Jansen Diender (1794-1872). Hij kwam op 10 mei 1859 met vrouw en dochter Grietje uit Emmeloord, waar ze kavel C47 hadden tot ze dit op 23-12-1858 voor f 767 verkochten. Op 5 april ontving Harmen een voorschot van f 50 om het huisje naar Vollenhove te vervoeren, hetgeen blijkens het bericht van burgemeester Gillot van 21-5-1859 ook is gebeurd. Een dag eerder waren schoonzoon Bruin Zoet en dochter Lijsje al aangekomen, zij bouwden hun huis er naast. Ook zoon Jan kwam diezelfde dag aan met zijn gezin en zijn schoonmoeder. Zij gingen in de oude pastorie aan het Kerkplein wonen. Dochter Maria (1826-1912), die in 1851 was getrouwd met Jan Alberts de Boer (1822-1864), kwam op 13 mei, dit gezin ging naast vader en moeder wonen op het adres VS219.
Grietje (1840-1891) vertrok al in februari 1862, naar Volendam, en trouwde daar in 1865 met de Schokker Willem Gerrits Klappe (1838-1887). Harmen en Jannetje vertrokken drie maanden later, tegelijk met dochter Lijsje en haar man.
Hun huis werd verkocht aan belegger/huizeneigenaar/bakker Lucas van Gulik, die het in 1881 verkocht aan visser (van de VN82) Cornelis Kwakman (1834-1907) en Maria Jansen Karel (1832-1901). Zij betrokken het huis van oom en tante. Dochter Maria (1875-1942) woonde hier met haar man Hermannus Louwrens de Boer (1871-1947 toen er brand uitbrak en dit huis en dat er naast, van Karjanis, door brand werd beschadigd. Het werd toen verkocht aan het RK Armbestuur, in 1950 werd het eigendom van melkventer Jan Alberts ‘van Bap’ Klappe (1905-1980), in 1943 getrouwd met Catharina (1904-1997), ‘Katrien van ’t kezewinkeltien’.
VS221: Zoet, Corjanus, Kwakman
Het eerste huisje op het pleintje Kalverenbosch omvatte met het erf wel 48 m2 en kreeg later het adres VS221, na enkele veranderingen in de huisnummering werd het uiteindelijk Aan Zee 8. Hier vestigde zich het echtpaar Bruin Alberts Zoet (1816-1864) en Lijsje Harms Corjanus (1817-1901). Ze arriveerden in Vollenhove op 9 mei 1859, als één van de eerste Schokkers.
Ze hadden geen kinderen. Ze vertrokken al op 17 mei 1862 naar Volendam, tegelijkertijd met Lijsje’s ouders die naast hen woonden. Bruin komt voor als redder, in 1853, in het artikel in Schokker Erf ‘dood in de golven’. Volgende eigenaar was Albertus (Abe) Corjanus (1853-1939), visser, ‘Abe de Fiedel’ die op 10 mei 1859 naar Vollenhove was gekomen met zijn ouders, en in de oude pastorie aan het Kerkplein woonde. Abe trouwde in 1880 met Anna Pleiter (1854-1901). In 1919 kocht Jacobus Wilhelmus Kwakman (1886-1972) het. Hij was visser, zijn bijnaam was Japien Ikke. Hij was in 1912 getrouwd met Johanna Jacoba Karjanis (1889-1941), dochter van Abe. In 1944 vond een verbouwing plaats.
VS222: Toeter
Dit huis, 33 m2 groot, aan het einde van het Kalverenbosch, ‘aan zee’, was in 1859 gebouwd op een kavel van timmerman Ekker. Eigenaars waren de broers Hendrik (1797-1864) en Albert Toeter (1806-1880), broers van Cornelis, de vader van latere eigenaar Willem Toeter en man van Willem’s moeder Maria Toeter-Bape die twee huizen verderop aan het Kalverenbosch woonde (VS224). Albert ging na de dood van zijn broer naar Kampen. De broers kregen geen kinderen en er waren bij het overlijden van Albert geen broers of zussen meer. Oomzegger Willem ging er wonen. Deze Willem Cornelis Toeter, visser (1849-1928) op de VN102, werd ook eigenaar van het huis van moeder (VS 224) en dat van zijn zus (VS217). Hij was met moeder en zus Jacoba op 3-11-1865 uit Kampen gekomen en Jacoba ging op 3-3-1867 weer naar Kampen maar was in 1868 terug om te trouwen.
Kobus Mossel (1872-1915) woonde hier met zijn vrouw Hendrika Westerbeek (1878-1959). Oudoom Willem, ongetrouwd en kinderloos, woonde bij hen in. De weduwe Mossel bleef er wonen, vermoedelijk tot 1949. Toen werd het pand verkocht aan petroleumventer Pleiter, mogelijk voor opslag. In 1954 werd het gesloopt en werd de grond verkocht aan de smeden Jan en Evert Spit die hier een woonhuis op lieten bouwen, daarnaast kwam de smederij. Dat complex werd gesloopt in 1992.
Rechts: uitsnede uit een oude ansichtkaart. De toegangspaden voor de visventers uit de Kalverenbosch naar de kade zijn duidelijk te zien. Het huisje midden (VS222) heeft in 1955 plaats moeten maken voor het complex van smederij Spit. Het huis rechts daarnaast (VS221) is in 1939 verbouwd en kreeg een heel andere kap.
VS223: de Boer-Mossel, Jongman-Klappe
Pas op 27 juni 1859 kwam Klaasje de Boer-Mossel met haar dochter naar Vollenhove. Zij ging wonen in het tweede huis vanaf ‘aan zee’ van de vier kavels van timmerman Ekker, naast het terrein van het Weeshuis. Het was 45 m2 groot. Klaasje Mossel (1798-1868) was de weduwe van Albert Thijmens de Boer (1799-1857) met wie ze trouwde in 1836, hoogzwanger van Maria (1836-1915) die twee maanden later werd geboren. Een jaar na de dood van moeder trouwde Maria met de arbeider Johannes Lodewijk Pölling (1836-1915). Het echtpaar vertrok kort daarna, op 6 maart 1872 naar Giethoorn, waar ze beiden door brand in hun woning omkwamen in 1915 (zie het artikel in het Schokker Erf 71). In 1918 woonde hier Catharina Maria Klappe (1859-1944), weduwe van Reinder Jongman (1860-1900) en vervolgens Jacob Mansveld (1879-1941). In 1954 werd het huis verkocht aan Spit die zijn smederij wilde verplaatsen.
VS224: Bape, Toeter, Karjanis, Kwakman
Dit huis en erf, samen wel 22 m2 groot, werd in 1859 verkocht door timmerman Ekker aan Maria Willems Bape, ‘Marijtje’ (1815-1892), weduwe van Cornelis Toeter (1798-1853). Ze had haar huis op Schokland C86 afgebroken en meegenomen. Na haar overlijden ging het eigendom over op haar zoon Willem Cornelis Toeter (1849-1928) die het huis vrijwel direct doorverkocht aan belegger/huizeneigenaar Klaas Doevendans. In 1911 verkocht deze het huis aan Johanna Jacoba Karjanis (1889-1941), dochter van Albert Karjanis en Anna Pleiter. Zij trouwde in 1912 met Jacobus Wilhelmus Kwakman (1886-1972. Van 1922 tot na 1936 woonden hier Jan Jans Apeldoorn (1882-1936) en zijn vrouw Marie Peters Edelenbos (1882-1952). Hij was visventer, bijnaam ‘de tolk’, en een bekende ‘hangoudere’ bij de brug over de haveningang. In 1949 werd het bergplaats en erf en in 1966 werd het pand gesloopt.
VS225: Kluessien-Toeter
Maria (‘Marijtje’) Willems Toeter (1799-1873) was sinds 1856 weduwe van Gerrit Willems Kluzien / Kluisjen (1793-1856) waar ze in 1818 mee was gehuwd. Ze kwam op 6 juni 1859 met haar zoons Jacob (1821-1904), Louwe (1835-1907) en het gezin van haar zoon Willem Kluzien (1819-1902) van Emmeloord. Het gezin kwam terecht in één van de vier huisjes van timmerman Ekker, voor even zoveel Schokker families gebouwd naast het Weeshuis langs het Kalverenbosch. Nadat beide dochtertjes van Willem waren overleden vertrokken ze op 16-7-1870 naar Kampen, met moeder. Het huis werd verkocht aan koopman/aannemer Van Smirren en later aan De Lange. In 1954 werd het gesloopt, de grond verkocht aan de smeden Spit. Bewoners in de jaren ’20 waren o.a. Albert Tijmens Klappe (1873-1945), ‘de baaiert’, met zijn gezin.
Links: VS225 was herkenbaar aan de donkere rand en de lichte gevel.
Bronnen:
- Schokland Verlaten, Bruno Klappe
- Kadaster
- Bevolkingsregister Stad Vollenhove, gemeentearchief Steenwijkerland
- Gezinsreconstructies (Ambt-)Vollenhove, Guus Nijhuis