Het brede woonhuis annex (schilders)werkplaats Bisschopstraat 74-76, waarvan de geveltop is verdwenen, stamt uit 1654. Het is een rijksmonument sinds 1966 (nummer 10543). Het pand op nummer 76 staat op kavel A1431. Het vormde tot 1851 met het pand op nummer 74 één boerderij. Het pand heeft een afgeknotte gepleisterde 17e eeuwse gevel met zandstenen waterlijst, sierankers en drie gevelstenen, waaronder "Anno" en "1654".
Op nummer 76 is schildersbedrijf Roebers gevestigd. Dat bedrijf heeft een historie, die teruggaat tot het jaar 1870. Ergens rond 1863 werd Harman Pieters Petersen (1822-1888) schilder. Petersen woonde er met zijn vrouw Lammigje Pieters Dragt, en zal van hieruit zijn schildersbedrijf hebben uitgeoefend. Zijn zoon Gijsbert Johannes Petersen (1854-1927) was ook schilder en zette het bedrijf voort. Gijsbert stierf kinderloos, verkocht zijn huis en vermoedelijk ook zijn bedrijf in 1924 aan Stoffel Hendriks Roebers (1893-1981), getrouwd met Christina Oldenhof. Na Stoffel en zijn zoon Henk ging het bedrijf over op Dick Brandsma (zijn moeder was een dochter van Stoffel Roebers) en diens zoon Brunaldo. Dick is inmiddels met pensioen.
Het pand waar het schildersbedrijf lang in was gevestigd, is sinds 1966 een rijksmonument . Het bestaat uit een woonhuis (10354) en een werkplaats (10346), adressen Bisschopstraat 74 en 76.
In 1846 was de grote kavel A248, die van de Groenestraat tot aan de Bisschopstraat reikte, van de erven Jan Arents Prins (1781-1823), landbouwer. In 1851, het jaar dat diens zoon Wolter – die inmiddels al voerman was geworden – overleed, werd de boerderij in twee stukken gesplitst. Een deel van 166 m2 werd verbouwd voor het gezin van timmerman Willem Kisling. Er woonden na hem nog verschillende gezinnen tot het in 1914 in handen kwam van de familie Dierkes. Het andere deel, op een stuk van 494 m2, werd in 1851 verkocht aan timmerman Evert Ekker die de kavel vervolgens opnieuw splitste in een stuk van 223 m2, met daarop het andere deel van de boerderij, en een kavel van 494 m2 met de schuur en erf. In 1864 werd het huis verkocht aan belegger en slager Andries Heetebrij, die het in 1869 verkocht aan schilder Herman Petersen.
Willlem de Oude, landbouwer, kocht de kavel A387 achter de boerderij, aan de Groenestraat, ter grootte van 494 m2. De schuur werd vervolgens zijn boerderij en zo bleef het tot begin jaren 1960 alle boerderijen uit de stad moesten verdwijnen.
Op de kaart van Bleau uit 1649 komen op deze plek al grote kavels met apart getekende gebouwen voor. Mogelijk zijn dit de voorlopers van de boerderijen die er in de 20e eeuw staan. De familie Prins woonde in 1654, het bouwjaar van de boerderij, al in Vollenhove. In 1642 trouwde Steven Jans Prins met Grietjen Luitjens. Hun zoon Egbert werd geboren in 1643. In de lijn volgt dan Jan (1696-1760), Arend (1737-1809) en Jan (1781-1823). Gezien het bouwjaar van de boerderij zou die gebouwd kunnen zijn voor Steven Prins, geboren voor 1627, vervolgens voor oudste zoon Jan (1696-1760) en dan in de lijn Arend (1737-1809), Jan (1781-1803) en Wolter (1806-1852).
Stevens tweede zoon Egbert bouwde een boerderij in de Kerkstraat, het huidige monumentale pand Kerkstraat 76.
De functie als boerderij stopte met het vrijwel gelijkertijd overlijden van Wolter en zijn vrouw, waarbij 9 kinderen in de leeftijd van 1 tot 17 als wees achterbleven. De boerderij werd verkocht, maar de kinderen bleven er wonen tot de oudste, Jan (1835-1905) trouwde en naar de Kerkstraat ging, rond 1868 – het moment dat schilder Petersen in het pand trok.
Hieronder de situatie in 1957 en 2023.