De ondergang van de VN 113
In de Opregte Steenwijker courant, van 5 maart 1932 stond het bericht van de ramp die visserman De Boer uit Vollenhove overkwam.
Vollenhoofsche visschersschuit gezonken
Dinsdagmiddag werd aan de kust te Kuinre de aandacht getrokken door drie Vollenhoofsche visschersvaartuigen, die bezig waren een vierde schuit mee te sleepen in de richting Lemmer. Plotseling kon men waarnemen dat deze reddingspogingen mislukten. De drie schuiten zetten hun koers naar Lemmer voort, met achterlating van de gesleepte. De Zwolsche Courant van donderdag geeft van dit ongeval de volgende beschrijving: 'De VN 113 en de VN 77 (schipper Klaas Kwakman) waren dinsdagmorgen ter vischvangst naar Genemuiden uitgevaren. Naast elkaar voeren de schuiten de zee op, toen tegen 11 uur de VN 113 door het lage water op een scherp voorwerp stootte en water maakte. Zoowel De Boer als zijn knecht begonnen uit alle macht te hoozen, maar daar hun pogingen om het schip drijvende te houden, niet afdoende hielpen en de schuit geleidelijk zonk, stapte ook de knecht van Kwakman over. De VN 26 van schipper B. de Boer en de VN 82 van schipper KI. Kwakman Jczn. die het gevaar waarin de VN 113 verkeerde, hadden opgemerkt, zeilden te hulp. Gezamenlijk namen zij de lekke schuit op sleeptouw om te trachten de Lemmer te bereiken, terwijl de mannen op de VN 113 in het water staande, alle krachten inspanden om het schip drijvende te houden. Zij slaagden daarin echter niet. Steeds meer zonk de schuit, de trossen braken af en tenslotte bestond alleen nog maar verbinding met de VN 26. De knecht van De Boer durfde niet langer aan boord blijven, de VN 77 kwam toen langszij en nam hem over. Voor Kuinre, waar de bewoners meerendeels op den dijk tezamen waren geloopen, begon de schuit gevaarlijk naar stuurboord over te hellen. De Boer en Kwakman klommen naar bakboord. Hun positie werd hachelijk, toen ook de laatste tros afknapte en de botter hulpeloos ronddreef. De VN 77 wierp toen een touw uit, dat Kwakman kon grijpen. Hij sprong ermee in zee en kon aan boord geheschen worden. Aan boord van de VN 82 trachtte men inmiddels een reddingslijn over het schip te werpen: ook dat gelukte. De Boer bevestigde de lijn om zijn lichaam en sprong eveneens in zee. Geheel bevangen door de koude werd hij aan boord getrokken en het duurde geruimen tijd alvorens hij weer bij was. Spoedig daarop zonk de VN 113 geheel. De andere botters zijn toen naar Blokzijl gevaren. Voor de betrokken visschers was het een gelukkige omstandigheid dat er nog enkele schepen op zee voeren, daar, door den lagen waterstand vanaf de wal geen assistentie verleend kon worden. Aan de punt van de mast die boven water uitsteekt, is te zien waar de schuit gezonken is.
Tot zover het krantenbericht, opgespoord op Delpher. Nu iets over de hoofdrolspelers.
De VN113 was de schuit van Willem de Boer, bijgenaamd ‘de paus’. Hij woonde in de Bisschopstraat, in een boerderijtje op nummer 70, en was getrouwd met Theodora (1892-1967, ‘Do’) Westerbeek. Wilhelmus Johannes Tijmens de Boer (1892-1940) was een Schokker nazaat. De bijnaam ‘de paus’ kreeg hij vanwege zijn sterke roomse inslag, hij was nog roomser dan de paus.
Kees ‘van Jaap’ Kwakman, was eigenaar van de VN77. Na zijn overlijden in 1920 visten zijn zoons Jaap en Klaas hiermee. Cornelis Kwakman (1874-1920) was getrouwd met Hendrikje Nieuwenhuis (1877-1953).
De VN82 was van Nicolaas Jans (Klaas) Kwakman (1887-1976). Hij trouwde in 1912 met Petronella Johanna Konter (1891-1984). Zij woonden in de Kerkstraat, tussen het Nut en Piet IJspeert, op nummer 141 dat later nummer 10 werd. Zie het artikel in Kondschap over zijn getekend portret.
Klaas van Jans van Keessien, ook wel ‘de beer’, werd geboren op het Fort (Oldehuysplein 8).
Op de VN26 voer Bruin de Boer, bijgenaamd ‘gokkes’. Bruin Jans de Boer (1886-1964) woonde aan de Vismarkt. Hij was getrouwd met Aleida Jongsma (1886-1935).