Albert Kwakman, nog aan het werk in 1992 bij de GeulAlbert Kwakman werd geboren op 15 januari 1919 in Vollenhove als telg van een vissersgeslacht, afkomstig van Schokland. Na de lagere school en enkele jaren ambachtschool - met de tram naar Zwartsluis! - komt hij als veertienjarige aan boord. 
Het merendeel van de vissers was de zwemkunst niet machtig. Vooral als men met de vele kleren te water raakte, was er geen redden meer aan. Het water trok in de kleren en de laarzen liepen vol. Kwakman bleef hierom net als vele puntervissers altijd in de buurt van de wal.

Toen in 1941 het kuilverbod van kracht werd, ervoeren de Vollenhoofse vissers dat als een geduchte klap. Vele vissers staakten daarop hun beroepsuitoefening. Kwakman viste toen op het IJsselmeer met o.a. een Lemster aak, een type dat ook model stond voor “de Groene Draeck”, het schip van de koninklijke familie.
Zijn laatste schip was een kotter, de VN41. Het schip is door de plaatselijke schilder Ten Napel vereeuwigd op een olieverfschilderij.
Kwakman heeft in de zeventiger jaren nog goed de kost weten te verdienen met het vissen op snoekbaars in de diepe gaten bij Kadoelen. Toen deze gaten tot grote spijt van de vissers gedempt werden was ook dat afgelopen. Uiteindelijk werd deze kotter ook verkocht. Later kwam dit schip in het nieuws, toen het een functie had gekregen als smokkelschip voor verdovende middelen. Het schip, toen Lammie genoemd, heeft enige tijd aan de ketting gelegen.

Albert Kwakman bij zijn fuiken, in 1992 op De VoorstIn 1951 trouwde hij met Mien Ouderling. Ze kregen een hele reeks kinderen die allemaal in Vollenhove hun eigen gezin stichtten. Enkele daarvan hebben in de jaren 1980 geprobeerd de palingrokerij van Jongman nieuw leven in te blazen. Het bedrijf, gecombineerd met een in Vollenhove zeer geliefde vishal, had te weinig toekomstperspectief door de houding van de eigenaresse van de betreffende panden. Na een kleine tien jaar kwam er zo een einde aan het bedrijf. 

Voor Kwakman bestond de visserij de laatste jaren uitsluitend als hobby, met een kleine boot met buitenboordmotor op de binnenwateren rond Vollenhove, de Boekenier genaamd. Hij vist alleen, als hij er zin in heeft en wanneer het weer het toelaat. Hij doet het tot aan het moment dat hij in 1992 in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Vijf dagen later overlijdt hij.
Kwakman werd omschreven als een man met een onbaatzuchtige levensstijl waarin altijd plaats was voor humor. Iemand met een eenvoudig doch oprecht geloof in ‘de Grote Baas’.

Lord Lister, een pulpserie uit de jaren 1910-1940“Lord Lister genaamd Raffles, de grote onbekende" was een serie van wekelijkse boekjes (a 40 cent) die in de jaren 1910 - 1940 bij de jeugd erg populair waren, en zeker bij Albert Kwakman. Zie hier meer over deze serie. Albert moest ze allemaal lezen. Bij windstiltes aan boord las hij de verhalen ook voor aan de - vaak ongeletterde - vissers.
In Vollenhove werden en worden veel mensen aangeduid met een bijnaam - vooral vissers. Albert kreeg zo als snel de naam Raffles, die hij zijn hele leven zou houden en die ook nu nog bij velen herinneringen zal oproepen.