In de Kerkstraat, op de hoek van de Doelensteeg was de stenbakkerij van Zwiers. Het was een smal huis, maar diep, met een grote kelder. Vroeger was daar een slagerij. Het werd afgebroken in 1963 om plaats te maken voor de winkel en woonhuizen van Van Heerde. Sinds dat moment loopt de Doelensteeg dood achter dat complex. Links naast de stekenbakkerij was de wagenmakerij van de gebroeders Dragt, Jan Willem woonde daar weer links naast. Ook de wagenmakerij is toen afgebroken.
Reinder Zwiers (1855-1939), geboren in Oldemarkt, was evenals zijn vader Roelof (1822-1894) vrachtschipper, hij vervoerde vooral turf. Toen hij stopte als schipper en met zijn zwager een stekenbakkerij startte, bleef hij nog elke dag zijn schipperspetje dragen. De bakkerij werd uitgebreid met een kruidenierswinkel. Toen zijn zwager verhuisde naar Schoonhoven zette Reinder de zaak alleen voort.
Zijn zoon Jan Harm Zwiers werd geboren op 7 oktober 1895. Hij was in 1926 getrouwd met Willemiena Klaziena Hansma (1898-1973) en overleed op 2 februari 1970.
Er kwamen zeven kinderen, waarvan de oudste Gerritje trouwde met groenteboer Janssen, en Gé met strohandelaar Stoffer Drag. Reinder werd elektricien en Roel, de jongste, werd interieurbouwer bij jachtenbouwer Huisman.
Het bedrijf
Jan Harm Zwiers nam de zaak van zijn vader over begin jaren twintig in de vorige eeuw, nadat hij uit militaire dienst was gekomen. Hij was namelijk tussen 1914 en 1918 gemobiliseerd. Jan Harm Zwiers verkocht niet alleen kruidenierswaren en steken, maar ook zaken als turfmanden, bezems en waslijnen. Later begon hij ook te grossieren en andere winkels met steken te bevoorraden. Hij leverde aan winkels in Sint Jansklooster, Zwartsluis, Blokzijl en de Krieger. Daar was een klein cafeetje annex winkel. Het was tevens een halteplaats van de Stoomtram Zwolle Blokzijl. Jan Harm Zwiers liep aanvankelijk met de hondenkar, een lange bakkerskar met een halfrond deksel. Later kocht hij een T-Ford, één van de eerste auto’s in Vollenhove.
Het bereiden van de steken
In de bakkerij stond een fornuis. Voor het steken bakken werd een grote gietijzeren pot op het fornuis gezet. De ingrediënten zoals melasse (zwarte stroop), donkere basterdsuiker en water werden in de ketel gestort en op het fornuis verhit. Met een ijzeren staafje werd gecontroleerd of het mengsel goed was. Er werden geen kruiden toegevoegd, maar wat precies het recept was, is onbekend. Dat was geheim. Als het mengsel de juiste dikte had, werd het op een groot soort bakblik gegoten om af te koelen. Daarna werd het gestolde toffeeachtige mengsel in repen gesneden. Deze repen kwamen in een apparaat met een zwengel en gingen over een ronde as met uitsteeksels en inkepingen. Als ze hard geworden waren, werden de steken gebroken. Als je witte basterdsuiker en witte melasse gebruikte, kreeg je witte steken. Er waren ook roze steken die met marasquin werden gemaakt. Als de steken gebroken waren en opgeborgen, bleven er kruimeltjes achter. Deze werden zorgvuldig opgeveegd en gebruikt in de pap.
De steken werden per ons verkocht. Er werden drie keer per week steken gebakken. Twee potten vol met zo’n drie kilo per pot. Steken werden als zoetstof in de koffie gedaan en langzaam geroerd tot ze waren opgelost. Of je stopte een steek in je mond, tussen je kiezen en je wang. Tijdens een slokje koffie in de mond mengde de zoetstof zich met de koffie.
Einde van het bedrijf
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog was het niet mogelijk om aan grondstoffen te komen. Jan Harm is daarom toen met het stekenbakken gestopt. Hij kon werk krijgen bij de Directie IJsselmeerpolders (schepen lossen, sjouwen met zware zakken tarwe). Door het zware werk dat hij hier deed, had hij veel last van zijn knieën gekregen. Hij stopte met werken toen hij 65 jaar was. Negen jaar later stierf hij op 74-jarige leeftijd.
Helaas is de mooie winkel met toonbank, waarop een prachtige koffiemolen stond en mooi gepoetste weegschalen en gewichtjes (elke week gepoetst), verdwenen. Jammer dat er geen foto’s zijn!