Wagenmaker is een inmiddels uitgestorven beroep, dankzij de opkomst van moderne transportmiddelen. Boeren waren afhankelijk van wagenmakers voor hun karren om bijvoorbeeld hooi van het land naar hun boerderij te vervoeren. Daarnaast werden ook allerlei soorten koetsen voor personenvervoer vervaardigd. Het beroep was een specialisatie van het timmermanswerk, waarbij o.a. veel kennis van houtsoorten vereist was. Er was een nauwe samenwerking met de smid, die de ijzeren banden om de velgen van de wielen moest leggen. In Vollenhove uitte die samenwerking zich in nauwe familiebanden tussen de families Doijer / Dragt, de wagenmakers, en Van Heerde, de smeden. De fysieke afstand tussen de bedrijfslocaties was ook klein: beide waren gevestigd vlak bij de Landpoort, of tegenwoordig het Voorpoortplein.
De te beschrijven geschiedenis van de wagenmakers bedraagt ruim honderd jaar. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan door de opkomst van luchtbanden. De smid ging landbouwwagens bouwen. Die werden steeds groter en geavanceerder, en niet meer door paarden maar tractoren getrokken.
Waar was de wagenmakerij?
Kadasterkaart met situatie rond 1832.
1 = Berend Stroothuis, wagenmaker
2 = complex Doijer, eerst grutterij, later wagenmakerij
3 = vanaf 1904 de nieuwe wagenmakerij van Dragt
4 = woonhuis Jan Willem Dragt, Kerkstraat 89 (bestaand)
5 = smederij Van Heerde (pand bestaat nog)
6 = Hotel Van der Veen (pand bestaat nog)
De basis van de latere wagenmakerij van Dragt ligt in de Achterstraat (nu Bisschopstraat) bij Bernardus Hermens Stroothuis, Berend genoemd (1753 Denekamp / Losser – 1846 Vollenhove), in 1799 wagenmaker bij zijn huwelijk met Margaretha (Grietje) Damman uit Dalfsen. in de RK kerk (dat is de H.Geestkapel, dit dat jaar als kerk in gebruik mag worden genomen, in de Franse tijd met godsdienstvrijheid). In 1818 is hij timmerman. Nergens is vastgelegd dat op zijn onroerend goed daadwerkelijk een bedrijf, dus een wagenmakerij gevestigd was – maar er zijn ook geen aanwijzingen dat het ergens anders was. Volgens het kadaster was hij eigenaar van kavel A244, 370 m2 groot, in de Bisschopstraat – tegenover de grutterij van Doijer, en vanaf 1859 was dit eigendom van Jan Baver Doijer. Dat hun beroep wagenmaker was, blijkt uit het bevolkingsregister, het kadaster en de registers van de burgerlijke stand.
De drie zoons van Berend Stroothuis: Gerrit (1798-1821), Hermannus (1802-1859) en Cornelis (1808-1852) werden allen wagenmaker. Rond 1839 vertrok Hermannus naar Kampen, twee zussen in 1841 naar Deventer. Mogelijk is de wagenmakerij rond die tijd overgegaan op Jan Baver Doijer (1802-1869). Zijn vader was als rietwerker uit Kampen gekomen maar had volgens het kadaster een grutterij. Jan Baver is mogelijk bij Stroothuis gaan werken. In het bevolkingsregister wordt als adres van Berend Achterstraat 142k genoemd, hetzelfde als dat van Cornelis Stroothuis die er met vrouw en moeder woonde. Later is dit Achterstraat 135. Ook zoon Albert Everwijn Doijer (1828-1870) woonde hier, ook hij was wagenmaker. Hij trouwde met Johanna Derks van Heerde, de dochter van de smid. Hij kreeg geen zoon om hem op te volgen. Zijn broer Thomas werd smid (!), broer Jan werd bakker (er was een bakkerij aan de overkant van de straat…). Zus Hendrina (1839-1927) trouwde schipper Derk Egberts van Heerde, zus Willemina Klazina trouwde in 1863 met Simon Dragt – die was mogelijk vanaf 1859, toen hij terugkwam uit Olst, in dienst bij Doijer. In ieder geval zette deze Simon de wagenmakerij voort. Hij woonde volgens het bevolkingsregister op het adres Kerkstraat 66 dat later 72k wordt. Vermoedelijk vanaf 1904 was hier de wagenmakerij gevestigd, zie verderop.
Waar woonde het gezin van Jan Dragt en Marrigje Vis in de Visschersstraat?
Simon en ook zijn broer Christoffel groeide op in het gezin van vader Jan Dragt en moeder Marrigje Vis in de Visschersstraat. De vader van Marrigje Vis was een welgestelde visser, die 14 panden in eigendom had, waaronder Visscherstraat 17, het huis op kavel A19. Haar broer erfde alles, uit zijn erfenis ging het huis naar Marrigje en Jans kleinzoon Jan Peters Dragt, vanuit diens erfenis werd het in 1918 verdeeld en kwam het huis in handen van wagenmaker Jan Baver Dragt, uit diens erfenis bij mijn grootvader Hendrik van Heerde, smid, en uiteindelijk werd het in 1954 door hem verkocht aan iemand buiten de familie. Eind jaren ’60 is de hele buurt gesloopt, daarna werd er nieuw gebouwd. Mogelijk hadden Jan en Marrigje een winkeltje aan huis, in de Visschersstraat waren veel kleine winkeltjes. Op een krantenfoto uit de jaren 1960 is het huis nog aan te wijzen. Het bevolkingsregister 1850-1860 beschrijft het gezin, met Simon en Christoffel, op het huis 238 in de Visschersstraat (de nummering wordt minstens 4x aangepast!).
Hoe zitten de takken van de familie Dragt in elkaar?
Veenbaas Jan Teunis Dragt (1734-1808) trok na de stormramp in 1776 vanuit Beulake naar Vollenhove. Zoon Andries kwam als vervener in Zwartsluis terecht. Zoon Jan (1777-1860) stond eerst nog als vervener te boek, later als winkelier – zoons Simon en Christoffel werden wagenmaker, Andries en Peter beurtschipper – vermoedelijk in turf en dit ging enkele generaties zo verder. Zoon Teunis trouwde met een zus van Marrigje, diens zoon met een Ekker en dit werd de lijn van (Vollenhoofse) timmermannen en metselaars, maar ook uiteindelijk de winkelier aan het einde van de Kerkstraat (nu 88, Boek en Mix). Zoon Pieter bleeft in de turf, dochter Vroukje trouwde hotelhouder Sjoerd van der Veen aan de Voorpoort en zoon Jan (1819-1896) werd wagenmaker in Olst. Diens zoon Egbertus werd onderwijzer, kwam weer naar Vollenhove en trouwde daar met zijn nicht, de dochter van Vroukje.
Simon lijkt bij neef Jan in Olst het vak te hebben geleerd, en kwam in 1859 terug naar Vollenhove waar hij in 1863 trouwde met wagenmakersdochter Willemina Doijer. De overname van de wagenmakerij door zoons Jan Baver (1865-1943, tr 1892 Aagje Leeuw) en Jan Willem (1870-1940, tr 1908 Rens van Heerde) zal in de praktijk rond 1895 hebben plaats gevonden, maar formeel pas bij de boedelscheiding na het overlijden van hun moeder in 1919.
Waar woonden zij?
Simon en zijn vrouw Willemina Klazina verhuisden vanaf Kerkstraat 72k, waar ooit hun tante Aaltje ten Napel woonde, naar de wagenmakerij op het complex van de oude grutterij van Doijer aan de Bisschopstraat, op de kavels A225 (660 m2 groot) en A228. Kavel A225 liep vanaf de Bisschopstraat helemaal naar achteren, naar de Kerkstraat – het achterste stuk was tuin. In 1896 werd er verbouwd: van het huis werden twee huizen gemaakt. In 1904, het overlijdensjaar van Simon, wanneer vermoedelijk de nieuwe wagenmakerij in gebruik werd genomen, werd een groot deel van het terrein en één huis verkocht aan de pas opgerichte vereniging die er een School met de Bijbel zou stichten. Zo kwam Simons weduwe rechts naast de bovenmeester te wonen (later garage Souwman).
Jan Baver Dragt woonde op het adres Bisschopstraat 187, dat is nu 82. Op deze plek was de wagenmakerij van Stroothuis, rond 1860 woonde hier Albert Everwijn Doijer, wagenmaker, getrouwd met Johanna van Heerde, zus van schipper (later smid) Egbert en van Jentje (getrouwd met Jan Bosman, moeder van Hilligje die later met Christoffel Dragt trouwde, de broer van wagenmaker Simon en zelf ook wagenmaker, vanaf 1861 in Welsum). Het huis werd in 1892, zijn trouwjaar, eigendom van Jan Baver. Hij woonde er tot zijn overlijden. In 1925 werd zijn kleinzoon Egbert van Heerde er geboren. Bij de boedelscheiding in 1944 werd het eigendom van schoonzoon Hendrik van Heerde die het in 1950 verkocht aan slager Lieffert de Lange (daarna zat slager Meppelink er nog in). De schuur achter het huis – was dit de oorsponkelijke wagenmakerij? - ging naar Simon Dragt, die ernaast aan de Groenestraat een boerderij had.
Jan Willem woonde naast de nieuwe wagenmakerij in de Kerkstraat, zie verderop.
Wanneer werd de wagenmakerij verplaatst naar de Kerkstraat?
In 1904 werd het oude huis van Simon en Willemina, Kerkstraat 72, verbouwd tot wagenmakerij en een groot deel van de oude kavel tussen Bisschopstraat en Kerkstraat verkocht aan de nieuw opgerichte School met de Bijbel. Huis (en wagenmakerij) was al gesplitst in twee huizen, één voor de bovenmeester en rechts, waar later Souwman woont, voor weduwe Willemina. Enkele jaren later, in 1908, zijn trouwjaar, kon Jan Willem het huis naast de nieuwe wagenmakerij kopen, gebouwd in 1894 (dat is nu Kerkstraat 89).
Welke foto’s zijn er van de wagenmakerij?
Er zijn enkele ansichtkaarten die een beeld geven van de Kerkstraat vanaf de Voorpoort. Op sommige daarvan is de wagenmakerij ook te zien, hieronder aan de rechterkant.
Wanneer stopte het bedrijf?
Jan Willem overleed in 1940 op 69-jarige leeftijd, Jan Baver in 1943 op 78-jarige leeftijd. De broers zullen rond 1935 wel gestopt zijn, maar knecht Klaas Klaasen Vis (1908-1998) zette het bedrijf voort en kocht de wagenmakerij in 1946 van de erven. In 1964 kocht de gemeente het pand voor de sloop. Op die plek kwam de nieuwe woning van Hendrik van Heerde en Jantien Dragt…
Het woonhuis van Jan Willem werd nog lang bewoond door zijn weduwe, die 101 werd, en haar dochter Willemina Klazina.
Op de foto hieronder rechts het huis van buurman Zwiers, de stekenbakker (1895-1970). Rechts daarnaast de Doelensteeg.