Tilvoorde, het koetshuis van MarxveldDe naam Telvoren is afkomstig van het huis links naast havezate Marxveld, op welke plaats later het koetshuis van Marxveld werd gebouwd (op de foto hiernaast nog in gebruik als Oudheidkamer, waar in 2005 een einde aan kwam).
Op 2 januari 1645 verkochten jonker Adam van Leeverden en jonker Jorrien Jacob Hagen dit huis als voogd over de kinderen van deze Adam van Leeverden en diens overleden vrouw Adriana Hagen aan Winolt Telvoren, der beiden Rechten doctor en vrouw Hendrickien Coops.
Het ging om een huis, hof, schuur en weere in de Bisschopstraat, waar ten zuiden de Groenestraat en ten westen de erfgenamen van jonker Arent Sloet ten Tweenijenhuizen, bezwaard met 11 goltgulden jaarlijks aan de pastorie van O.L. Vrouwenkerk, 1 goltgulden aan die kerk en 22 stuivers tot de Memorie en een schuld van 400 goltgulden.

Winolt Telvoren was omstreeks 1616 geboren. Op 23 augustus 1630 werd hij als Winoldus Telvoorn, 14 jaar oud en afkomstig van Hasselt, ingeschreven als student in de letteren aan de universiteit Leiden. Het jaar daarvoor waren daar de broer Albertus en Timannus Telvoren ingeschreven, ook van Hasselt afkomstig, respektievelijk 16 en jaar oud. Op 7 maart 1639 promoveerde Winoldus Telvoren tot doctor in de rechten aan de hogeschool van Franeker. Naderhand treffen we hem dus aan in Vollenhove, waar hij voor 1675 overleden blijkt en zijn weduwe enige jaren daarna. Of dit echtpaar kinderen gehad heeft, is niet bekend.

In een register van de jaarlijkse uitgangen ten voordele van 't Ecclesiastieke rentambt van Vollenhove (deel 1695 - 1745) staat: Dr Telvorenshuys, nu de erfgenamen Tengnagel toe Merxvelt, geldpachten van f 1.2.- en f 2.2.-. Later wordt ook geschreven over Doctor Tellevorens Huys en Hoff.

Koetshuis van Marxveld

kadastrale kaart van 1825 van de omgeving van MarxveldNadat Gerard Sloet van Oldruitenborgh in 1857 het bouwvallige Marxveld en Telvoren aangekocht had om er te gaan wonen, moest Telvoren plaatsmaken voor een koetshuis en paardestal, en voor een nieuwe hoofdingang aan de Bisschopstraat.
In de koopakte van Marxveld uit 1857 wordt het tweede perceel als volgt omschreven: "een tuintje met de ondergrond van een woonhuisje, Tilvoorden genaamd, gelegen naast het voorgaande (Marxveld) in de achterstraat gemeente Stad Vollenhove, kadastraal bekend sectie A nummer 269 groot twee roeden zeventig ellen. Dit perceel zal eerst zonder het gebouw of woonhuisje worden ingezet doch ten dage der finale veiling ook met hetzelve worden geveild en naar verkiezen gegund. Daarvoor was al gezegd, dat het woonhuisje Tilvoorde bezwaard was met een jaarlijkse tiens of uitgang van 70 cents ten behoeve van het Groot Burger Weeshuis der Stad Vollenhove. Dit perceel A 269 is op de oudste kadasterkaart gemakkelijk terug te vinden.

In 1860 trouwde Gerard met zijn achternicht Catharina Elisabeth Boudewina Witsen Elias (1832-1915). Zij namen hun intrek in het vernieuwde huis. Het koetshuis annex paardenstal werd later Tilvoorde genoemd.
In de periode 1917 - 1941 was Marxveld alleen tijdens de zomermaanden bewoond, door het gezin van Garard's zoon Anton Henri  Sloet ‘van Marxveld’ (1869-1957). Om een huisbewaarder te kunnen huisvesten, werd in 1925 een deel van het koetshuis ingericht tot woning.

Gerard Sloet heeft zich gedurende zijn leven bijzonder ingezet voor de ontwikkeling van Vollenhove. Tegenover Marxveld stichtte hij in 1869 een stroop- of glucosefabriek die hij 'Tilvoorde" doopte. De appelstroop die er werd geproduceerd, behaalde onder die naam meerdere keren internationale prijzen. Verder was hij onder meer mede-oprichter van Zuivelfabriek 'de Eendracht' (1897-1999) en van de Spoorweg Maatschappij Zwolle - Blokzijl. Ten behoeve van de telegrafie zou hij het huis Eckelenboom, dat door zijn aankoop ook deel uitmaakte van Marxveld, een tijdlang dienst laten doen als telegraafkantoor.

Stroopfabriek Tilvoorde

Tilvoorde, sinds 1984 Hervormd CentrumDe aspiraties van deze baron Sloet gingen nog verder, zoals in de loop van de tijd duidelijk bleek. Tegenover Marxveld lagen de kadastrale percelen A 278, een schuur met erf, en A 279, een huis erf. Lute van der Linde had ruim een jaar daarvoor deze percelen bij akte van scheiding en deling verworven. Op 21 mei 1869 verkocht hij deze percelen onderhands aan de baron van Marxveld voor f 350. Vrij snel daarop werd duidelijk wat Gerard baron Sloet met deze aankoop wilde. Zijn plannen bestonden uit het oprichten van een fabriek tot bereiding van suikersiroop in deze bovengenoemde percelen 'door het daarin plaatsen van een stoomtoestel van tien paardenkrachten, en een stoomketel van dertig paardenkrachten en een luchtledige pan tot afkooking der Siroop'.
De omwonenden, nl. Luite van der Linde, houder eener boerderij, vrouwe Johanna Florentina Hennink, weduwe van Harmen Willem Jan baron Sloet van Westerholt, Hendrik Holtregter, arbeider, Gerrit Jan van der Vegt , arbeider, Arend de Olde, veehouder, Gerrit Jan van Smirren, arbeider, Grietje van der Linde, weduwe van Jacob Voerman, veehoudster, Jan Luite van der Linde, veehouder, en Jentje Voerman, rentenierster, tekenden op 16 juni 1869 allemaal een verklaring, dat zij geen bezwaren hadden tegen de stichting van die fabriek.

Er gingen echter ook tegenkrachten werken en zo leken de plannen van deze beginnende ondernemer te stranden. Hij had echter al nieuwe plannen: als men hem in de Stad ging tegenwerken zou hij wel uitwijken naar het Ambt. Hij had een perceel grond in de Moespot, in de noordoosthoek van de splitsing met de Leeuwte en aan het eind van de
Moespotvaart, dus achter het pand dat nu Leeuwte 1 is. Het noordelijk gedeelte van het kadastrale perceel B 539 had hij voor de fabriek bestemd.
De omwonenden, nl. Lambert Meijer, tolgaarder, Klaas Boes, landbouwer, Albert Zandbergen, arbeider, Jan Gelderman, arbeider (toen bewoner van wat nu Leeuwte 1 is), Hendrik Wolters de Lange, veehouder,en Asse Belt, veehouder, tekenden op 25 juli 1869 een verklaring, dat zij geen bezwaar hadden tegen het oprichten van die fabriek. Zo kon de baron erop rekenen, dat zijn plannen wel in de Moespot verwerkelijkt konden worden. De burgemeester van Ambt Vollenhove (en tegelijk van de Stad!) A.J. ten Cate schreef op 27 juli aan de Gedeputeerde Staten van Overijssel, dat er geen bezwaren waren ingebracht, zodat, wat hem betrof de vergunning afgegeven kon worden. De brief was al klaar en toen kon de burgemeester er nog de volgende aantekening in het brievenboek aan toevoegen: De Heer Sloet heeft ons verzocht UEdgr Achtbare mede te deelen, dat de bezwaren welke tegen de oprigting der fabriek in de gemeente Stad Vollenhove waren gerezen, zijn opgeheven. Deze aangevraagde vergunning was nu dus niet nodig.
etiket van de producten, waarmee wereldfaam werd verkregenHet plan in de Moespot was weer van de baan (of was het een pressiemiddel geweest?) en het plan in de Stad kon nu uitgewerkt worden.

Rond 1982, tijdens de verbouw van de stroopfabriek tot Hervormd Centrum, was men ook bezig met de tuin van Marxveld. In een afvalhoop vond men tussen brokken steen en ander puin een rechthoekig stuk natuursteen met het opschrift : TILVOORDE de eerste steen gelegd door J.J. Baronesse Sloet van Marxveld 31 augustus 1869.
Het is mogelijk, dat dit zerkje nog hoger geweest is en verder is het de vraag of deze eerste steen ook gebruikt is. Wel is duidelijk, dat deze eerste steen bedoeld was voor de stroopfabriek, omdat deze naderhand de naam droeg (van) Tilvoorde. Tot nog toe is niet bekend waar deze steen aangebracht geweest is in de fabriek. Met de baronesse is vermoedelijk bedoeld het oudste, in dat jaar levende meisje van het echtpaar Sloet-Witsen Elias, Jeannette Juliana. Zij geboren op 21 december 1866 (twee jongens en twee meisjes waren al jong gestorven, de oudste nog geen vier jaar oud!) . 

De ruimte aan de Bisschopstraat was beperkt, maar op 23 september 1869 kreeg de baron meer armslag: Hendrik Holtregter verkocht onderhands het perceel grond met enige afbraak, gelegen aan de Bisschopstraat (Kad.nr. A 284), juist ten oosten van de vorige nrs A 278 en 279, voor 3 gulden aan de beginnende fabrikant. Op diezelfde dag ging Grietje van der Linde, weduwe van Jacob Voerman, wonend in een boerderij in de Putsteeg een ruiling van grond aan met de baron voor een goede regeling van de afscheiding en het gebruik van pad en put. In juni 1871 kreeg baron Gerard de kans om op de publieke veiling de zogenaamde erve Jacobson (nu Kerkstraat 14) aan te kopen. Daardoor kreeg hij een flinke ruimte achter de fabriek en tevens een doorgang naar de Kerkstraat. Zo kwam er voldoende ruimte voor de stroopfabriek. Als stoker-machinist werd Gerrit Brugman uit Alkmaar aangetrokken, die overigens in 1873 van februari tot december werkte in de suikerfabriek van Gerards broer Antonie in Purwadodie op Midden-Java.

de eerste steen van Tilvoorde, de stroopfabriekDe fabriek gaf werk aan een aantal ingezetenen, zoals blijkt uit de opgave van 1883 / 1884. Dan blijkt in de Stad een glucosefabriek van de heer G. baron Sloet van Marxveld te staan, waarin een stoomtuig van zes paardenkrachten en een stoomketel. Hierin werkten toen zeven volwassen mannelijke arbeiders. Uit overlevering is bekend, dat slechts één van hen het procédé van het bekroonde product kende.

In de herfst van 1869 vroeg hij ook nog een vergunning voor oprichten van een kuiperij , welke vergunning hij vrij snel verkreeg. Het lage stuk aan de rechterkant, op het perceel van Holtregter,  heeft ook nog dienst gedaan als touwslagerij en cocoszakkenfabriek. Het stempel van de NV Vollenhoofsche Cocoszakkenfabriek, opgericht in 1912, is nog in het bezit van de nazaten van de baron. 

Na het overlijden van Gerard baron Sloet van Marxveld in 1911 op de Oldenhof, waar hij reeds vanaf 1902 woonde, heeft de stroopfabriek nog tot 1915 gefunctioneerd. Ook de cocoszakkenfabriek was geen lang leven beschoren. De gemeente, die f 750 had geleend vanwege de werkverschaffing door dit initiatief, kon in 1920 fluiten naar het geld. In de verlaten febriek lagen alleen nog 500 onverkochte zakken.

Vanaf 1914 konden de eindproducten worden afgevoerd via een zijtak van de smalspoorlijn die vanaf het tramstation Vollenhove, vlak buiten de stad, via de Bisschopstraat naar de haven voerde. Gerard had zich erg voor deze lijn ingespannen. Maar er is door de stroopfabriek weinig gebruik van gemaakt, mede omdat de locomotieven niet door de stad mochten rijden: de wagons moesten worden gedrukt door schooljongens.

Boerderij van 1928 - 1962

Tilvoorde op een oude ansichtkaartEnige tijd later is het gebouw tot boerderij verbouwd. In de boerderij woonden van mei 1928 tot mei 1933 Jurrien Spans en Aaltje Rook. Dit echtpaar werd opgevolgd door zijn oom Peter Spans en diens zoon Derk Jan Spans, gehuwd met Maria Heutink. In het kader van de her- en ruilverkaveling vertrok de familie Spans in 1961 naar de nieuwe boerderij aan de Noordwal.
De woning bij de stroopfabriek werd toen betrokken door Hendrik Jan Jongman en echtgenote. Nadat beiden overleden waren stond de woning vanaf de zomer 1982 leeg. De leegstaande bedrijfsruimte gaf nu en dan nog tijdelijk onderdak aan vee.

Ondanks deze veranderde bestemming sinds 1915, bleef men in Vollenhove het gebouw 'de stroopfabriek' noemen. Daarmee bleef de herinnering levend aan de stichter die een ondernemend man geweest is.

Hervormd centrum sinds 1984

Het complex Marxveld, met daarbij ook de oude stroopfabriek die in de tussentijd praktisch deel was gaan uitmaken van de boerderij ernaast, werd in 1982 van de erven Sloet aangekocht door de gemeente. Tilvoorde werd direct doorverkocht aan de Hervormde Gemeente.
Het gebouw is sinds 1984 na grondig te zijn verbouwd in gebruik als Hervormd Centrum, weer onder de naam Tilvoorde.

Op 15 maart 1984 werd met een open dag het nieuwe hervormde ontmoetingscentrum in gebruik genomen. Een commissie was vier jaar eerder begonnen met het zoeken naar ruimte voor zo'n centrum. Nadat eerst een plan voor Kerkstraat 31 (het jeugdgebouw) en 58 was gemaakt, kwam in 1982 de oude stroopfabriek in beeld die via de gemeente werd aangekocht. In 1983 wordt de verbouwing gegund aan bouwbedrijf Moes. Architect was Gunnar Daan en compagnon Thon Karelse.
De nieuwe inrichting omvat op de begane grond een foyer, een grote zaal met aansluitend een kleine zaal (samen L-vorm), op de eerste verdieping twee kleine zalen (boven foyer en kleine zaal beneden) plus keuken en woonkamer, en nog een zolder met daarop 3 slaapkamers. Het gebouw wordt voor allerlei activiteiten gebruikt, onder meer als condoléanceruimte bij begrafenissen. Ook vinden hier lezingen plaats van het departement Vollenhove van Het Nut.

Inmiddels wordt er al weer enkele jaren gezocht naar een nieuw onderkomen, vlak bij de Grote Kerk. Daarvoor is de woning aangekocht die hoorde bij de voormalige palingrokerij van Jongman op de hoek Haven / Kerkplein. En dan is het afwachten wat de nieuwe bestemming gaat worden van de voormalige stroopfabriek, die overigens geen monument is.