Na 1945 ontstond er behoefte aan een nieuwe kerk voor de Rooms-Katholieke parochie in Vollenhove. Deze Nicolaaskerk werd opgetrokken in de jaren 1952 - 1953 (locatie: 52°40'53.42"N 5°57'4.84"O, Kerkstraat 40). Op zondag 23 november 1952 werd de eerste steen gelegd, en op 21 juni 1953 vond de inwijding plaats door mgr. dr. B. J. Alfrink, aartsbisschop-coadjutor van Utrecht.
De kerk heeft een vierkante dakruiter (gerestaureerd in 2023) waarin in het jaar 1953 een luidklok van Petit & Fritsen is opgehangen. De klok heeft de in die tijd gebruikelijke golvende sierrand en heeft als opschrift: PETIT & FRITSEN - AARLE RIXTEL 743. Verder staat erop vermeld: NICOLAAS 1953. Zij heeft geen kroon en wordt met een vallende klepel geluid. Haar diameter is 49,8 cm en haar gewicht bedraagt ongeveer 80 kg. Dat kan betekenen, dat haar toonhoogte a2 is.
Een historisch belangrijk onderdeel van de kerk wordt gevormd door een wijsteen van de kapel van het Oldehuis, die rechts naast het koor naast de toegang tot de sacristie is ingemetseld. Een koperen plaat met inscriptie vertelt het verhaal van de steen die bij de afbraak van het Oldehuis in 1854 is gered door de toenmalige pastoor, de 36-jarige Lucas Bernardus Mulder, die zijn pastorie aan het Kerkplein had (nu de pizzeria, links naast het Lemkerhuis / Franse school) en vanuit huis zicht op de afbraak. Bij de bouw van de nieuwe kerk kwam pastoor Grimmelikhuizen met deze steen op de proppen, die was meeverhuisd naar de nieuwe pastorie.
In 1999 werd de kerk inpandig verbouwd waardoor er een vergaderzaaltje ontstond (Gerarduszaal, in plaats van het voormalige St. Gerardusgebouw aan de overkant van de straat) en werd de kapel op de begraafplaats grondig opgeknapt. In 2004 werd besloten om nogmaals een zaaltje aan de kerk vast te bouwen voor o.a. het houden van kindernevendiensten. Op 20 februari 2005 werd deze Albertuszaal (genoemd naar Bert Klappe, koster en bouwmeester) feestelijk ingewijd.
Het Mariabeeld dat de Schokkers in 1859 bij het verlaten van hun eiland uit de kerk van Emmeloord hadden meegenomen, is in 2009 gerestaureerd en weer in de oorspronkelijke kleuren teruggebracht.
Het gebouw is een gemeentelijk monument, vanwege de volgende redenen:
Waardering
De Nicolaaskerk aan de Kerkstraat 40 in Vollenhove is van architectuurhistorisch, cultuurhistorisch en stedenbouwkundige belang:
- als typisch voorbeeld van naoorlogse katholieke kerkbouw;
- vanwege de traditionalistische architectuur, waarbij de architect refereert aan historische voorbeelden, zonder dat historiserend wordt gebouwd;
- vanwege de hoge kwaliteit van het ontwerp en de detaillering;
- vanwege de afgewogen stedenbouwkundige positionering aan de Kerkstraat;
- vanwege de zeldzaamheid van dergelijke architectuur in Steenwijkerland;
- vanwege de gaafheid van het exterieur.
Deze kerk werd in 1952 ontworpen door architectenbureau P. Starmans uit Utrecht. Starmans was als architect betrokken bij diverse bouwprojecten van de katholieke kerk in het bisdom Utrecht. De patroonheilige is dezelfde als in de protestants geworden Grote of St. Nicolaaskerk. De eparochie van Vollenhove had tot de ingebruikname van deze kerk in 1953 gebruik gemaakt van de veertiende-eeuwse kapel van het voormalig Heilige Geestgasthuis, die in 1799 aan de katholieken van Vollenhove was (terug)gegeven.
Omschrijving
Het gebouw ligt op een markante positie in de oude stadscentrum van Vollenhove aan de zuidelijke wand van de Kerkstraat. Het gebouw ligt parallel aan deze straat, maar voegt zich niet in de rooilijn: alleen de zijgevel van het ingangsportaal pakt deze lijn op. De hoofdtoegang ligt echter niet aan de straat, maar aan een binnenplein, bereikbaar van de straat door het hek. Het gebouw creëert hierdoor binnen de stedelijke structuur een geheel eigen ruimte.
Het gebouw is een zaalkerk op rechthoekige plattegrond met een ingesnoerd koor, onder een doorlopend, gedrukt zadeldak. Haaks hierop staan secundaire volumes onder zadeldaken. Aan de noordgevel betreft dit het ingangsportaal en aan de zuidgevel enkele parallelle volumes, die wellicht (deels) later zijn toegevoegd. Het muurwerk is opgetrokken in een wild verband van roodbruine baksteen. Enkele gevelonderdelen zijn in natuursteen uitgevoerd. De daken zijn gedekt met keramische pannen. Op het dak ter hoogte van de viering is een vierkante, houten dakruiter met luidklok aanwezig, bekroond met een latijns kruis. De vensters zijn voorzien van eenvoudig, ongedecoreerd glas-in-Iood, gevat in stalen kozijnen.
De gevel aan de binnenplaatszijde wordt gekenmerkt door een groot radvenster met rondom een gemetselde dagkant. Deze dagkant heeft aan de onderzijde een natuurstenen drup. De vensteropening wordt ontlast met drie halfsteens rollagen. Ter weerszijden twee smalle maar hoge rondboogvensters, met halfsteens rollagen. De dorpel is van gemetselde baksteen. Ter linker zijde van het hoofdvolume ligt het toegangsportaal, waarvan de gevel iets terugligt. De voorgevel van dit portaal wordt geheel ingenomen door de dubbele toegangsdeur, onder een gemetselde segmentboog met rondom dagkanten. In de boogaanzetten zijn kleine vierkante natuurstenen decoraties in de vorm van een Grieks kruis opgenomen. De gevel wordt beëindigd met een eenvoudige gootlijst met klossen. Dit portaal wordt in vorm en opzet herhaald aan de zuidzijde. Bovenop de geveltop staat een smeedijzeren kruis op een bol. De gevel wordt beëindigd met gevelpannen.
De noordelijke zijgevel wordt geleed met decoratieve spaarvelden in het metselwerk, waarin telkens twee rondboogvensters zijn opgenomen. De vormgeving en schaal van deze vensters komt overeen met die in de voorgevel. De gevel wordt beëindigd met een eenvoudige gootlijst op klossen. Het portaal heeft aan de straatzijde drie rondboogvensters. Deze gedrukte topgevel wordt beëindigd met gevelpannen.