Gravure van de Rollecate door Rademaker, 1725De havezate Rollecate lag even buiten de stad, tegenover de Turfsteeg, aan de weg die langs Tweenijenhuizen afboog naar De Krieger en zo richting Zwolle. De havezate zelf is afgebroken in 1821. Het landgoed er omheen bleef vrijwel intact tot de uitbreiding van Vollenhove in de jaren 1960 - 1970.
Tot de afbraak omstreeks 1965 lag op een verhoging een eindje van de weg te midden van weiland een boerderij waarop met dakpannen in afwijkende kleur het opschrift "Rollecate".

Analyse van een luchtfoto uit 1948 gaf de exacte ligging van de havezate prijs. Op het terrein staan nu huizen en een appartementencomplex waarin men enigszins symbolisch een nieuwe Rollecate zou kunnen herkennen.

Het geslacht Van Isselmuden: stichters en eigenaren

In 1437 werd Alfer van Isselmuden burger van Vollenhove. In 1445 deed bisschop Rudolf van Diepholt uitspraak in een geschil tussen de buren  en het klooster Clarenberg over de te betalen belasting over de kloostergoederen. Belastingvrij zouden alleen de boerderij zijn en het stuk land waar het huis en het  klooster op stond. Dit lag tussen de hofstede van Alphert van Isselmuden en de stadsgracht. Ook het erve Ten Doerganck hoorde daarbij. De (latere) havezate wordt hier dus nog 'hofstede' genoemd, een boerderij. Deze naam, die op verschillende plaatsen op het Land van Vollenhove voorkwam, duidt op een slagboom of afsluithek.

Gheert van Isselmuden, schout van Vollenhove, oorkondt in 1462, dat Fije Maeken verkocht had aan het convent Clarenberg, gelegen naast de Rollecate, o.a. een rente van 3 mud rogge en 1 mud gerst uit het goed van Alfer van IJsselmuden (?-1456).

In de rekening van de rentmeester - aangesteld door de bisschop van Utrecht - van Vollenhove over 1504 en 1505 staat Herman van Isselmuden genoemd. Hij betaalde als pacht voor de hofstede, waar zijn huis op staat voor de poort te Vollenhove; en van de oude hof, waar zijn schuur op staat, 1 mudde 2 schepel rogge. Mogelijk is de boerderij dan vervangen door een huis.

detail kaart J. van Deventer, 1560Jacob van Deventer tekende omstreeks 1560 een huis tussen het vrouwenklooster Clarenberg en Tweenijenhuizen met een aparte oprijlaan. Dit is de oude Rollecate, die dichter bij de laan naar de Hare stond dan bij de Steenstraat (nu Weg van Rollecate). Ten westen daarvan is op de kaart het klooster te zien, maar de boerderij Ten Doorganck - tussen klooster en toegangsweg naar de poort - is dan al verdwenen. Johannes Vossius tekende in 1597 - in ballingschap en uit het hoofd - twee huizen op enige afstand van de Steenstraat. Het ene huis heeft een voortuin en is blijkbaar een huis van betekenis. De andere behuizing staat tussen dit huis van stand en het convent Clarenberg. Mogelijk was dit de woning van de priester van het klooster. Op 19-2-1580 dwingt een militaire commandant in Zwartsluis, Wilhelm van Wyngerden, de zusters om het huis en de tuin af te staan aan zijn neef Van Isselmuden.

In de Grote Kerk hingen vroeger vele wapenborden van het geslacht Van Isselmuden en ook ziet men hun wapens op zerken. Van de Rollecate werd  Alphert van Isselmuden (1566-1635) in de Ridderschap verschreven, die in 1605 trouwde met Judith Sloet (1566-1643), dochter van Bartholt Sloet van Warmelo. Van haar bevindt zich een album amicorum uit 1603 in de Kon. Bibliotheek. 

Van Ridderschap en Steden mocht Alphert van Isselmuden in 1626 zijn huis en havezate Rulcate en het Goer in het schoutambt van Vollenhove, zijnde allodiaal vrij goed, een leen maken van Overijssel in plaats van zijn leengoed Luttycke Wiggerink in het kerspel van Dalfsen. 

Door de verschrijving van Alphert van Isselmuden vanwege de Rollecate verhuisde zijn oom Roelof van IJsselmuden de oude (?-1625) van de Rollecate naar de stad Vollenhove en ging Alphert op de Rollecate wonen (1594). De weduwe van zijn broer Roelof 'de jonge' (1576-1625),  Agnes Beninga, verzocht in 1628 aan het College van de Volle Stoel verlenging van de huur van de Bagijnekamp met het huis dat daar op stond (vermoedelijk het vroegere klooster). Ze mocht nog 2 jaar 2 'scharweiden' gebruiken, in 1629 uitgebreid tot 3. In 1633 werd verpachte dit college aan Jr Alphert van Isselmuden, erfgezetene tot Rollecate voor 18 jaar een stuk van Clarenberghscamp "streckende van die hoff aff, so dieselve des thero in pacht gehatt" tot aan de put, die hij mag gebruiken, maar ook onderhouden moet, voor 3 goudguldens per jaar. In 1631 was zij hertrouwd met Johan van Echten van Oldruitenborgh, de 'buurman'.

Vervolgens werd van de Rollecate verschreven Alferts zoon Johan van Isselmuden (1610-1671) van 1644 tot zijn overlijden. Hij was drost van Vollenhove en huwde in 1634 met Agnes van Essen (1614-1674). Aan hem werd door de Volle Stoel in 1652 land in huur gegeven van de Bagijnekamp, buiten de Landpoort naast de Rollecate gelegen voor 13 gulden en 13 stuiver per jaar. Hiermee verviel de oude huur van de hof van 3 goudgulden per jaar, tegen een aflossingssom van 390 goudgulden.

De nieuwe Rollecate

In 1654 gaf  deze Johan van Isselmuden aan de Amsterdamse architect Vingboons opdracht tot het ontwerpen van een nieuw Rollecate.
Philips Vingboons (1607-1678) had vanaf 1638 reeds naam gemaakt als ontwerper van deftige herenhuizen in Amsterdam en daarbuiten. Van hem is ook een ontwerp bekend voor het nieuwe stadhuis van Amsterdam (nu het paleis op de dam), waarvoor Jacob van Campen tenslotte de opdracht kreeg.
Johan van Isselmuden noemde zich bij het verstrekken van de opdracht heer tot Rollecate en Zwollingerkamp, landdrost van Vollenhove en de heerlijkheid Kuinre en gecommitteerde wegens de provincie Overijssel ter Vergadering van de Hoog Mogende Heren Staten Generaal.
Op de gekozen plek stond al bebouwing: een deel van de oude keuken met het aangrenzende hok (toilet?) moesten in de nieuwbouw opgenomen worden. Volgens de plattegrond gebeurde dit ook met de kamer op het zuidoosten. Het hele huis werd gebouwd op overwelfde kelders en werd opgetrokken naast een gracht, waarover een valbrug tussen twee bruggehoofden lag. Vingboons schreef: "de kamers hebben schoone uytsicht, so over de Landtsdouwen als mede in de Zuyderzee".
De bouwtekeningen, die bewaard bleven, laten de drie dimensies zien van vooraanzicht, zijaanzicht en plattegrond. De tekening van een eeuw later geeft een goede indruk van wat eens het mooiste huis van Vollenhove geweest moet zijn.

In 1687 is er in de vergadering van de Volle Stoel sprake van het herstel van de nieuw gemaakte Latijnse school, waarbij de 300 caroli gulden zou worden gebruikt 'die de Heer van de Rollecate nog wegens de slaven uit Algiers had'. Vermoedelijk was dat een (gezamenlijke) 'slavenkas', te gebruiken voor het vrijkopen van tot slaaf gemaakten uit de omgeving op schepen, buitgemaakt door Noord-Afrikaanse piraten.

De afmetingen van de havezate van 1654 waren: 21,37 m. breed en 14,95 m. diep met nog een uitbouw van de oude keuken van 3,28 m. De hoogte van de nieuwe Rollecate bedroeg vanaf de keldervloer tot de dakgoot 10,50 m. en tot het platte dak ruim 16 meter.
De beide schoorstenen torenden daar nog meer dan 2 m. bovenuit. De bovenwijdte van de gracht, dus talud inbegrepen, was ruim 11 m. De toegang bestond uit twee bruggehoofden en een valbrug van 4 meter. Het complex van huis met omringende gracht besloeg dus een oppervlakte van ongeveer 43 m. maal 37 m.

Bij het bestuderen van de bouwtekeningen bleek dat Vingboons zoveel mogelijk gebruik maakte van de bouwkundige formule 1: 1,42 (de wortel uit 2), een gangbaar principe in de zeventiende eeuw.

In 1676 werd gemeld: "de Rollecate, toebehorende de heer van Isselmuden, is voor alsnog onbewoont".
In het register van de jaarlijkse inkomsten van het klooster Clarenberch uit 1695 - 1754 staat het canon uit de heer van Rollecatehof in de Clarenbergskamp vermeld, zijnde f. 13.16.0. (dus 3 stuivers meer dan in 1652!).

Na Johan van Isselmuden werd zijn zoon Joan Alfer van de Rollecate verschreven en na diens kinderloos overlijden in 1674 zijn  broer Hendrik (1647-1691), in 1676 gehuwd met Theodora  Judith Margaretha van Essen (1649-1701). Hij overleed in 1691 op de Rollecate. In het archief van Marxveld bevindt zich een vers op zijn overlijden, gemaakt door Ds. H. van der Poell, met waarin staat dat hij in het familiegraf te Vollenhove werd begraven. "Hij heeft bijna 14 jaar gestaan aan 't roer der Landen van Overijssel en was oud 45 jaren". Zijn vrouw, 3 zonen en 1 dochter leefden nog.

Hendriks zoon Jan van Isselmuden (1677 Rollecate - 1732 Rollecate) werd in 1701 van de Rollecate verschreven. Diens zoon Hendrik (1705-1741) werd naast zijn vader verschreven in 1730. Het College van de Volle Stoel kwam 29 juni 1730 overeen met de heer Isselmuden tot de Rollecate, dat die op de Bagijnekamp aan de westzijde van de hof van de Rollecate bomen mocht planten tot een mantel en schutting voor die hof, de dode bomen uitrooien en nieuwe inplanten. Hieronder was ook begrepen de daar staande lindebomen, waarvoor de heer van de Rollecate wel toestemming had verkregen, maar hetgeen niet genotuleerd was geworden.

De Bagijnekamp werd op 26 februari 1734 door de Geestelijkheid verkocht aan de heer van Isselmuden (zie bij Clarenberg - vrouwenklooster van 1411-1581).
De heren van de Geestelijkheid werden op 1 maart 1740 door de heren van de Volle Stoel verzocht en geautoriseerd om het derde deel van de kleine Kruisakker, gelegen vóór de Rollecate, zo voordelig mogelijk aan de heer van de Rollecate te verkopen (de Kruiskampen zijn nu industriegebied De Weyert).
Hendrik van Isselmuden werd in 1735 met de Rollecate beleend. Hendrik had een zoon Jan, doch ten verzoeke van de voogd Hendrik van Isselmuden tot Zwollingerkamp werd 19 maart 1745 met de Rollecate beleend Hendrik van Isselmuden tot Paasloo, totdat Jan meerderjarig zou zijn. Deze Jan, ook wel Johan Hendrik genoemd (1738-1760), verdronk (te paard rijdend door Mastenbroek) op 17 december 1760, ongehuwd.

Op 2 juli 1744 staat in het register van de jaarlijkse inkomsten van het Clooster Clarenberch 1695 - 1754 geboekt: verschenen maart 1743, ontvangen van burgemeester L. Engelenburg. In hetzelfde register komen ook voor de jaarlijkse uitgangen ten voordele van het Eccolesiastieke Rentambt van Vollenhove: de heer van de Rollecate uit zijn kamp bij de Clarenberg tegenover de Rollecate, 1 mudde gerst.
Burgemeester Lucas Engelenburg heeft vermoedelijk de Rollecate als huurder bewoond. Zijn zoon Vredenrijk Jan woonde volgens de doopaktes van zijn kinderen in 1781 en 1782 en ook in 1795 als huurder op de Rollecate, maar in 1802 vertrok hij met zijn gezin naar Kampen.

Van Dedem: het einde van de Rollecate in Vollenhove

luchtfoto uit 1948 van het terrein De rollecate, met als zichtbaar overblijfsel het bouwhuis, en verder verkleuringen in de grondMeer dan 100 jaar waren de Van Isselmudens elkaar opgevolgd als eigenaars en vaak ook als bewoners van deze statige havezate, tot het jaar 1760.
De toenmalige eigenaar Johan Hendrik van Isselmuden reed in dat jaar op 17 december te paard door de Mastenbroeker polder, raakte daar te water en verdronk. Hij was ongehuwd en daarom vererfde De Rollecate op zijn zuster Theodora Judith Margriet van Isselmuden, die toen getrouwd was met Gijsbert Willem van Dedem van Den Berg bij Dalfsen. Deze had met zijn oudste zoon Overijssel moeten verlaten wegens het doodslaan van hun tuinknecht. Hij stierf in 1762.

De erfgename, in 1762 weduwe geworden, verkocht De Rollecate een jaar later aan de jongere zoon Coenraad Willem van Dedem. In de akte werden genoemd: de boomgaard met de singel daarom, bij de Rollecate gelegen, het weiland het kleine Goor, de Bagijne- en Clarenbergerkamp en een stuk land bij het erf op Zwol. 
Coenraad Willem, in 1772 gehuwd met zijn volle nicht Suzanna Leonora de Vos van Steenwijk, werd van de Rollecate verschreven in 1763. In 1764 kocht hij ook Den Berg bij Dalfsen van zijn broer Willem Jan. Coenraad Willem was eerst lid van Gedeputeerde Staten, toen drost van Haaksbergen en van 1790 tot zijn dood in 1816 drost van het Land van Vollenhove. Hij en zijn gezin vertoefden liever op de ouderlijke havezathe Den Berg te Dalfsen dan op de Rollecate bij Vollenhove. Nog voor zijn overlijden begon het gezin al te denken aan het afstoten van de Vollenhoofse bezittingen. Dit zal verband houden met het bekostigen van het graven van de Dedemsvaart, waarvoor koning Lodewijk Napoleon in 1809 concessie had verleend.
Op 12 februari 1816 verkocht deze C. W. Baron van Dedem van den Berg een kapitale boerenerve met de landerijen, gelegen op het land Vollenhove in de Kleine Leeuwte, toen verhuurd aan Arrien Kroes (Overijsselse Courant van 30 januari 1816) aan de vervener Jan Teunis Boxum (nu eigendom van en bewoond door Klaas Naberman). Datzelfde jaar overleed baron Van Dedem.

Uit de gemeenteraadsnotulen van 18 september 1818 blijkt, dat de stadsslagboom bij de Rollecate heeft gestaan.

detail kadasterkaart 1832: de havezate is verdwenenBij notariële akte van 30 maart 1820 liet de weduwe Van Dedem het herenhuis De Rollecate voor afbraak veilen, maar het werd niet gegund. In de akte van inzate van 29 maart 1820 luidt de omschrijving: een herenhuis, genaamd de Rollencate, staande op het goed de Rollencate, benevens de brug en muur voor de gracht vanaf de boomgaard tot aan het eerste dekstuk bij de pijp voor de hof (pijpduiker). In de verkoopadvertentie staat, dat het huis 4 beneden- en 6 bovenkamers bevat enz.
Op 10 april 1820 werd het dan toch verkocht: het bouwhuis, hofhuisje, hoven en boomgaard aan Klaas A. de Vries; de Bagijnekamp met het Franse pad aan A. Baron Sloet tot Oldruitenborgh; de bouwkamp aan de Steenstraat, een kamp in de Schaweg, een bos aan de Zuurbekersteeg enz. en werd ingehouden: de bouwkamp voor de Rollecate, waaraan ten oosten de Kruiskamp, bezwaard met 4 ½ schepel gerst aan de Geestelijkheid van Vollenhove, het Groote Goor, waarop weiderij, ten noorden de zee. Kopers moeten het paalwerk voor hun rekening nemen enz. Tevens werden enige percelen zware iepen verkocht op die datum. Ook werd bij een akte ingehouden zitplaatsen en grafkelder in de kerk en het recht om een kind in het Weeshuis te plaatsen. In het archief van Oldruitenborg bevindt zich een kwitantie van 1 januari 1821 van de gekochte allee en bomen achter om de Rollecate. Het moet daar zeer bosrijk zijn geweest.

Vervolgens bracht Mr. W. J. Baron van Dedem het huis over naar de Dedemsvaart te Den Hulst, waar hij overleed in 1851. Hij had het huis daar ook de Rollecate genoemd. Waarschijnlijk gaat het alleen om het overbrengen van de naam: de hoeveelheid puin die overbleef is zo groot, dat hergebruik van stenen in Den Hulst onwaarschijnlijk is.
In de notulen van het Heemraadschap Vollenhove van 6 juni 1821 staat, dat de Gouverneur. de aankoop van puin op de Rollecate te Vollenhove goedkeurt. Het puin zal op de Blokzijlerdijk worden gebracht en een beetje op de Barsbekerdijk. In de vergadering van 20 mei zegt de dijkgraaf, dat hij met C. Tijhaar een contract had, de eigenaar van dat puin, en dat naar schatting 550 last aangekocht kon worden. In huidige maatstaven is dat 1100 kuub.
Ook is het onduidelijk waar men de grond voor het dempen van de gracht vandaan haalde.

Ligging van De Rollecate: sporen in het terrein

Het terrein rond de havezate De Rollecate bleek bij de invoering van het kadaster in 1832 nog een geheel te vormen. Alleen was van de gracht en van het terrein van het huis geen spoor meer te bekennen. Toch kon de oorspronkelijke situatie gereconstrueerd worden dankzij een luchtfoto van omstreeks 1950.Schematisch aangeduid werd het terrein begrensd door het oude Franse Pad tot de basisschool Het Kompas. Van daar liep de grens in oostnoordoostelijke richting tot de verbindingstraat van Georg Schenckstraat naar De Cartouwe. Dicht langs de vroegere verbindingsweg, de Kleine Hare, liep dan de grens naar het noorden en maakte een bocht naar het noordoosten om uit te komen tegenover de ingang van de RK begraafplaats: deze steeg werd vroeger de Grote Hare genoemd. Het laatste stuk van de begrenzing van het Rollecate-terrein liep westwaarts langs de Weg van Rollecate en De Voorpoort tot het begin van het oude Franse Pad (het Franse Pad is enige keren verlegd: het oudste Franse Pad lag op de westzijde van de Bagijnenkamp dus waar nu het fiets- en wandelpad tussen Nieuw Clarenberg en het park Oldruitenborgh ligt).

De uitgang van De Rollecate was aan de huidige Weg van Rollecate, vroeger Steenstraat geheten. Op de plattegronden van Jacob van Deventer van plm. 1560 en van Johannes Vossius uit 1597 staat deze uitgang al getekend. Laatstgenoemde tekende tussen het vrouwenconvent Clarenberg en De Rollecate nog een huis of boerderij.

Op de kadasterkaart van 1832 blijken De Rollecate en de boerderij Ten Doorgang volledig verdwenen. Slechts de begrenzing van het terrein van de voormalige havezate is dan nog duidelijk. Wat van de kadasterkaarten niet meer af te lezen was had echter wel sporen in de grond achter gelaten zoals bleek uit een luchtfoto van plm. 1950. Waar eens de grond dieper dan de bouwvoor verwijderd werd, bijvoorbeeld voor het graven van een gracht, en deze later weer gedempt werd, daar blijft zeer lang vanuit de lucht een verkleuring van de bodem zichtbaar o.a. door verschil in vochtgehalte.

Bij de aanleg van een nieuwe weg in 1999 werd voor korte tijd een smalle puinstrook zichtbaar op het voormalige terrein van de Rollecate. Over een afstand van plm. 18 meter ging het blijkbaar om de sleuf van een fundament, aan de uiteinden haaks afbuigend naar het westen. Dit was dus de oostelijke fundering van een lang gebouw.
Bij de Topografische Dienst te Emmen bleek een foto van pIm. 1950 aanwezig. Daarop was op diezelfde plek een lichte vlek zichtbaar met een verbinding naar de Weg van Rollecate. Misschien is dit een bouwhuis van De Rollecate geweest, mogelijk was er ook een verband met de Stadsslagboom tegenover de Turfsteeg.
Belangrijker was de ontdekking op de luchtfoto van de plattegrond van De Rollecate. De maten van de bouwtekeningen uit 1654 pasten goed bij de afmetingen van de verkleuring.
De rechthoekige lichte vlek op de luchtfoto komt aan drie zijden duidelijk overeen met de afmetingen op de tekening. Daarmee is de plaats van de havezathe De Rollecate (1654 - 1821) teruggevonden en in kaart gebracht.schets ligging De Rollecate, uit Kondschap maart 2000

Legenda kaart ligging De Rollecate

A. havezate Rollecate
B. gracht om Rollecate
C. bouwhuis (boerderij)
D. sleuf met puin (wegaanleg 1999)
E. RK begraafplaats
G. basisschool Het Kompas
1. Weg van Rollecate (vroeger Steenstraat)
2. Turfsteeg
3. Voorpoort
4. straat Franse Pad tot 1999
5. straat Franse Pad vanaf 1999
7. G. van Rhenenlaan
8. Kleine Hare
9. Grote Hare
10. vroeger oprijlaan boerderij, nu Het Vosken
11. De Cartouwe
12. Georg Schenkstraat
13. nieuwe gracht

locatie:  52°40'47.52"N  5°57'31.04"O

In het Stadsmuseum Vollenhove is een maquette van de nieuwe Rollecate te bewonderen, gemaakt op basis van de originele bouwtekeningen.