Kerkstraat 57 en 59, VollenhoveMonumentnummers 10571 en 10572, sinds 3 maart 1966. Kadastrale aanduiding Vollenhove A 1989. Pand met gevel met rechte kroonlijst. Bouwjaar volgens BAG-register 1681.

Uit processtukken rond een burenruzie (1744-1764) over een put, schutting en een over de erfgrens uitstekende schoorsteen is de volgende eigendomssituatie op te maken: het waren oorspronkelijk twee huizen, beide van Johannes Oxenburg sr (<1688-?). Het linker huis ging naar zijn zoon Jannes (pander in 1731), het rechter huis naar een dochter die met Hendrik Berendsz. Voerman was getrouwd. Die verkocht het aan pander Gerrit van Dijk (1708-?), getrouwd met Sophia Voerman. Beide huizen werden vervolgens verkocht aan schout David Drillinger, die er één huis van maakte, de mandelige put aan de achterkant verplaatste naar de erfscheiding en een schutting plaatste – tegen de zijn van buurman baron Van Rhemen die zijn havezate Rhemenshuizen verhuurde en dit zag toen hij in 1744 weer eens kwam kijken.

Jan David Drillinger (Kampen 1710-1749) was schout van (Ambt) Vollenhove en Blokzijl (schout 1738-1749). Als schout wordt hij dan opgevolgd door Jurrien Morre. Zijn weduwe blijft met hun zoon in het huis wonen, haar moeder trekt er bij in.

Wie de volgende eigenaar werd, is mij onbekend.

De situatie in 1832 was zoals op de afbeelding aangeven. Het terrein van Rhemenshuizen liep oorspronkelijk noordwaarts door tot aan de stadsgracht.

Eigenaar van het dubbele pand was ten tijde van de eerste kadasterkaart (1832) Francois Robbé (1760-1817), uit een oud geslacht in Enkhuizen. Hij kwam met zijn gezin rond 1805 vanuit West-Terschelling naar Vollenhove en was hier lid van de gemeenteraad. Na het overlijden van zijn vrouw in 1834 werd het huis door de kinderen verkocht.

Koper was gemeentegeneesheer Evert Ekker (1793-1865), de overbuurman (nu Kerkstraat 56, ook rijksmonument).

De kavel en het huis werden gesplitst in 1853, het jaar waarin de vrouw van Ekker overleed. In 1868 kwam links in dit grote pand het Grootburger Weeshuis dat verhuisde uit een oud pand in de Visschersstraat. Het pand, nu nummer 57, werd in 1998 gerestaureerd en bevat zes appartementen.

Het huis rechts, nu nummer 59,  werd al 1853 verkocht aan Jacob Kortenbout van der Sluijs, een gepensioneerde ambtenaar uit Nederlands Oost-Indië. Die kwam op 10 mei vanuit Zwolle en ging in september 1859 naar Almelo, zijn zoon achterna. Zoon David Gerardus was kantonrechter, en woonde ook in de Kerkstraat.

Het huis werd in 1859 verkocht aan kantonrechter Santberg die het in 1863 verkocht aan Van den Santheuvel, controleur bij ’s rijksbelastingen en getrouwd met baronesse Conradina Sloet van Tweenijenhuizen. Vervolgens ging het in 1872 naar kantonrechter Hoeth die dat jaar vanuit Oudenbosch naar Vollenhove kwam maar drie jaar later al vertrok naar Nijkerk. Het adres was toen Kerkstraat 88. Het pand werd gekocht door rentenier/belegger Lucas van Gulik, maar niet om er te wonen.

In 1906 werd Helmich Koops (1843-1930) de eigenaar. Hij was in 1905 getrouwd met Hendrikje van der Linde. Zij woonden beneden in het voorhuis, het achterhuis en het bovenhuis werden verhuurd aan ambtenaren en onderwijzers. Het adres was toen Kerkstraat 53. In 1909 werd er bijgebouwd, in 1910 kwam er een schuur, en het werd in 1923 weer verkocht.

Jan Kees IJspeert werd de eigenaar, tot hij vertrok naar Hengelo. Het werd verhuurd van 1921-1927 aan meester Wansink van de OLS. In 1928 werd het gekocht door de gemeente Stad Vollenhove die het bestemde tot burgemeesterswoning. Achtereenvolgens burgemeester Ten Kate, Crommelin en Van Boetzelaer woonden hier. Vanaf 1953 werd het verhuurd en woonden er twee gezinnen in.

De gemeente stelde het pand vervolgens ter beschikking aan de padvinderij (1966-1981). Via een veiling kwam het vervolgens weer in particuliere handen.

Het huis op nummer 59 heeft van voor tot achter een brede gang. Mogelijk was dit oorspronkelijk de ‘osendrop’ tussen de beide oorspronkelijke huizen. Zowel aan de voorkant als aan de achterkant waren een grote en daarnaast een kleine kamer. In het midden een kleine binnenplaats, de brede trap naar boven en een grote keuken met kelder. Boven de gang een overloop, aan de voorkant twee kamers, aan de achterkant drie kamers. Achter het huis was een stenen schuurtje (situatie plm. 1970, het huis was toen sterk verwaarloosd, door lekkage en verrotting was er een enorm gat in het plafond van de keuken gekomen en de kelder stond vol water. Rond 1981 is het gerestaureerd.

Beide panden hebben nog een deel van de ooit echt indrukwekkende stoep. Het linkerpand had zelfs paaltjes (‘Amsterdammertjes’) om de stoep te beschermen. De bepleistering van het linkerpand met de blokkenaanduiding in neoclassicistische stijl is al op foto’s rond 1920 te zien, het was ook gebruikelijk dit wit te maken. Ook het pand Kerkstraat 31 heeft zo’n gevel, evenals het in 1870 gebouwde hotel aan de Voorpoort.