straatnamen

(oude tekst, niet meer gebruikt)

 

Wonen anno nu: wat is eigenlijk de betekenis van de naam van de straat waar ik woon?

Veel mensen die nu in Vollenhove wonen, hebben geen idee wat er schuilgaat achter de naam van hun straat. Hieronder staat een uitleg, vaak een verwijzing naar een stukje historie. De straatnamen zijn gegroepeerd per thema, niet naar wijk. 

U kunt kiezen voor de straatnamen op alfabetische volgorde of per thema gegroepeerd:

De visserij kwam op in de tweede helft van de 18e eeuw en werd in de 19e eeuw de belangrijkste inkomstenbron voor Vollenhove. De (betrekkelijke) welvaart nam in de 20e eeuw weldra af en verdween na de afsluiting van de Zuiderzee uiteindelijk geheel.

  • Visscherstraat: oorspronkelijk Oudestraat, hier zijn waarschijnlijk de eerste huizen van Vollenhove gebouwd. Vanaf de opkomst van de visserij in de 18e eeuw was dit de vissersbuurt, die ontstaan is door het dempen van drievijfde gedeelte van de noordelijke gracht. Aan het einde van de 19e eeuw en begin van de 20e eeuw werd op de achtererven richting zee gebouwd, zodat aan de haven een waterfront ontstond, het huidige Aan Zee. In de kaalslag van de jaren-1970 zijn alle panden, op twee na, verdwenen.
  • Vismarkt: vóórdat er een visafslag was aan de haven, werd hier de vis verhandeld. De Vismarkt was een plein op de hoek van de huidige straat en de Visscherstraat. De huidige straat leidde van de steiger in de buitenhaven direct naar de markt. Als monument is er een vis als patroon in de bestarting aangebracht.
  • Aan Zee: het straatje dat direct aan de zee lag (de Zuiderzee)
  • de Zeesteeg: steegje van de Visscherstraat naar Aan Zee.
  • De Noordwal: ontleend zijn naam aan de ligging van het gebied (Voorst en Bentpolder) ten opzichte van het water (monding van het Zwarte Water) en de visgronden. De zuidwal was voor de vissers het Kampereiland.
  • De Wal
  • De Reede: de visserschepen lagen tot de aanleg van de binnenhaven in 1823 en de buitenhaven in 1890 vaak voor anker op het lage stuk voor de kust, de rede.

In oktober 1977 bepaalde de gemeenteraad, dat in het nieuwe bestemmingsplan Bentpolder de straatnamen niet langer naar historische personen genoemd moesten worden, maar ontleend moesten worden aan de visserij. Als voorbeelden werden toen genoemd: Het Vooronder, en De Helmstok. Redenen lagen in het feit, dat de historische namen door velen, onder andere de postbodes, als veel te lang werden beschouwd, en bovendien alle historische namen zo ongeveer waren opgebruikt. Uiteindelijk werden de nieuwe namen, in volorde van het in gebruik nemen:

  • Aan Boord: deze naam spreekt voor zichzelf. Geen historische betekenis. Het is overigens ook de verbindingsweg met de nieuwe wijk, die vanaf 1998 werd aangelegd en nog steeds in ontwikkeling is.
  • Steiger: naam van het oorspronkelijke havenhoofd, een houten stellage die in zee reikte (ten noorden van de Vismarkt). Het is ook de verbindingsweg tussen Aan Boord en Kade (mooie symboliek).
  • Botter: type vissersboot.
  • Aak: een bekend type vissersboot. In 1927 waren in Vollenhove 7 aken op in totaal 135 schepen.Varianten: Lemster Aak (12 - 14 meter), Wieringer Aak (10 - 13 meter).
  • Kade: spreekt voor zich zelf. Geen historische betekenis.
  • Mast, Zwaard, Anker, Kiel, Roer en Reling: idem. Het zijn onderdelen van schepen (alhoewel de Vollenhoofse schepen geen kiel en ook geen reling hadden...).
  • Pluut: type vissersboot.
  • Schuit: hier veel voorkomend type boot, ook wel bons genoemd (een kleine schokker).
  • Punter: een punter is een klein type boot, vooral gebruikt als hulpbootje.
  • Schouw: een algemeen bekend scheepstype.
  • Bons: andere naam voor schuit, een kleine schokker.

Havezaten:

  • Westerholtstraat: vroeger een havezate in de buurt van de Bentpoort
  • Canneveltstraat: vroeger een havezate aan de Achtersteeg (nu Groenestraat)
  • Van Middachtenstraat: vroeger een havezate aan de (verlengde) Bisschopstraat
  • Laan van Toutenburgh, vroeger Bentsteeg of -weg. De Toutenburg, waarvan alleen een ruïne in het park Oldruitenborgh - waarvan deze laan de zuidrand vormt - is overgebleven, was ooit een imposant kasteel. De Bentweg was het uitgangspunt van de verkaveling van de Bentpolder, de oudste polder uit de omgeving (in 1363 wordt de Bentdijk al genoemd). Die oorspronkelijke naam is ontleend aan die van de Bentpolder.
  • Achter de Hare: oorspronkelijk de weg die achter het landgoed De Hare (buiten de stad, gelegen aan de grote weg naar Zwartsluis) liep. Het landgoed bestond uit een Kleine en Grote Hare, namen die later door de bevolking werden overgenomen voor de twee stukken van deze weg, vanaf de T-splitsing aan het einde van de Laan van Toutenburg naar de Weg van Rollecate resp. richting De Oldenhof. Was in de eerste helft van de 20e eeuw een geliefd wandelpad op zondag naar De Oldenhof. Verdwenen bij de ruilverkaveling begin jaren 1960.
  • Weg van Rollecate: genoemd naar de voormalige havezate Rollecate, die langs deze weg was gelegen. Tot in de jaren 1960 was een deel van het terrein als zodanig herkenbaar, in gebruik als weiland rond de boerderij ('bouwhuis') met de naam Rollecate die van de havezate  was overgebleven.
  • Weg van Twee Nijenhuizen: genoemd naar de voormalige havezate Twee Nijenhuizen, die aan het einde van deze weg was gelegen. Van het terrein resteert nog maar een deel met de oprijlaan. De boerderij Twee Nijenhuizen is één van de twee bouwhuizen, die de havezate flankeerden.

Er waren nog meer gebouwen en andere objecten waaraan later aangelegde straten hun naam ontleenden:

  • Landpoortsteeg: Vollenhove had vier poorten: de Landpoort, de Voskenpoort, Bentpoort en de Voorstpoort. De Landpoort was de oostelijke poort en gaf toegang tot het Land van Vollenhove. De poort bevond zich op de oostelijke rand van wat nu het plein is van het winkelgebied Voorpoort.
  • Voorpoort: buiten de Landpoort had men een voorwal of voorwerk, waaruit bij de verdediging van de stad de flanken bestreken konden worden. Het was later eigenlijk het stuk van Vollenhove dat buiten (voor) de Landpoort lag, en ontwikkelde zich tot een soort buurtschap dat echter deel uitmaakte van de gemeente Ambt-Vollenhove. het werd ook wel Voorstad genoemd. Het gemeentehuis was later zelfs hier gevestigd tot de opheffing in 1942, in het huis van koperslager Jan Berend van Heerde (geboortehuis van schrijver Havanha (1905-1968)). Tegenwoordig behoort tot de Voorpoort ook het plein achter de voormalige Landpoort. Even buiten de stad, waar de voormalige havezate de Rollecate heeft gelegen, had men de stadsslagboom. De weg vanaf de poort (Steenstraat, nu Weg van Rollecate) vertakte zich ter hoogte van landgoed Twee Nijenhuizen in de latere Grindweg naar Zwartsluis, de Schaarweg naar Sint Jansklooster en 't Allee (nu Weg van Tweenijenhuizen) via De Moespot naar Blokzijl, via de Zuiderzeedijk.
  • 't Vosken: ontleend aan de Voskenpoort, vroeger ter hoogte van de Vismarkt, gaf waarschijnlijk toegang tot de goren (waar Het Goor naar genoemd is). De Voskenpoort komt in het stadsarchief voor in 1541.
  • Heilige Geeststeeg: De steeg is vernoemd naar de Heilige Geestkapel. Deze kapel hoorde vroeger bij het H. Geestgasthuis, werd later gebruikt als RK kerk en heeft nu een andere functie.
  • Kerksteeg: steeg langs de Kleine Kerk, tussen de Nieuwestraat of Achtersteeg (nu Groenestraat) waar o.a. de pastorie (wheeme) in de 18e eeuw lag en de Achterstraat (nu Bisschopstraat) waaraan de hoofdingang van de kerk lag.
  • Wheeme: Deze straat dankt zijn naam aan een stuk land wat vroeger Wheeme werd genoemd zoals op veel plaatsen in Nederland Op dit stuk land, vergelijk het met de moestuin, lag vroeger ook de pastorie van de pastoor van Vollenhove.
  • Doelenstraat en Doelen: Deze twee straten herinneren aan de voormalige doelenhof die op deze plek aanwezig zijn geweest. In de doelenhof werd destijds door de plaatselijke schutterij geoefend.
  • Putsteeg: Deze steeg dankt zijn naam aan de put (eigenlijk pomp) die aan deze steeg lag.
  • Molenberg: deze straat dankt zijn naam aan de molen op die plaats, die om veel wind te vangen zoals gebruikelijk op een verhoging ('berg') stond (van plm. 1650 tot 1938).
  • Clarenberglaan: genoemd naar het vrouwenklooster Clarenberg, dat in de 15e en 16e eeuw heeft gelegen op de plaats waar nu het verzorgingstehuis Nieuw Clarenberg staat.
  • Haven: straatje tussen Kerkplein en plaats van de vroegere Voorstpoort in de Bisschopstraat. Direct aan de oude- of binnenhaven, vanaf 1823 de plaats waar de Vollenhoofse economie vooral afhankelijk van was.
  • Doeveslag: Doeveslag is dialect voor duivenslag. Duivenslag betekent volgens van Dale: toestelletje aan een duivenhok waardoor duiven hun hok wel vrij kunnen binnengaan, maar er niet zelf uit kunnen komen. Het duivehok waar het hier om gaat, behoorde tot de havezate Westerholt die ook de Bentpoort, waar de doeveslag zich op bevond, in gebruik had.
  • Cartouwe: naam van een taveerne / herberg bij de Grote of St. Nicolaaskerk

Deze straten liggen alle in het plan Franse Pad / de Benten, aan de oostkant van Vollenhove. Zie ook de complete lijst van de bisschoppen van Utrecht.

  • Georg Schenckstraat: straat vernoemd naar de man die ervoor gezorgd heeft dat Vollenhove niet is ingelijfd bij het gebied van hertog Karel van Gelre. Stadhouder in de 16e eeuw, stichter van de Toutenburg.
  • Van Middachtenstraat: genoemd naar telgen uit het geslacht Van Middachten, die eind 18e / begin 19e eeuw een huis en hof hadden aan de Bisschopstraat, het vroegere (Old)hagensdorp.
  • Joan Vuistpad:  Johan Vuist was pastoor van Vollenhove en stichtte op 1 mei 1576 het Weeshuis in de Oudestraat (Visschersstraat) tegenover het St. Antoniegasthuis. In 1867 werd het weeshuis verplaatst naar een huis in de Kerkstraat en werd 'Groot Burger Weeshuis' genoemd. De naam van het appartementencomplex op de hoek Gasthuisstraat - Aan Zee, de Steinen Vuyst, herinnert aan hem. Zie ook over zijn rol bij de Toutenburg en bij de RK Parochie.
  • Willem de Lillestraat: laatste eigenaar en 'sloper' van de Toutenburg (eind 18e / begin 19e eeuw).
  • Van Haersoltelaan: genoemd naar Rutger van Haersolte, laatste bewoner van de Toutenburg (eind 18e eeuw).
  • J. van Raesveldstraat; Johan van Raesveld (de jongere) was drost van Vollenhove in de 17e eeuw.
  • Van Baaksteeg: vermoedelijk stadstimmerman rond 1825, o.a. betrokken bij de havenuitbreiding.
  • Van Smirrenstraat: Van Smirren was een grote reder, die aan het einde van de 19e eeuw en begin van deze eeuw veel vis exporteerde naar Duitsland en Frankrijk en dus van groot economisch belang was voor Vollenhove. Is geëmigreerd naar Engeland. Steunde Vollenhove met geld voor restauraties en voor sociaal-culturele evenementen, werd hierdoor in de jaren 1950 tot ereburger benoemd. Een groot vishandelsbedrijf met de naam J. van Smirren Ltd bestond anno 2000 nog steeds in Engeland, en is bekend van de ingelegde mosselen en oesters.
  • Meester Kroezestraat: genoemd naar een plaatselijk bekende schoolmeester uit de tweede helft van de 20e eeuw.
  • Harmen Visserplein: naam die door toedoen van de Belangenvereniging Vollenhove Stad op 16 april 2005 is toegekend aan het (nieuwe) plein aan de Bisschopstraat, voor de Mariakerk. Hiermee wordt de nagedachtenis in ere gehouden aan politieman en verzetsheld Harmen Visser, die daags na de bevrijding van Vollenhove omkwam in een vuurgevecht aan de andere kant van de Noordoostpolder.

De Van Baaksteeg loopt van de Kerkstraat naar de Visserstraat. In het verlengde er van ligt de Zeesteeg. De steeg denkt vermoedelijk zijn naam aan het feit dat er aan die steeg in de 19e eeuw de werkplaats lag van timmerman Van Baak.

Al in 1715 blijkt een Antoni van Baak lid van het koopmansgilde, en betaalt daarvoor aan het Hervormd Burger Weeshuis 5 gulden en 12 stuivers.

Antoni van Baak was gehuwd met Lyzabeth Jans Smit. Hun enige kind Anthony werd op 11-7-1717 NG gedoopt, na het overlijden van vader Antoni. Moeder Lyzabeth hertrouwde met Evert Pingel. Evert Pingel werd burger van Vollenhove op 4-4-1718, vermoedelijk was dit een voorwaarde om een herberg te kunnen beginnen, in dit geval 'De Zwaan'. Anthony had de halfzusjes en -broer Pingel: Anna Maria (1720); Hendrik Jan (1721) en Jennigjen (1723).

Anthony groeide op in herberg 'De Zwaan', vijf en een half jaar oud was hij, toen daar de zwagermoord plaats vond.  Is hij wakker geworden door het kabaal? Heeft hij angstig bovenaan de trap zitten kijken en luisteren? 
Hij was in 1744 meestertimmerman, getrouwd met Catharina Loos. Zij kregen de volgende kinderen, die allen NG gedoopt werden: 1744 Anthony; 1745 Catharina; 1747 Johannes; 1750 Gerrit (die ook timmerman werd); 1752 Jan; 1753 Elisabeth.

Bij de volkstelling 1748 blijkt het huisgezin van Antonie van Baak uit de Kerkstraat verder te bestaan uit zijn vrouw Catarina Loos en de jonge kinderen Antonie, Catarina en Johannes.  Antonie junior behoort later tot de zogenaamde gemeenslieden van de Stad Vollenhove. In 1795 verhuurt hij, inmiddels als senior aangeduid, als rentmeester van zijn Vollenhoofse goederen op 30 augustus aan de leden van de Geestelijkheid van de Stad en het land van Vollenhove het huis genaamd "Reemshuizen" (havezate Rhemenshuizen) met de plaats erbij voor 6 jaren onder voorwaarden, dat jaarlijks 30 caroli gulden als huur wordt betaald en het huis gebruikt wordt door de R. K. gemeente tot het waarnemen van hun godsdienst. Indien door de Nationale Conventie een nadere schikking over de Geestelijke goederen mocht worden gemaakt voor afloop der huurjaren, zouden de huurders van de huur ontslagen zijn. Het huis diende dan zoveel mogelijk in de vorige toestand gebracht te worden enz.

Op 7 oktober 1791 besloten Raad en Meente van Vollenhove het Raadhuis (1621) door de timmerman Gerrit van Baak en de metselaar Albert de Ruiter te doen herstellen en de kosten werden geraamd op respectievelijk fl. 300 en fl. 400.

Verder staat in de annalen dat bij het nazien van de gemeenterekening van een gedeelte van 1811 aan het licht kwam, dat boven de f 4000 die door Koning Lodewijk Napoleon is verleend volgens zijn besluit van 29 maart 1809 (naar aanleiding van zijn bezoek aan Vollenhove, zie bij Oldruitenborgh) tot herstel en vergroting van het havenhoofd, de opzichter van dat werk, Gerrit van Baak, nog een vordering wegens het opzicht had van f 402. Hiertegen had de vorige stadsregering bezwaar gemaakt wegens de slechte stadsfinanciën. Er werd door de stad voor het vervoer van palen en arbeidsloon voor de brug blijkens de stadsrekening van 1809 al f 561.15 betaald. Op 30 november 1812 werd gesteld dat op de begroting van 1812 en 1813 in achterstand moest gebracht worden 844 francs of 402 gulden voor het daggeld van 3 gulden, die de timmerman G. van Baak zou verdiend hebben als opzichter over de brug die in 1809 en 1810 gemaakt was. En zo zouden meerdere pogingen bij de Prefect worden gedaan om te bereiken dat de gemeente niet meer hoefde te betalen...

Het havenhoofd of brug, waar het hier over ging, werd ook wel de steiger genoemd, en lag bij de vismarkt - zie de kaarten van Blaeu uit 1649 en van De Lat uit 1735 (detail hierboven rechts). Dit onderwerp komt terug in de straatnaam in de Benten: De Steiger. De brug over de ingang van de binnenhaven werd pas in 1823 gebouwd, toen de binnenhaven als zodanig in gebruik werd genomen.

De oudst bekende naam van de huidige Van Baaksteeg is de Morriaansteeg, mogelijk genoemd naar Wolter Morriaan, die in 1438 'bewaarder' (penningmeester) was van het drostambt (toen nog schoutambt).